Met de vakantieperiode in zicht is het tijd voor ontspanning. Ook dat kan prima risicogestuurd.
Neem bijvoorbeeld een expeditie naar de top van de Kilimanjaro, de hoogste berg van Afrika in Tanzania. Wat zijn kort en krachtig de zes risicoprocesstappen voor een dergelijke onderneming?
Stap 1 is de doelbepaling. Kenmerkend voor risicosturing zijn enkele doelen, in plaats van één doel. Naast het bereiken van de top op bijna 6000 m is dat levend terugkeren, zonder onherstelbare fysieke schade. Overigens, met prioritering in omgekeerde volgorde.
Stap 2 is het identificeren van de toprisico’s, letterlijk in dit geval. Dat zijn hoogteziekte en in mijn geval kwakkelende kniebanden, die kunnen gaan opspelen tijdens dagenlang lopen, klimmen en dalen.
Stap 3: hoe classificeer ik die risico’s qua kans en gevolg? Dit is alleen zinvol in kwalitatieve zin. Voor beide risico’s is de kans van optreden aanzienlijk, met als gevolg dat het eerste doel (de top) niet wordt gehaald. In een extreem geval wordt zelfs het tweede doel van levend terugkeren bedreigd. Het overlevingsrisico is overigens nauw gerelateerd aan het eerste risico, de hoogteziekte. Negeren of onderschatting van het eerste risico doet het tweede risico toenemen.
Stap 4 betreft de beheersing van beide toprisico’s. Door het risico van de hoogteziekte te beheersen worden beide doelen in belangrijke mate veilig gesteld. Vandaar de focus op de beheersing van dit risico. Een combinatie van kans- en gevolgreductie biedt mogelijkheden.
Kansreductie van het risico op hoogteziekte betekent de tijd nemen voor acclimatisatie, door een extra dag lopen op 4000 m in te plannen. Andere maatregelen zijn voldoende water drinken (en dus voldoende drinkflessen mee), warme kleding en rustig bewegen. Fitheid door training vooraf is (helaas) geen garantie om geen hoogteziekte te krijgen. Daarvoor is het te persoonsafhankelijk. Rokers schijnen overigens gemiddeld beter bestand te zijn tegen hoogteziekte. Hun longen zijn al gewend aan minder zuurstof. Deze maatregel lukt niet meer op korte termijn én heeft teveel bijwerkingen. Voorbeeld van een beheersmaatregel die meer risico’s veroorzaakt dan reduceert.
Mocht het risico hoogteziekte desondanks in meer dan een milde vorm toeslaan dan zijn er ook mogelijkheden voor gevolgreductie. Bijvoorbeeld het slikken van acetazolamide, ofwel Diamox. Zoals alle medicijnen kan dit middel bijwerkingen veroorzaken, zoals misselijkheid (ben je ook al van de hoogteziekte), slaperigheid en minder kunnen horen of zien. Dé ultieme beheersmaatregel als de hoogteziekte echt serieus wordt is onmiddellijk afdalen. Een weinig aantrekkelijk perspectief, gegeven het eerste doel van de top bereiken.
Voor het kniebandenrisico bestaat de kans-reductie uit de taoïstische wu-wei aanpak, doen door niets doen. Daarom een aantal weken niet getraind en daarna de verrekte banden met wandelen, fietsen en hardlopen stap voor stap weer laten wennen aan belasting. De gevolgreductie bestaat uit twee braces, skistokken, een zalfje en pijnstillers.
Stap 5 betekent het evalueren van de risicobeheersmaatregelen: werken ze? Dit wordt pas helder tijdens de tocht zelf. Monitoring is hiervan een onderdeel. Iedere avond worden hartslag en zuurstofpercentage in het bloed gemeten met een pulsoxymeter. Dit geeft extra indicatie voor hoogteziekte, naast de symptomen die je zelf wel voelt, zoals een knallende koppijn. Tijdens de tocht zijn er geen aanvullende maatregelen voor kans-reductie. Blijken die onvoldoende, dan zit er niets anders op dan de maatregelen voor gevolgreductie activeren.
Stap 6 is de risicorapportage en dat is de voorgaande beschrijving. Hieruit volgt dat de zes risicoprocesstappen, met alle relevante informatie, op ruim één A4-tje kunnen worden aangeven. Dit onder het motto less is more, voor risicogestuurd werken én voor risicogestuurd ontspannen.
Dr. ir. Martin van Staveren MBA (1964) is adviseur / eigenaar van VSRM. Van zijn hand verscheen begin 2015 ‘Risicogestuurd werken in de praktijk’.