‘Compassie is soft. Zelf overeind blijven is waar het nú om gaat. Dat geneuzel over medelijden. Zelfcompassie is egoïstisch en vooral narcistisch. Daar heb je weer zo’n Gutmensch, ik ben er helemaal klaar mee. Niemand komt aan mijn eigen vrijheid, ik laat me niks zeggen. Ach jee, weer van die dobbernegers op een vlot. Hèhè, die zegt tenminste wat hij denkt. Dat gezeur over liefde, kijk eens hoe de wereld in brand staat.’
Stuitende zinnen, vind je? Confronterend? Zinnen waarmee je absoluut niet geassocieerd wilt worden? Wanneer je een of meerdere van deze uitlatingen bezigt, heb je wel wat uit te leggen. Je komt ze helaas echter meer en meer tegen op de social media, op verjaardagpraat, en helaas ook in de politiek.
Compassie onder vuur
In tijden van tegenslagen in de samenleving, zoals de coronapandemie in 2020-2021, herleven dit soort uitlatingen. Zo schokte het mij ook diep toen ik uitspraken vernam van een bekende Nederlander die stelde dat alle ouderen verplicht in quarantaine zouden moeten om jongeren ‘de kans te geven’. ‘We zijn een kleine, zeer kwetsbare groep nu aan het beschermen ten koste van al het andere’, vertelde deze bekende Nederlander met zelfverzekerde spierballentaal.
Ik ben ervan overtuigd dat een goede samenleving het van het grootste belang vindt dat je met de meest kwetsbaren onder ons goed omgaat, dat er voor hen aandacht is, dat je je bekommert om hun verhaal. Dát is nu beschaving, zo las ik in een commentaar op Facebook (9 januari 2021) op een fraai artikel van Stine Jensen. Dát is nu compassie. Het kan gaan om jongeren, om ouderen, of (nu of ooit) om jezelf. Kwetsbare situaties komen in alle leeftijden, rangen en standen voor. Ik hoop dat deze bekende Nederlander daar nog over gaat nadenken voordat hij zelf in een kwetsbare situatie belandt.
Maatschappelijke kwetsbaarheid kán uitlopen op het aanwijzen van ‘de schuldigen’. Dat zien we door de geschiedenis heen gebeuren. Daarmee ligt compassie direct onder vuur. Verharding, tweespalt, conflict, geweld – het kan er allemaal op volgen.
Enige jaren geleden las ik op aanraden van een vriendin het boek Terror and liberalism van Paul Berman. Ik werd stil toen ik las dat Berman stelde dat bij conflicten, oplopend tot oorlog aan toe, het aanwijzen van ‘schuldigen’ altijd deel zal uitmaken van alles wat leeft, in het dierenrijken bij mensen. Is dat zo? Dit wil je niet denken, ik bespeurde fors verzet in mijzelf. Vrede moet immers altijd worden nagestreefd. Maar compassie is beslist niet altijd intiem. Je reageert op van alles om je heen, ook op het nieuws van de wereld. Compassie heeft soms een ruwe en harde confrontatie met jezelf in zich. De definitie van compassie die ik las op het internet, zoals je die aantreft in het begin van het boek Confrontaties met compassie, wankelt fors.
‘het emotioneel betrokken zijn bij de op dat moment aanwezige emoties van de ander’
Definitie van compassie op het internet (Bron; Confrontaties met compassie)
Ik vroeg mij na het lezen van Bermans boek vol afschuw af hoe het zit met compassie naar mensen die de wereld in lichterlaaie zetten. Zou men enige compassie moeten hebben gehad voor mensen als bijvoorbeeld Adolf Hitler, Idi Amin, en voor de vele militaire bewinden in bijvoorbeeld Zuid-Amerika? Compassie voor mensen die moorden omdat iemand van een ander ras is, of een andere geloofsovertuiging heeft, mensen die pesten om de geaardheid van de ander, of omdat zij een ‘afwijkend’ uiterlijk hebben? Blijven agressie, cynisme, geweld, maar ook wanhoop en starre strengheid dé publiek zichtbare opponenten van compassie?
‘In gesprek blijven’ is een motto waar ik vierkant achter sta, misschien wel een mooi teken van compassie. Maar grenzen, daar gaan we weer, hoe zit het daarmee? Wat nu wanneer je vertrouwen stiekem wordt geschonden, achter je rug om, terwijl je in gesprek blijft? Heeft Berman gelijk en moeten we zijn uitkomst aanvaarden? Maakt het gegeven van de continue aanwezigheid van onrecht, de toenemende onverschilligheid, en de opruiende acties ons murw om te komen tot de wat flauwe uitspraak ‘we zijn allemaal maar mensen’?
