Wat weten we van management als activiteit, professie en (wetenschappelijk) onderzoeksobject? Wat is management precies?
Management: De zoektocht
Die zoektocht houdt vele managementauteurs, wetenschappers en managers nu al ruim honderd jaar bezig. Dankzij wetenschap en vele publicaties hebben we op die zoektocht vooruitgang geboekt en business schools, adviesbureaus, sprekers en auteurs varen daar wel bij. En managers ook, want management als sociale activiteit en innovatie heeft ons veel welvaart gebracht. Denk alleen maar aan de enorme productiviteitsstijging in de landbouw en vooral in de industrie in de 20ste eeuw. Kortom, management is serious business!
Tegelijkertijd zien, voelen én ondergaan we bijna dagelijks dat onze kennis over wat management nu daadwerkelijk is nog steeds schromelijk tekortschiet. Er gaat veel fout bij het aansturen van en richting geven aan organisaties en mensen en dezelfde fouten lijken daarbij steeds terug te komen. Een mens kan leren, de mensheid heeft hier duidelijk meer moeite mee. Tegelijkertijd willen we het liefst keer op keer iets nieuws ontdekken. We lijden aan de zogenaamde recency bias, de neiging om steeds het allernieuwste inzicht te volgen om het slimste jongetje of meisje van de klas uit te hangen met the model of the day. Maar veel van al die prachtige modellen en theorieën die dé oplossing leken te bieden voor al onze problemen, zijn illusies gebleken. We volgden de waan van de dag en vergaten de lessen uit het verleden. We hebben ons laten verleiden tot monkey business: een Amerikaans straattaalbegrip dat zoveel betekent als tijd verspillen aan een idioot, onhaalbaar project of een activiteit die beschouwd kan worden als gek, dom of tijdverkwistend.
Manager: van voetstuk naar verdomhoekje
Topmanagers stonden desondanks niet eens zo lang geleden nog op een voetstuk. Zij hielden zich bezig met een haast mythische activiteit op hoog intellectueel niveau, het waren visionairs. Diezelfde managers bleken echter minder onkreukbaar dan werd gedacht en incidenten als mismanagement, fraudes, malversaties en de financiële crisis van 2008 deden de rest. In enkele jaren verviel de manager van held op een voetstuk tot graaier in het verdomhoekje.
Voetstuk noch verdomhoekje is naar mijn stellige overtuiging de plek waar managers thuishoren. Waar dan wel? In ieder geval te midden van de mensen met wie hij successen behaalt of met wie hij faalt. De relatie tussen manager en medewerkers, tussen leider en volger, dient centraal te staan als wij het over management hebben.
Geboren manager?
Nergens is vastgelegd wat een manager moet weten of kunnen. Er is geen erkend instituut dat bepaalt wie wel en wie geen manager kan zijn, het is geen beschermd beroep of titel. Er zijn diploma’s te behalen, zoals een MBA, maar dat is nog lang geen garantie op een succesvolle managementcarrière. Ook zonder diploma’s kunnen managers zeer succesvol zijn, er bestaan blijkbaar geboren managers!
Zodoende is een manager niet te vergelijken met professionals als advocaten, tandartsen, politieagenten of verpleegkundigen. Managers hebben geen ethische code, geen beroepseed, er zijn geen voorschriften en er is geen tuchtraad die je de kwalificatie ‘manager’ kan ontnemen. Als management geen professie is, wat is het dan wel?
Definities van management
Daar denken we dus al meer dan honderd jaar over na. In definities van management en managers komen vaak begrippen voor als het ontwikkelen van de visie en strategie, het aansturen van processen, het richting geven aan de organisatie, het veranderen en innoveren van de business en het nemen van besluiten en motiveren van mensen. De simpelste definities van management zijn al tientallen jaren oud, maar raken wellicht beter de kern, zoals: een manager zorgt ervoor dat hij dingen gedaan krijgt of ‘het maakt niet uit hoe je het voor elkaar krijgt, als het maar volgende week dinsdag klaar is’. Ik geef toe, dat klinkt niet erg wetenschappelijk verantwoord. De vraag is echter of dat op managementgebied wel nodig is.
