Wat voor de ene medewerker een uitdaging is, kan voor de ander een bron van spanning en onrust vormen. De manier waarop mensen met belastende omstandigheden omgaan, ofwel stressbronnen waarnemen en verwerken, is zeer verschillend. Daardoor is de belastbaarheid van het ene individu heel anders dan die van een ander.
Belastbaarheid
De belastbaarheid of het verwerkingsvermogen omvat een viertal gebieden:
- Vaardigheden om problemen op te lossen: omgaan met stress.
- Persoonlijke eigenschappen, zoals flexibiliteit, stressgevoeligheid, gehaastheid, agressiviteit.
- Opvattingen over onszelf, het werk, hoe anderen moeten functioneren, enzovoort. Deze opvattingen kunnen rationeel of irrationeel zijn.
- Fysieke gesteldheid: de lichamelijke conditie is duidelijk van invloed op het functioneren, ook in stresssituaties.
Vaardigheden in omgaan met stress
Mensen zijn actief bezig zich aan te passen aan een bedreigende of uitdagende omgeving. Deze aanpassing is zowel gericht op de omgeving als op de persoon zelf. We proberen de situatie te veranderen zodat deze ons geen stress meer oplevert. Hierbij zijn twee soorten vaardigheden te onderscheiden:
Oplossen problemen
Gedrag gericht op het actief oplossen van problemen. Dit gedrag is erop gericht de problematische situatie te veranderen (omgevinggericht). Bijvoorbeeld door:
- aanpakken van de stressbron
- taken afstoten
- onderlinge conflicten oplossen
- beleggen van een vergadering waarin duidelijkheid wordt verkregen over een warrige taakverdeling
Regelen emotie
Gedrag gericht op het regelen van de op dat moment aanwezige emotie (zelfgericht).
Bijvoorbeeld door:
- situaties vermijden (weggaan, onbereikbaar zijn)
- situaties verzachten (leuke dingen doen, eten, drinken)
- kritiek of emoties uiten
- steun zoeken
We gebruiken beide vormen, afhankelijk van de situatie. Het is niet zo dat actief oplossen van problemen beter is dan het regelen van emoties. Een uitbarsting van kwaadheid kan heel functioneel zijn, maar ook het ontvluchten van een conflict om daar thuis nog eens over na te denken, kan heel nuttig zijn door de afstand die je dan neemt.
Actieve stijl
Als er veel regelmogelijkheden in het werk zijn, kan de actieve stijl heel goed helpen. Problemen worden dan door de persoon zelf opgelost. Is er maar weinig te veranderen in de werksituatie en zijn de regelmogelijkheden klein, dan zal de actieve stijl niet helpen. Het zal eerder frustrerend zijn en de stress versterken als er toch weer niets aan de situatie te doen blijkt.
De hierboven genoemde vaardigheden worden in het algemeen door iedereen, in allerlei situaties gebruikt. Opvallend is dat je toch – en dat geldt voor iedereen – bepaalde stijlen ontwikkelt die je het meest hanteert. Dit zijn je voorkeurstijlen. Nu blijkt dat het te veel gebruiken van voorkeurstijlen juist een averechts effect heeft. Bij overmatig gebruik veranderen sterke punten in zwakke punten.
Ingeslepen en vertrouwd gedrag
Je probeert in stresssituaties vaak het meest ingeslepen gedrag te gebruiken. In lastige situaties grijp je naar gedrag waarmee je je vertrouwd voelt.
Stresssituaties kenmerken zich doordat gebruikelijke, routinematige gedragsstijlen niet adequaat zijn om deze situaties te veranderen of te beïnvloeden. Voorbeeld: Iemand die geleerd heeft conflicten te vermijden, kan daar maar tot op zekere hoogte profijt van hebben. Een enkele keer kan het heel verfrissend zijn om letterlijk even afstand te nemen van een conflict. Maar, direct reageren op conflicten is ook weleens nodig, vooral in situaties waarbij het niet de eerste keer is dat dit conflict ontstaat. Voor deze persoon zou het goed zijn dat hij leert direct te reageren.
Persoonlijke eigenschappen
Bepaalde persoonlijke eigenschappen blijken mensen stressgevoeliger te maken. Persoonskenmerken die mensen gevoeliger maken voor stress zijn te onderscheiden in vier hoofdkenmerken:
Chronisch gevoel van tijdnood
Mensen die hier last van hebben, maken bijna altijd een gehaaste, jachtige indruk. Ze vliegen dikwijls van hot naar her en hebben het gevoel niet genoeg tijd te hebben om te kunnen doen wat ze menen te moeten doen of wat ze graag willen doen.
