Een ondernemingsraad (or) is een inspraak- en medezeggenschapsorgaan binnen een bedrijf. Een or bestaat uit werknemers die namens het personeel overleg voeren met de werkgever over het ondernemingsbeleid en de personeelsbelangen. Een artikel: medezeggenschap in vogelvlucht.
De ‘counterpart’ van de or is niet de raad van bestuur, maar de ‘bestuurder’; ‘hij die alleen dan wel tezamen met anderen de hoogste zeggenschap uitoefent bij de leiding van de arbeid’ in de onderneming, die in de definitie in de Wet op de ondernemingsraden wordt gezien als ‘elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht’. Uit de rechtspraak kan worden afgeleid dat een organisatorisch verband een onderneming kan zijn, ook al maakt het in juridisch en economisch opzicht deel uit van een meer omvattende organisatie.
OR vanaf 50 werknemers verplicht
Elk bedrijf in Nederland met vijftig of meer werknemers (dus geen fte‘s) is verplicht een eigen ondernemingsraad te hebben. De omvang en samenstelling hiervan kan per bedrijf verschillen. In de Wet op de ondernemingsraden (WOR) zijn de rechten en plichten van de or vastgelegd. Een bedrijf kan meer dan één ondernemingsraad hebben. Zo staat GOR voor ‘Groepsondernemingsraad’ (een or voor een groep bedrijven binnen één concern) en COR voor ‘Centrale Ondernemingsraad‘ (een overkoepelende or voor alle bedrijven binnen één concern). Daarnaast kan er in een bedrijf sprake zijn van een of meer Onderdeelcommissies; een Onderdeelcommissie is een subor met beperktere bevoegdheden.
Een concern zal in het algemeen verschillende or’s hebben: een COR, soms ook een of meer GOR’s en diverse or’s. Daarnaast is er de EOR, de Europese ondernemingsraad. Die kan aanwezig zijn binnen een concern wanneer het concern vestigingen heeft in verschillende landen binnen de Europese Unie. De term ondernemingsraad/or wordt voor al deze medezeggenschapsorganen gebruikt.
Een bedrijf met minder dan vijftig werknemers kan op grond van de van toepassing zijnde cao toch verplicht zijn een ondernemingsraad in te stellen. Ook kan een kleiner bedrijf vrijwillig besluiten een ondernemingsraad in te stellen. Wanneer de onderneming meer dan tien werknemers, maar minder dan vijftig werknemers heeft en er geen ondernemingsraad is, moet er, indien de meerderheid van het personeel dit wil, een personeelsvertegenwoordiging ingesteld worden, die ook een aantal – minder ver strekkende – bevoegdheden heeft.
Rechten van de ondernemingsraad
De ondernemingsraad heeft bij bepaalde typen van beleid, voornamelijk wanneer deze direct de werknemers en hun rechten betreffen, het recht een rol te spelen in de besluitvorming. Dit recht komt met name tot uitdrukking in de volgende vier rechten, naast het recht op informatie en het recht een adviseur in te schakelen:
- overlegrecht;
- instemmingsrecht;
- adviesrecht;
- initiatiefrecht.
Deze vier rechten worden in de volgende tabel uitgewerkt:
Ontslagbescherming
Leden van een or hebben tijdens één tot twee jaar na beëindiging van hun or-lidmaatschap een zekere mate van ontslagbescherming. Gedurende het or-lidmaatschap mag de werkgever de arbeidsovereenkomst met het or-lid niet opzeggen, tenzij er sprake is van reorganisatie. Datzelfde geldt voor de ambtelijk secretaris van de or (die niet zelf lid van de or is). Wanneer een werkgever de arbeidsovereenkomst wil gaan opzeggen met een werknemer die op de kandidatenlijst voor de or staat, of met een werknemer die korter dan twee jaar geleden lid van de or is geworden, heeft hij daarvoor toestemming van de kantonrechter nodig. De ontslagbescherming geldt niet bij ontslag tijdens proeftijd of wegens dringende reden.
Ook interessant: Podcast over modern medezeggenschap
Als doelen van medezeggenschap worden wel onderscheiden: de democratisering van de bedrijfsorganisatie door het daarbinnen vormen van een tegenmacht voor de bestuurder, en de bevordering van werknemersparticipatie, met de verwachting dat de inbreng van werknemers leidt tot betere besluitvorming, zowel inhoudelijk als qua draagvlak.