Want levert al dat denken, onderzoeken en schrijven over management de gemiddelde manager wel iets op? Ontstaat niet precies het tegenovergestelde, namelijk dat hoe meer wetenschappers en auteurs zich met management bemoeien, hoe minder goed organisaties functioneren? Peter F. Drucker, waarschijnlijk de grootste managementdenker uit de vorige eeuw, stelde: ‘Het meeste van wat wij management noemen, bestaat uit het mensen moeilijk maken hun werk goed uit te voeren.’ Een weinig optimistische, maar tijdloze uitspraak. Management is voor velen synoniem geworden voor oeverloos vergaderen, ontembare regelzucht, ongebreidelde hoeveelheden prestatie-indicatoren en vooral veel controledwang en gezeur. Dat kan niet de bedoeling zijn. Sterker nog: dat Ãs niet de bedoeling van management.
Wat is management? De vragen
Wat is management eigenlijk? Waar komt het begrip vandaan en hoe keken onze voorouders naar managers en management? Waar liggen de historische roots? Is ‘manager’ een talent, een activiteit, een vak of een beroep? Welke kennis en vaardigheden behoren
tot de gereedschapskist van iedere manager en zijn deze aan te leren?
‘Salesman talkin’ to me – tryin’ to run me up a creek.
Check Berry
Says you can buy it, go on try it – you can pay me next week, ahh no!
Too much monkey business. Too much monkey business.
Too much monkey business for me to be involved in!’
Een toepasselijke songtekst voor een managementboek met slingeraapjes op de cover: De Managementmonologen. Het is de songtekst van Chuck Berry’s hit Too Much Monkey Business en gecoverd door onder meer The Beatles, The Kinks en Elvis Presley. Als Elvis-fan zong ik het nummer vaak in mijn jeugd. Zonder precies te weten wat het betekende, kon ik mij er wel iets bij voorstellen. Monkey business, het eerste beeld dat opkomt, is dat van een apenrots. De apenkolonie heeft het er soms gezellig, ze vlooien en knuffelen elkaar, spelen en halen apenstreken uit. Er heerst een strikte hiërarchie, maar tegelijkertijd vliegen ze elkaar ook regelmatig flink in de haren. In een dierentuin lopen we niet voor niets het liefst direct door naar die apenrots. In Artis zie je daar makaken, een apengeslacht met een genetische structuur die zeer dicht tegen die van de mens aan ligt, met menselijke trekjes in hun gedrag: ‘Kijk eens, dat lijkt jouw baas wel!’
Niet geheel toevallig worden de hoofdkantoren van sommige grote organisaties ‘De apenrots’ genoemd, zoals bij de Gasunie (Groningen), het ministerie van Buitenlandse Zaken (Den Haag), ING (Amsterdam) en Centraal Beheer (Apeldoorn). Dat zal toch niet alleen zo zijn omdat de gebouwen er van buiten zo uitzien. Binnen de muren is het gedrag van de managers waarschijnlijk vergelijkbaar met de dagelijkse machtsstrijd op de apenrots. Niet voor niets bereikten publicaties over het gedrag van (mens)apen van de Nederlandse bioloog Frans de Waal zelfs het nachtkastje van menig Amerikaans politicus. Zelfs daar herkent men veel van de strijd om de macht onder apen in het eigen gedrag. Dit valt in het huidige tijdsgewricht beter te begrijpen dan ooit!
Het blijft niet bij de apenrots
Het blijft niet bij de apenrots. Inmiddels is de managementwereld verworden tot een jungle aan meningen, onderzoeken, methoden en technieken. Alleen al in de Verenigde Staten verschijnen jaarlijks zo veel managementboeken dat managers dagelijks uit minimaal zeven nieuwe methoden en modellen kunnen kiezen om effectiever te zijn. Hoe vinden we een uitweg uit die welhaast ondoordringbare jungle aan managementinformatie, aan al die tips en tricks, do’s en don’ts, stappenplannen, theorieën en methoden? Hoe komen we echt verder in het managementoerwoud?