Buitensporige geldingsdrang
Dit zie je bij mensen die de waarde van hun persoonlijkheid afmeten aan het aantal prestaties dat ze leveren. Bovendien moeten dit naar hun idee prestaties zijn die de goedkeuring en bewondering van hun gelijken en superieuren kunnen wegdragen. Het aantal prestaties is eigenlijk nooit genoeg en iedere keer moet er méér worden bereikt.
Lichtontvlambare vijandigheid
Dit hoeft niet zichtbaar te zijn. De voornaamste aanwijzing is de tendens om altijd andere mensen uit te dagen of met hen te willen concurreren. Op het moment dat anderen tegenwerken, ontstaat heel snel de lichamelijke en psychische ‘geïrriteerdheidsreactie’. Bijvoorbeeld: felheid, agressiviteit, verhoogde hartslag of spanning. Ten eerste kost dat energie en ten tweede kan dat verkeerde reacties opleveren.
Rigiditeit
De persoonlijke eigenschap rigiditeit, dat wil zeggen de vasthoudendheid aan de eigen mening en opvattingen, gaat ook samen met het snel ervaren van stress. Een vasthoudende, niet-flexibele houding maakt de samenwerking met anderen moeilijker en in stresssituaties sta je dan niet open voor verandering. Je hoort het regelmatig: ‘Zo ben ik nu eenmaal’, ‘Dat is de aard van het beestje’ of ‘Dat is mijn karakter’. Zo’n uitspraak lijkt de spreker vrij te pleiten om zich anders te gedragen. Persoonlijke eigenschappen, die vanaf de geboorte aanwezig zijn, kunnen in de loop der jaren door ervaringen en gebeurtenissen sterker worden aangeleerd. Dat betekent dat afleren in bepaalde situaties ook gedeeltelijk mogelijk is.
Opvattingen
Persoonlijke inschattingen – het woord zegt het al – verschillen van mens tot mens. Onze waarneming is niet objectief, maar gekleurd door onze eigen ervaringen. Filters spelen hierin een belangrijke rol. Niemand neemt op exact dezelfde manier waar. Maar al te vaak denk je dat een ander automatisch opmerkt of weet wat je persoonlijk meemaakt. Of je gaat ervan uit dat een ander dezelfde opvatting ergens over zal hebben als jij. Op basis van leuke en minder leuke, (on)belangrijke en (niet) bedreigende levenservaringen vorm je ideeën, standpunten en waardeoordelen over jezelf en over anderen. Deze beïnvloeden de wijze waarop je situaties waarneemt, waardoor er een selectieve waarneming ontstaat. Ongemerkt selecteert iedereen in de waarneming van de omgeving. Schematisch ziet het er in het geval van een situatie op het werk zo uit:
Je reageert altijd in deze volgorde. Dat is een belangrijk gegeven, aangezien het betekent dat reacties en gedragingen worden bepaald door de gedachten die je hebt. Tegelijkertijd zijn die reacties daarmee ook beïnvloedbaar door je gedachten. Als iemand ‘vreemd’ reageert, is het essentieel om na te gaan welke gedachten, oordelen en ideeën daaraan ten grondslag liggen; vaak zijn dit nogal irreële gedachten. Door deze te ontzenuwen, kan het gedrag al snel minder ‘vreemd’ worden. Zoals gezegd heeft iedereen door de jaren heen een eigen wereld van ervaringen, gedachten en oordelen gevormd. Aan de ene kant is dat goed omdat het maakt dat je niet elke situatie opnieuw hoeft in te schatten. Aan de andere kant leveren deze filters het gevaar op dat je situaties gekleurd waarneemt, te veel volgens je eigen filters en te weinig volgens de feiten. Deze filters, die soms bestaan uit irreële gedachten, bepalen welke situaties je in het werk heel vervelend vindt of hoe je met moeilijke situaties omgaat. Ze bepalen of de obstakels binnen het werk voor jou een uitdaging zijn of juist een hindernis.
Fysieke gesteldheid
Factoren zoals lichamelijke klachten, te weinig slapen, te veel drinken, te veel roken of geen pauzes nemen, maken dat je minder goed functioneert. Zeker in zware tijden op het werk telt een goede lichamelijke conditie mee.
Bron: Leidmotief
Door: Tjeerd Bartlema