Uitgangspunten van medezeggenschap
De Commissie Bevordering Medezeggenschap van de SER heeft elf uitgangspunten geformuleerd die zijn gebaseerd op de ervaringen van leden van ondernemingsraden, werkgevers en medezeggenschapsexperts:
- diversiteit en representativiteit;
- democratisch mandaat;
- betrokkenheid van de medewerkers;
- passende structuur;
- gelijkwaardigheid;
- gemeenschappelijke visie;
- bewustzijn rol en taak;
- kennis en kunde;
- elkaar beïnvloeden via dialoog;
- draagvlak en cocreatie;
- intrinsieke waarde.
De onderliggende gedachte is dat goede medezeggenschap kwaliteit heeft, effectief is en op de belangen toeziet van iedereen werkzaam in de arbeidsorganisatie. Het medezeggenschapsorgaan (doorgaans de or) is daarbij representatief samengesteld. Verder zijn, naast primair de bestuurder en het medezeggenschapsorgaan, ook de achterban en de interne toezichthouder betrokken, zoals de raad van commissarissen of raad van toezicht.
Het formele instituut ondernemingsraad is als personeelsvertegenwoordigend orgaan een vorm van indirecte participatie, dat bestaat naast directe participatie (individuele invloed op de uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden), waarover verderop meer.
Andere vormen van medezeggenschap
Andere vormen van formele vertegenwoordigende medezeggenschap zijn:
- de cliëntenraad, maar ook sinds kort (met bij veel organisaties ‘opstartproblemen’ en nog benodigde ‘uitkristallisering’):
- de verzekerdenraad;
- de huurdersraad (vanuit informele bewonersraad);
- … en als combinatieorgaan dat zowel werknemers als cliënten vertegenwoordigt: de Medezeggenschapsraad of MR, met een ouder (en/of leerling)-geleding en een personeelsgeleding;
- de Universiteitsraad of UR, met studenten- en personeelsgeleding, hoewel deze ook als apart orgaan naast de ondernemingsraad kan bestaan.
- Daarnaast zijn er met name in de zorgsector ook ‘organen’ zonder een wettelijke basis: de Verpleegkundige Advies Raad of VAR, het medische stafconvent et cetera.
Een andere alternatieve vorm van werknemersinspraak op het beleid van de vennootschap en onderneming is financiële participatie van werknemers in het bedrijfskapitaal. Dat kan met werknemersaandelen, opties, een winstdelingsregeling en converteerbare personeelsobligaties.
Hoofdkenmerk van formele participatie
Hoofdkenmerk van de formele vormen van participatie is dat de organen vaak een wettelijke ‘dubbeltaak’ hebben, die vaak ook wel gevoeld wordt als een ‘ingebakken spagaat’: enerzijds dient het orgaan zich bij de uitoefening van zijn bevoegdheden te richten naar het belang van de onderneming, anderzijds mag het accent bij de bevoegdheidsuitoefening gelegd worden op het deelbelang dat wordt vertegenwoordigd, waarin deze organen verschillen van de raad van commissarissen.
Medezeggenschap vindt vaak plaats in verschillende ‘gelaagdheden’: centrale, onderdeel- en locatie-raden; het is niet verplicht daarmee te werken, maar volgens een ‘open norm’ wordt juridisch getoetst aan wat ‘bevorderlijk is voor een goede toepassing van de medezeggenschap in de betrokken onderneming’.
Verzwaard adviesrecht
Organen kennen informatie-, advies- en instemmingsbevoegheden (soms ook wel genoemd: verzwaard adviesrecht). Hoe dichter een onderwerp beschouwd wordt tegen de ondernemingsvrijheid aan te liggen, hoe eerder sprake is van een advies- in plaats van instemmingsgerechtigheid, met vaak een verplichte tussenstop bij een bemiddelings- en uitspraakorgaan voorafgaand aan rechterlijke toetsing.
Naast de indirecte vormen van medezeggenschap door formele, vertegenwoordigende organen onderscheiden we de directe, rechtstreekse medezeggenschap van klanten of werknemers, die in de volgende paragraaf wordt besproken.
Bron: Handboek Corporate Governance
Door: Arthur Hol
Arthur Hol is jurist (advocaat) en arbeids- en organisatiepsycholoog.