Daartoe gaan we terug naar het prille begin van management als onderzoeksobject. Mensen functioneren wellicht al veel langer als manager dan ze zelf denken, alleen werden hun activiteiten nog niet zo genoemd en waren ze zich er ook niet van bewust. Ze waren voorman, hoofd of fabrieksdirecteur. Van management had nog niemand gehoord. Daar kwam verandering in aan het begin van de 20ste eeuw. Toen verschenen de eerste publicaties die management als wetenschappelijk onderwerp op de kaart zetten: Principles of Scientific Management van Frederick Taylor (1911) en de Human relations management- beweging van Elton Mayo (1933) zijn hiervan twee vroege hoogtepunten. Wat hebben we overgehouden aan meer dan een eeuw wetenschappelijk denken over management?
Naar de oorsprong van management
Om die vraag te kunnen beantwoorden, moeten we terug naar de oorsprong van management. Het begrip stamt af van het Latijnse manu agare hetgeen zoveel betekent als ‘aan de hand leiden’, een verwijzing naar het besturen van een span paarden. Ook een begrip als manege (via het Italiaanse maneggiare, mennen) richt zich op de menner die zijn (ren)paarden in bedwang houdt en naar succes stuurt.
Een prachtige metafoor want het rijtuig, lees de organisatie, moet vooruit. En liefst zo snel mogelijk. De manager ment en spoort zijn paarden aan. De ene menner hanteert de zweep, de ander geeft zijn paard de sporen, een derde geeft extra haver bij succes en de vierde schrobt het dier elke dag van onder tot boven en beschouwt het als zijn beste vriend. Carrot or stick, zoals de Angelsaksen plegen te zeggen: paarden (én medewerkers) moet je belonen of straf geven. Dat zorgt ervoor dat ze vooruitgaan en doen wat JIJ wilt. Voor de meeste mensen is het werkzame leven en de carrière een ratrace, voor managers eerder een paardenrace.
Hoe behaalt de manager succes?
Wat doet de manager dan concreet om succes te behalen? De definitie in Van Dale kan ons hierbij helpen. Management staat daar omschreven als ‘het besturen van een (grote) organisatie, met name van een onderneming’. Een manager is een ‘leidinggevende belast met een bepaalde taak in een organisatie of onderneming’. Fijn dat wij dit nu weten, maar het zegt nog weinig over wat een manager daadwerkelijk doet. De eerder opgevoerde Peter Drucker stelde over management als activiteit ooit:
‘Van buitenaf kan zakendoen eruitzien als een schijnbaar zinloos kansspel waarin iedere aap zou kunnen winnen zolang hij maar meedogenloos is. Maar dat is natuurlijk hoe iedere menselijke activiteit er voor een buitenstaander uitziet, tenzij die activiteit aantoonbaar doelbewust, georganiseerd en systematisch blijkt te zijn. Kortom, tenzij deze gepresenteerd kan worden als de veralgemeniseerde kennis van een discipline.’
Management als discipline
Een manager is volgens Drucker zodoende doelbewust, georganiseerd en systematisch actief om van een organisatie een succes te maken. Succesvolle managers doorzien de complexiteit van hun werk en kunnen dit omvormen naar prestaties. Management is een discipline waarbij kennis wordt toegepast die elders bewezen heeft succes te brengen.
Dankzij management hebben we geleerd sneller, goedkoper en met betere kwaliteit te werken, te produceren en te verkopen. We luisteren beter naar klanten en hebben innovatie en verandering leren omarmen. Mede dankzij managementmethoden hebben organisaties als werkvorm een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Grote groepen mensen hebben geleerd samen te werken om zo snel, zo goed en zo winstgevend mogelijk producten en diensten te verkopen.
Bron: De Managementmonologen
Door: Gyuri Vergouw