Stress hoort bij werken en leven. Het helpt je focussen, presteren en leren. Toch kan diezelfde stress doorslaan en je functioneren onder druk zetten. In dit artikel lees je hoe gezonde spanning verandert in een overlevingsrespons, waarom vooral jonge professionals dit kantelpunt snel bereiken en wat de impact is op hun welzijn en werk.

Een gezonde hoeveelheid stress
Het woord ‘stress’ heeft vaak een negatieve associatie. Toch is een bepaalde mate van stress juist essentieel om goed te functioneren. Een gezonde hoeveelheid stress werkt activerend en zorgt voor drive, concentratie en energie. Het stelt je in staat optimaal te presteren, te leren en te veranderen en maakt het mogelijk alert op de buitenwereld te reageren. Zonder een gezonde dosis stress zou er zelfs niets van de grond komen. Maar er zijn wel gradaties van stress, oplopend qua ernst van de consequenties ervan.
Acute stress
Ieder mens heeft regelmatig te maken met acute stress die wordt uitgelokt door een prikkel binnen of buiten zichzelf; een interne of een externe stressor. Het verstoort je evenwicht en vereist op dat moment een fysieke en/of psychische inspanning om herstel van je welzijn te garanderen. Zo zet honger, een interne stressor, je aan om te gaan eten. En een strakke deadline in je werk, een externe stressor, brengt je tot een verhoogde focus en een versneld werktempo om de taak op tijd af te ronden. Je hersenen interpreteren de stressor die via de zintuigen binnenkomt en zetten binnen enkele seconden automatisch een lichamelijke stressreactie in gang. Daarbij maakt je lichaam stresshormonen aan, zoals adrenaline en cortisol. Zo kom je in een verhoogde staat van paraatheid en ben je hyperalert op alles in je omgeving, wat je in staat stelt zo snel mogelijk te reageren.
Acute stress voel je ook lichamelijk, bijvoorbeeld aan een bonzend hart, zweethanden en een meer oppervlakkige ademhaling. Op zulke momenten is het vaak lastig om op iets anders te focussen dan datgene wat je deze stress geeft. Het lijkt alsof het je bewustzijn vernauwt tot enkel nog het elimineren van de betreffende stressor.
Wanneer de stressor verdwenen is, verdwijnt bij acute stress ook de stress. Na de stressreactie worden de stresshormonen weer afgevoerd en veert het lichaam terug naar de normale toestand. De functie van acute stress is dat deze je in staat stelt snel te reageren op potentiële bedreigingen. Daardoor wordt de eventuele schade die zo’n bedreiging kan veroorzaken voorkomen. Het is dus een gezonde en essentiële reactie en de last die je ervan ervaart, is meestal van korte duur.34 Een jongere collega vertelde bijvoorbeeld hoe ze zich na een werkdag, met veel mensen en kinderen om zich heen, behoorlijk uitgeblust kan voelen. Maar als ze ’s avonds de ontspanning opzoekt door te gaan wandelen of een boek te lezen, is haar batterij voor de volgende dag weer helemaal opgeladen.
Kantelpunt richting de overlevingsrespons
Als stress steeds vanzelf weer verdwijnt, hoef je je er eigenlijk niet zo veel zorgen over te maken zou je zeggen. Echter, stress kent een kantelpunt. Wanneer er te veel, te intense of te negatieve stressoren zijn of als ze te lang aanhouden, is de activatie van het stresssysteem niet langer functioneel en gaat het juist tegen je werken. In plaats van lichaam en geest te beschermen, richt het schade aan. Dan kom je vast te zitten in wat ook wel de overlevingsmodus wordt genoemd.35 In kader 1 lees je er meer over. Zo’n overlevingsrespons kan ook geactiveerd worden door een irreëel gevaar. Denk aan de druk van een te krappe deadline of alleen al het vooruitzicht dat die je boven het hoofd hangt. Hoewel je op zo’n moment cognitief gezien best wel weet dat je niet echt in gevaar bent, kan het lichaam dit wel zo interpreteren; vooral als de druk en verwachtingen als overweldigend of heel realistisch worden ervaren.
