We kunnen leren van mierenkolonies, van de wijze waarop zij samenwerken en zich aanpassen als systeem. Weet u dat 1% van de mieren vaak voedsel vindt op plekken die de andere 99% over het hoofd ziet?
Door de toenemende technologische ontwikkelingen en de omvang van de wereldbevolking, is de mens een natuurkracht op zich geworden. Dat vraagt om een andere houding. Hoe kunnen wij als mens en als mensheid onze werkelijke potentie waarmaken en werkelijk onze verantwoordelijkheid nemen? Dit artikel van Richard Kok in Sigma geeft een doorkijk in onze maatschappij om haar met andere ogen te zien en om stappen te zetten naar een duurzame samenleving. De oom van Spiderman zei het al: ‘Remember, with great power comes great responsibility’.
Hoogadaptieve systemen
Hoogadaptieve systemen, zoals de natuur en de maatschappij, doorlopen een adaptieve cyclus. Een dergelijke cyclus omspant twee uitersten: verandering en diversiteit aan de ene kant, en groei en stabiliteit aan de andere kant. De cyclus is zowel op vernieuwing als op behoud gericht. Hoogadaptieve, complexe systemen hebben een drietal karaktereigenschappen gemeen: ten eerste is het vermogen om problemen op te lossen en keuzen te maken niet op een enkele plek gelokaliseerd of in een enkel element, maar verspreid over alle elementen van het systeem. Deze elementen zijn in een los netwerk met elkaar verbonden. Dit zorgt ervoor dat informatie uitgewisseld kan worden over wat werkt en wat niet. Ten tweede zijn de afzonderlijke elementen van het systeem buitengewoon divers. Tot slot zijn de systemen voldoende geordend om van hun successen en mislukkingen te leren, en voldoende instabiel om onverwachte innovaties voort te brengen.
Breed inzetbare probleemoplssingstrategie
Systemen die over deze drie eigenschappen beschikken, hebben een probleemoplossingsstrategie die breed inzetbaar is. Hierdoor wordt voortdurend tot experimenteren aangezet en past het systeem zich continu aan aan de veranderende omgeving, en verandert deze de omgeving ook. Als je op deze manier in het leven staat als mens en als organisatie, kun je een antwoord (response) geven op uitdagingen en draag je daarmee verantwoordelijkheid (responsibility).
Mier en hoop
De wijze waarop mieren leven en zich organiseren in kolonies is erg interessant en leerzaam. We kunnen onszelf en onze maatschappij er aan spiegelen. Mieren zijn sociale insecten die in groepen leven van verschillende omvang, variërend van enkele mieren tot miljoenen exemplaren. Mieren zijn een van de succesvolste diergroepen, ze komen praktisch overal ter wereld voor. Waar mieren voorkomen, zijn ze de dominante levensvorm op de bodem. Een kolonie bestaat uit één (of enkele) koningin(nen), werksters en soms jonge mannetjes en maagdelijke koninginnen. De grootste groep wordt gevormd door de werksters. Zij verdelen onderling de werktaken. Een kolonie mieren kan behalve als een verzameling individuen ook worden beschouwd als een ‘superorganisme’ dat een aantal gedragingen vertoont die niet kunnen worden voorspeld door naar de gedragingen van de individuele mieren te kijken. Het lijkt dan haast alsof ze op een intelligente manier worden ‘aangestuurd’. Of er is sprake van een soort hoger bewustzijn van de kolonie, die niet verklaard kan worden uit het bewustzijn van de losse mieren zelf. Naast deze intelligentie is nog een ander interessant feit van belang: de manier waarop de verkenners te werk gaan. Verkenners zijn oude werksters die voedsel zoeken voor het nest (en naar verwachting niet lang meer te leven hebben). Deze groep verkenners kan weer in twee subgroepen onderverdeeld worden: 99% volgt een ‘standaard’ route en blijft min of meer bij elkaar, de overige 1% gaat zelfstandig op onderzoek uit. Deze 1% van de mieren vindt vaak voedsel op plekken die de andere 99% over het hoofd ziet. In die zin is de 1% van de mieren van wezenlijk belang voor het voortbestaan van de kolonie.