Organisaties zijn op te vatten als complexe systemen waarbinnen een oneindige hoeveelheid van factoren elkaar wederkerig en onophoudelijk beïnvloeden (Stacey, 2001). Zelfs de constatering dat dit zo is, doet geen recht aan de complexiteit van organisaties, omdat al die interacterende factoren en het geheel dat zij opleveren, zelf weer voorwerp zijn van een veelkleurige diversiteit aan betekenisgeving door de betrokkenen, die op haar beurt weer invloed uitoefent op hun deelname aan dat complexe systeem. Elke organisatie, in haar complexiteit, bestaat op die wijze uit een eindeloos veelvoud van mentale constructies van haar deelnemers, die allen vanuit die mentale constructies participeren (Homan, 2013).
In onze pogingen om organisaties door middel van wetenschappelijk onderzoek te begrijpen en vanuit dat begrip te beïnvloeden, doet zich nog een extra complexiteit voor: zodra we ons met dat systeem gaan bemoeien en er beelden van proberen te ontwikkelen, gaan we er onvermijdelijk deel van uitmaken en worden we opgenomen in dat geheel van interacties en zelf ook voorwerp van mentale constructies van anderen. Homan (2015) is op grond van deze overwegingen van mening dat het weinig zin heeft om – bijvoorbeeld voor managers of organisatieadviseurs – een wetenschappelijk gefundeerde gereedschapskoffer van ‘als dit, doe dan dat’-interventies te ontwikkelen (zie Geurts, Altena & Geluk, 2006). Veeleer komt het aan op een vorm van praktische wijsheid – Homan (2015) spreekt van ‘phronesis’ – die een diep sociaal karakter heeft. Reflectie op het eigen handelen, en een houding van reflexiviteit überhaupt, is een belangrijke voorwaarde voor het ontwikkelen van dergelijke wijsheid (zie Schön, 1983). Dit inzicht is van groot belang voor begeleidingskundigen die zich bezighouden met het coachen van organisaties als sociaal systeem. Voor hen is het de vraag hoe zij een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan de praktische wijsheid van de deelnemers in de organisatie. In dit artikel wordt een antwoord op die vraag verkend, door in te zoomen op het werken met spelsimulaties. Door: Michiel de Ronde, Vincent Peters, Marleen van de Westelaken en Jac Geurts Bron: Management Executive Eerdere relevante berichten: