Onlangs promoveerde adviseur Elsbeth Reitsma aan de Vrije Universiteit op haar onderzoek naar professioneel handelen in het organisatieadvieswerk.
Ze diepte drie thema’s uit: de gereedschapskist van de adviseur, zijn competenties en de interactie tussen klant en adviseur.
Waarom professioneel handelen als thema?
Een medisch specialist, die jarenlang bestuurder is geweest bij een grote zorgorganisatie, is van functie veranderd. Hij is nu adviseur, zelfstandig gevestigd organisatieadviseur. ‘Wat me zo opvalt’, zegt hij tijdens een gesprekje bij het koffieapparaat, ‘is dat je als adviseur van alles kunt beweren. De klanten nemen het nog serieus ook’.
Een ervaren en professionele adviseur zal niet zo snel zeggen dat ‘je van alles kunt beweren’. Je zult het advies moeten kunnen staven met feiten en bevindingen. Het advies zal onderbouwd moeten zijn met redenaties waarom je juist op dit advies uitkomt en niet op een ander. Ook zal een ervaren adviseur niet voetstoots aannemen dat klanten een advies serieus nemen. Er is werk te verzetten voordat de opdrachtgever en de adviseur een gedeeld beeld over de inhoud en reikwijdte van een advies hebben.
Het is niet zo dat je als adviseur van alles kunt beweren. Adviseurs hebben kennis en vaardigheden nodig om advies uit te kunnen brengen en te bespreken. Er is een dienstverlenende attitude nodig maar geen lippendienst-attitude, want een adviseur is alert op zijn/haar onafhankelijkheid. De adviseur balanceert tussen distantie en betrokkenheid. Een adviseur is in staat om meerdere rollen uit te voeren en weet te bepalen welke rol in welke situatie passend is. Er zijn ethische dilemma’s waar de adviseur voor komt te staan. Om maar een aantal belangrijke thema’s in het organisatieadvieswerk te noemen.
Op dit moment wordt er veel geadviseerd. Niet alleen door de bestuurder op leeftijd die adviseur wordt, of door de net afgestudeerde master die zich aan een gerenommeerd adviesbureau verbindt. De adviesrol is breed doorgedrongen in organisaties: van managers, controllers, IT-specialisten en P&O-ers wordt ook verwacht dat ze kunnen adviseren. Dat is in de dagelijkse praktijk ingewikkeld. Als je als controller een beheersrol in een organisatie hebt en als controleur ten behoeve van de bestuurder wordt gezien, is het dan mogelijk om de rol van adviseur voor een manager aan te nemen? En deze manager te blijven adviseren, als de belangen van de bestuurder op enig moment in het spel zijn? In deze situatie komt de onafhankelijke opstelling als adviseur in het geding. In dit voorbeeld wordt duidelijk dat er condities nodig zijn om een adviesrol te kunnen vervullen.
De aan het begin genoemde man bij het koffieapparaat blijkt bij navraag op zoek te zijn naar een referentiekader voor zijn nieuwe functie. Waaraan kan hij afmeten dat hij goed bezig is? Wat moet hij doen of laten? Wat is professioneel?
Het proefschrift van Elsbeth Reitsma gaat over adviseurs die aan de slag zijn bij hun klanten – het gaat over professioneel handelen in de uitvoering van opdrachten. Het hele proefschrift is te downloaden op M&C.