Niet voor niets is discipline in veel culturen vastgeklonken in rituelen.
Soms word ik er kriegel van. Mensen die me vragen hoe het komt dat ik in crisistijd twee goedlopende bedrijven heb en óók nog twee pubers groot breng én boeken schrijf en die dan zelf al hebben bedacht dat ik wel uitzonderlijk slim moet zijn, een magisch marketingbureau heb of een enorme dosis geluk op mijn levenspad ben tegengekomen. Of mensen die met open mond in mijn C.V. lezen dat ik op m’n 23ste gepromoveerd was naast een baan en op m’n 29ste directeur was van een asielzoekerscentrum en dan constateren dat ik wel heel bijzonder was toen. Jazeker, ik ben gezegend met een heerlijk stel hersenen, kan vier dingen tegelijk doen en heb veel energie. Dat is gewoon domweg mazzel en daar ben ik enorm dankbaar voor. En ook voor de sponsors die ik onderweg in mijn loopbaan ben tegen gekomen; laatst geluncht met mijn eerste baas, Wim Broer, die me echt alle ruimte gaf op m’n 23ste om hele gave dingen te doen bij de politie. Dus zeker, geluk heb je nodig en aan ziekte, tegenslag, verdriet op je pad doe je helemaal niks. Maar… er is een andere kant. Om mijn boek te schrijven sta ik op zondag om 5 uur op om een paar uur te schrijven voor mijn gezin wakker wordt. Deze column schrijf ik ’s avonds laat en ja, ik ben een van die mensen die nog steeds gewoon ten minste drie studieboeken per maand uitleest om bij te blijven. Op mijn koelkast hangen ’to do’-lijsten die ik van mezelf binnen een maand weg moet werken. Als ik moe thuis kom van een lezing sleep ik mezelf aan mijn haren naar het park voor een rondje hardlopen, omdat ik weet dat ik anders instort met een zak chips op de bank. Ik dwing mezelf ten minste een keer per dag te twitteren. Als directeur had ik een aantal vaste, bijna dwangmatige routines op een dag: eerst een rondje lopen langs alle afdelingen en dan pas mijn mailbox openen (moet je eens doen, de helft van de mails kun je weggooien omdat mensen je al even hebben aangesproken, spaart tijd in plaats van dat het tijd kost), een keer per maand een dag meedraaien op de werkvloer en dat voor het hele jaar laten plannen. Discipline geeft me vleugels en ervaar ik als net zo’n grote inspiratiebron als out of the box denken, dromen of mijn meer zachte, luie, spirituele, idealistische kant. In verander- of (team)coachingstrajecten zoek ik samen met leiders en hun team naar flow, creativiteit, eigen wijsheid, de stem van de minderheid, Nieuw Anders Organiseren. Maar ook … naar het ritme, de trommel, de cadans van een team of een leider. Rust, reinheid, regelmaat. Want die vind ik onontbeerlijk. En wat ontbreekt het er vaak aan. Wat ik mooie discipline in organisaties vind: een zelfsturend team in de thuiszorg dat steevast het overleg beging met een rondje: ‘wat was je meest lastige cliëntvraag deze week en wat was je meest praktische oplossing voor een cliënt’. Zo’n team groeit naar elkaar toe en creëert een cultuur waarin uitwisselen van best practices en elkaar helpen bij tegenslag routine is geworden. De kracht zit in de herhaling. Volhouden. Natuurlijk kijkt de eerste keer iedereen elkaar glazig aan. Maar de vierde keer niet meer. Of een leider die niet zo’n beste schrijver is, maar zichzelf toch dwingt om ten minste één beleidsnotitie per jaar zelf te schrijven in plaats van het uit te besteden om feeling te houden met de kernfunctie van zijn beleidsafdeling. Een directeur die er schoon genoeg van heeft dat iedereen te laat komt of halverwege vertrekt op de maandelijkse bureaumeeting en daarom de regel stelt dat je als je te laat komt helemaal niet meer hoeft te komen. En het lef heeft dat drie maanden vol te houden ondanks luide protesten en spot. En dat het dan werkt en iedereen heel blij is omdat er eindelijk eens tijd is voor een mooie brainstormsessie. Niet voor niets is discipline, ritueel en routine in veel culturen vastgeklonken in religieuze rituelen. Bedevaarten. Kloosterlingen met hun vroege-opstatijden en vijf vaste kerkdiensten per dag. Balinezen die elke dag weer een prachtig offertje voor de goden maken. Joden die voor Pesach elk jaar het hele huis zo grondig moeten reinigen dat er letterlijk geen broodkruimel meer te vinden is. Moslims die zich wassen voordat ze gaan bidden. Saai? Beetje. Persoonlijk vind ik feesten, passie, omdenken, dwarsliggen veel leuker. Maar wat ben ik blij met discipline, cadans en ritme. Zonder rust, reinheid, regelmaat zou ik geheel verdwalen in alle leukigheid van werk en leven. Danielle Braun is corporate antropoloog en expert op het gebied van organisatiecultuur en leiderschap. Samen met Jitske Kramer schrijft ze aan het boek ‘De Corporate Tribe’ (werktitel). Meer informatie op haar site.