Om nog iets van het al grotendeels verloren seizoen goed te maken werd in april 2020 het plan geboren om de formule 1-kalender te starten met een dubbele race in Oostenrijk, verspreid over twee opeenvolgende weekends. Zonder publiek. Het tweede weekend zouden de coureurs het circuit dan in omgekeerde richting rijden. In 2019 zou zo’n plan als krankzinnig en alleen al vanwege de korte voorbereidingstijd als totaal onhaalbaar worden afgeserveerd, nu werd het als een serieuze optie onderzocht door betrokken partijen
.
Het is Business Unusual in optima forma.
Het voorbeeld staat symbool voor hoe we ten tijde van Business Unusual openstaan voor onorthodoxe plannen en hoe betrokken partijen bereid zijn om in recordtempo daaraan mee te werken. Dat speelt in vrijwel alle sectoren. Binnen zowel bedrijfsleven als overheid is er enthousiasme om te experimenteren en de handen vuil te maken om het schijnbaar onmogelijke toch mogelijk te maken.
Hoog tempo van verandering
Het tempo van verandering ligt ook hoog als het gaat om hoe bedrijven hun businessmodel aanpassen ten tijde van crisis. In het tijdperk voor Covid-19 begon veel managementliteratuur al met de vaststelling dat het tempo van verandering extreem hoog lag. Terugkijkend lijkt die periode nu eerder een oase van rust en stabiliteit. Ondernemers die destijds bezig waren met een digitale transformatie en meenden daar een paar jaar over te kunnen doen, moeten die nu in een paar weken of maanden van de grond krijgen. Een mooi voorbeeld was dat Deutsche Bank in één dag liefst 2,5 miljoen online aanmeldingen in de thuismarkt kreeg.
De Duitsers, traditioneel nog steeds gewend aan cash geld en aan zakendoen bij hun lokale bankkantoor, omarmden en masse de digitale service. ‘Logge dinosaurussen kunnen opeens snel schakelen als het pijn doet’, zo schreef Het Financieele Dagblad over de financiële sector. Dergelijk ‘darwinisme in een snelkookpan’ is overal zichtbaar. Het gaat gepaard met experimenten en daarmee ook onvermijdelijk met
vallen en opstaan. Fouten maken is niet erg, want veel klanten (en andere stakeholders) zijn in deze tijd ook vergevingsgezind als het niet in één keer
foutloos gaat. En ze verwachten dat een onderneming de experimenten aangaat. Daarom is experimenteren minder risicovol dan normaal en daarom kan de crisis ook uitstekend dienen als breekijzer voor snelle verandering.
Leren van experimenten
De belangrijkste voorwaarde om de vruchten te plukken van de experimenteerdrift is een goed ontwikkeld vermogen om voortdurend te leren van deze experimenten. Het mooie is dat we dat in de wereld van de softwareontwikkeling al prima kunnen. Agile werkvormen laten daar zien dat het prima mogelijk is om voortdurende veranderingen door te voeren en toch een stabiele omgeving te waarborgen. Ook het gebruik van een zogeheten Sandbox-methodiek – waarbij programma’s eerst in een virtuele afgesloten ruimte (de ‘zandbak’) op een systeem worden geplaatst – draagt bij aan de benodigde snelheid.
Dergelijke concepten zijn een wereld van verschil met de traditionele watervalaanpak waar vaak maanden aan een nieuw stuk software wordt gewerkt dat vervolgens eerst uitgebreid wordt getest voordat het in gebruik wordt genomen. Deze snelle manier van werken – sterk gericht op voortdurend lerenen bijsturen – heeft echter wel één essentiële voorwaarde: dat er geen verkokering bestaat, maar dat specialisten vanuit verschillende disciplines naadloos samenwerken.
Door: Klaas Wagenaar
Bron: Business Unusual