Compassie overschrijdt jouw eigen omgeving
Compassie is dus niet alleen maar van jou en van mij. Daarin heeft de boeddhistische benadering groot gelijk: deze beschouwt individualisme als de vijand van compassie. À propos, de westerse denker Henri Nouwen zégt niet anders in zijn werk, in zijn speeches en in zijn preken. Compassie is niet voorbehouden aan kerken of welke organisatie ook. Het is iets van ons allemaal, in jouw eigen leven en in hoe de wereld draait. Hoe wereldnieuws, actueel of vanuit de geschiedenis, bij ons binnenkomt, zegt ook iets over hoe jij en ik individueel vaak als eerste reactie met compassie omgaan.
Na het lezen van het boek van Berman las ik een uitspraak van Vaclav Havel: ‘Laten we onszelf en anderen leren dat politiek niet alleen de weg naar het mogelijke kan zijn, zeker al niet wanneer speculatie, intriges, geheime deals en manipuleren daar deel van uitmaken, maar dat het de weg kan zijn van het onmogelijke, namelijk het streven om het beter te doen in de wereld.’ Actueel. Een uitnodiging tot compassievol denken? Bij de stevige voorbeelden, met name wanneer ik het nieuws beluister, komt deze quote regelmatig in mij op.
Stevige voorbeelden
Dit ga je herkennen: reacties op het nieuws via internet, radio, tv of op straat in gesprek over de toestand in de wereld. Ik wil enkele voorbeelden noemen vanuit gebeurtenissen uit de actualiteit en de geschiedenis die mij met compassievragen confronteren. Daar ging mijn ideaalbeeld van compassie. Niets menselijks is ons vreemd. Nazi! Gevangenisbewaarder! Crimineel!
Van 2020 en 2021 is het mij bijgebleven hoe de reacties waren op minister- president Mark Rutte en de minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge10 naar aanleiding van hun aanpak van de coronapandemie. Op de social media stond ik soms geheel perplex van de bewoordingen aan de adressen van deze twee politici: het zouden nazi’s zijn, het zijn onze gevangenisbewaarders, het beleid is een complot om ons eronder te houden, het zijn criminelen en ga zo maar door. Ten tijde van de verkiezingen in maart 2021 werden de bewoordingen over álle politici van kwaad tot erger op de socials. Be- en veroordelingen werden vaak tenenkrommend, moesten de politici niet van de signatuur van de berichtenplaatsers zijn.
Haat is een groot woord. Maar haat krijgt ‘nieuw elan’ op de social media, lijkt het wel. Het maakt in ieder geval, diplomatiek gezegd, een tegenpool van compassie zo zichtbaar: rigiditeit, en dan nog blind en doorgeslagen ook. Overigens, rigiditeit – beter gezegd: stugge starheid – is ook een tegenpool van imperfectie, en dús van compassie.
Het gebrek aan ook maar enige herkenning van dilemma’s bij besluitvorming stuitte mij in de uitlatingen sterk tegen de borst, los van of je het eens bent met hun beleid (daar gaat het hier niet om!), van welke partij dan ook.
Woorden zijn snel gezegd
Ik benadruk dat er geen politieke voorkeur spreekt uit mijn verbazing. Begrip voor het gebrek aan compassie kon ik niet opbrengen: woorden zijn snel gezegd, nazi en gevangenisbewaarder. Of het vaak gehoorde woord bitch. Vrouwelijke politici moesten daaraan geloven, bijvoorbeeld Sigrid Kaag, die over grof verbaal geweld en pesten op de social media in het Jeugdjournaal in maart 2021 aan kinderen een oproep deed: laat pesten nooit, maar dan ook nooit verhinderen te zijn wie je bent. Iets verderop tref je een voorbeeld aan van pesten op de socials bij jongeren.
En wat te denken van politici als Geert Wilders die permanente bescherming nodig hebben omdat zij met de dood bedreigd worden. Of je het met politici eens bent of niet, dit vind ik schokkend. Net zo schokkend vond ik het bericht op 7 mei 2021 in Nieuwsuur, dat de Vereniging van Universiteiten (VSNU) een plan gaat opstellen om geïntimideerde en bedreigde wetenschappers beter te ondersteunen. Deze wetenschappers hebben tijdens de coronapandemie te maken met online haatcampagnes, doodsbedreigingen en intimidatie aan huis. Je zou kunnen zeggen dat het van grote doorvoelde compassie getuigt dat deze wetenschappers toch doorgaan met onderzoek naar corona …