Beste Jaap, Op dit moment vindt het Sioo Internationaal Systeemfestival plaats. Prachtige sprekers met mooie en intrigerende inzichten. Een van de gasten was Margaret Wheatley. Zij deelde haar visie op systemen. Volgens haar is er voor de grote systemen als klimaat of economie geen hoop meer. Die systemen gaan stuk, gaan eraan. Er zijn voor die systemen geen oplossingen meer.
Sommigen voelden zich hun eigen gevoel over de wereld erkend en vonden haar verhaal prachtig. Anderen vonden haar verschrikkelijk of zelfs plat. Heel interessant, want wat gebeurde daar in die zaal, in reactie op haar verhaal? Ik ken haar werk vrij goed. Ik heb bewondering voor hoe consequent zij is in het toepassen van de theorie van complex-deterministische systemen op organisaties. Als je die theorie als bril gebruikt, dan is er geen maakbaarheid en kun je niet sturen of resultaten garanderen. Maar lastiger misschien nog: deze theorie stelt dat elk systeem padafhankelijkheid kent, dat er geen pad terug is en dat elk systeem uiteindelijk vervalt. Niet voor iedereen is zo’n stellingname makkelijk te accepteren. Geloven in vooruitgang en verbetering is toch prettiger.Moeilijke boodschap
Dat geldt ook Wheatley zelf. In haar loopbaan zie je meerdere momenten waarop zij zichzelf streng toespreekt, omdat ze toch stiekem hoopt dat ze ‘master of the universe’ kan zijn, toch hoopt dat er verbetering mogelijk is en dat ze pijn en frustratie kan helpen verminderen. Elke keer realiseert ze zich weer dat dat met deze theorie niet kan. Het zijn ook de momenten waarop ze haar publiek daar streng op aanspreekt. Elke keer weer laat ze zien hoe moeilijk het is om die boodschap te horen en besluit ze om hem te blijven brengen, tegen alle krachten in. Dat deed ze vorige week ook. Maar het ingewikkelde was dat haar verhaal inmiddels een soort van epische verdichting kent. Ze kan (en wil) niet meer terug naar de verkenningen erachter, naar de theorieën die ze steeds weer als basis voor haar blik gebruikt. En dat is ingewikkeld, want je krijgt dan eindconclusies geserveerd. Als die resoneren met wat je wilt horen, dan is dat fijn. En anders heb je het moeilijk, want je kunt haar verhaal niet bevragen of onderzoeken.Herkenning
Op een heel andere manier herken ik dat ook wel van de verhalen die ik vertel. Als ze al een tijdje meegaan, wordt het verhaal steeds robuuster, minder verkennend. Ik betrap mezelf erop dat details of achtergrondinformatie verdwijnen; dat ik sommige dingen niet meer uitleg en dat het me ook niet meer goed lukt om dat erin te brengen. Lang geleden las ik het boek Ik ben een vreemde lus van Douglas Hofstadter. Geen makkelijk boek. Heb eigenlijk ook geen idee of ik het wel helemaal goed begrepen heb. Maar hij beschrijft hoe systemen op een gegeven moment naar zichzelf gaan verwijzen en hoe het onmogelijk is om naar de details van het systeemniveau eronder terug te gaan. Het is gesloten geraakt, ontoegankelijk geworden.
Zoiets is er ook aan de hand met dat verhaal van Wheatley. Als je veel van haar gelezen hebt, dan ken je wel de details van het verhaal eronder. Maar als je dat niet weet, dan is het een dwingend, normerend verhaal. Als dat past bij hoe jij kijkt, word je blij. Anders kan ik me heel goed voorstellen dat het je boos maakt.
Maar episch verdichte verhalen zijn misschien ook wel gesloten geraakt voor eigen reflectie. Ik denk dat Wheatley ook nu in de valkuil van de hoop is getrapt. Immers, als alle grote systemen waarin we nu zoveel problemen hebben, eraan gaan, dan is er hoop. Het gaat vanzelf stuk. Daar hoeven we niks meer voor te doen. Is dat hoopvol of niet? Ik denk alleen niet dat zij het met me eens zal zijn, die ruimte laat haar verhaal niet toe.
Groet, Leike
Leike van Oss en Jaap van ’t Hek schreven samen veel boeken over verandermanagement en veranderkunde. Daarnaast schrijven ze elkaar brieven. Meer vind je op hun boekenwebsite >>>