De overlevingsrespons is in levensbedreigende situaties weliswaar gezond en mogelijk levensreddend, maar wanneer dit mechanisme voortdurend geactiveerd wordt door overprikkeling en irreële gevaren, verstoort het je vermogen om nog goed te blijven functioneren in het dagelijks leven. Dan is er sprake van chronische stress. Dus als we over stress bij jongeren spreken, is het belangrijk om daarbij duidelijk het onderscheid te maken tussen positief werkende en negatief werkende stress; daartussen zit een kantelpunt. Enerzijds kan gezonde stress juist bijdragen aan een sterke start van jongere collega’s; het werkt activerend bij het aangaan van uitdagingen in het werk, het leveren van prestaties en leren. Wanneer er vervolgens voldoende tijd voor ontspanning en herstel is, veert de balans weer snel terug naar de positieve kant. Het lichaam is er immers op gebouwd deze korte momenten van stress goed op te vangen en te herstellen wanneer de rust weerkeert.
Gezonde stress
Een jongere omschreef dit als volgt: “Ik denk dat wij in ons soort werk altijd wel onder spanning staan. Maar er is stress en spanning waarvan ik last heb en er is gewone spanning. Gisteren heb ik bijvoorbeeld tot half elf ‘s avonds gewerkt, maar ik kon lekker focussen. Dat zie ik als gezonde spanning, daar heb ik helemaal geen last van.” De volgende dag hoefde ze pas laat in de ochtend te beginnen en dus had ze weer volop energie.
Chronische stress
Het kantelpunt naar de negatieve kant ontstaat als iemand langdurig blootgesteld wordt aan (opeenvolgende) stressoren, zonder tussentijds voldoende rust en ruimte te ervaren om ervan te herstellen. Wanneer dat herstel uitblijft, ontstaat chronisch stress. Hierbij bouwt zich een aan stress gerelateerde chronische spanning op in het lichaam. Zie het als opgestapelde spanning of energie die aanwezig blijft in het lichaam en op den duur problemen veroorzaakt.
Nu kun je je afvragen: waar ontstaat die chronische stress dan door? Wat we zien, is dat langdurige blootstelling aan stressoren enerzijds veroorzaakt kan worden door wat zich daadwerkelijk op het werk voordoet, zoals een te hoge werkdruk, te veel verantwoordelijkheden of conflicten op het werk. Vaak komen er ook nog eens stressoren in de privésfeer bovenop, bijvoorbeeld een relatie die niet lekker loopt, een conflict met een familielid of geldzorgen. Bovendien kan iemand stress ervaren van denkbeeldige stressoren over potentiële gevaren in de toekomst.
Burn-out
Vooral een combinatie van reële en denkbeeldige stressoren kan tot gevolg hebben dat iemand zich continu blootgesteld voelt aan stress en het stresssysteem voortdurend geactiveerd wordt, zonder nog tot rust te kunnen komen. Een negatief bijkomend effect daarvan is dat die chronische spanning het stresssysteem nóg gevoeliger maakt voor mogelijke tekenen van gevaar, waardoor het nóg meer ontregeld raakt. Dat kan uiteindelijk leiden tot (verergering van) zowel mentale als fysieke klachten en ziektes, denk aan slaapproblemen, chronische vermoeidheid, concentratieproblemen, angst en depressie. In onze gesprekken met jongeren hebben we meerdere van deze symptomen horen benoemen. Een jongere collega zei: “Ik had heel veel hoofdpijn, zo gestrest was ik. Ik sliep ook heel slecht, was voortdurend moe en had gewoon geen puf meer. Op een gegeven moment ga je ook allerlei mensen ontwijken op je werk en heb je helemaal geen zin meer in conversaties of gezelligheid. Uiteindelijk meldde ik me ook sneller ziek.”
Door: Isolde Kolkhuis Tanke en Nore van Roekel
Lees meer over het organiseren van een sterke start voor jonge professionals in het boek Samen Sterker Starten




