Een van de vreemdste uitdrukkingen is: ‘Ik ben zo gedesillusioneerd.” Wij zijn geneigd deze uitspraak te doen naar aanleiding van een teleurstellende situatie. Toch lijkt er reden voor feest als je de werkelijke betekenis van de woorden tot je laat doordringen. Iemand is kennelijk verlost van een illusie, een waanbeeld. De liefde van je leven bleek niet de ander te zijn, de gedroomde carrièrestap bleek niet realistisch, de vriendschap waarop jij je vertrouwen gebaseerd had, bleek niet solide. In mystieke tradities die gericht zijn op waarheid wordt de desillusie gevierd in plaats van verafschuwd: het is een teken van echte groei als er weer een sluier van illusie verdwenen is.
Ik heb jarenlang een strenge spirituele leermeester gehad. Aan het eind van ieder jaar vroeg ze mij tien stellige overtuigingen op te schrijven en in een aan mezelf geadresseerde envelop te stoppen. Aan het eind van ieder jaar kreeg ik de overtuigingen van het jaar daarvoor opgestuurd met een kaartje erin, waarop stond: “Als al je overtuigingen nog overeind staan, dan ben je maar weinig gegroeid het afgelopen jaar.” Iedereen die groeit maakt een fundamentele verschuiving mee in de eigen overtuigingen en moet dus afscheid nemen van oude systemen die hun waarde hebben verloren. Dat afscheid nemen van het oude heet in sjamanistische tradities sterven terwijl je leeft. Het betekent dat delen van je oude imago of ego loslaten en verdwijnen zodat er ruimte komt voor nieuwe groei.
De leider en stervensprocessen
Als leider is het onvermijdelijk dat je te maken krijgt met stervensprocessen. Oude marktbenaderingen verdwijnen, organisatieonderdelen worden overbodig en soms wordt zelfs een hele managementlaag weggesaneerd, inclusief je eigen functie. Het kunnen managen heeft te maken met het kanaliseren van de levensstroom in een organisatie, maar ook met het begeleiden van stervensprocessen. Een bekwame leider is een ontspannen stervensbegeleider. Dergelijke leiders begrijpen instinctief het verschil tussen dood en sterven.
De dood is onvermijdelijk. Als eenmaal besloten is dat bijvoorbeeld een bepaalde divisie afgestoten moet worden, dan is het slechts een kwestie van tijd dat het proces zich voltrekt. De dood is de plek voorbij het drama, wanneer alles volbracht is. De gebouwen zijn gesloten, de medewerkers herplaatst of ontslagen en de klanten zijn verdwenen. Het is er leeg, er is geen drama meer. Met de dood is in feite niets aan de hand. Het sterven is meestal het probleem. Ieder systeem verzet zich namelijk tegen de dood. Het wil namelijk iets zijn en de dood is niets.
Maak het lijden kort
Leiders die stervensprocessen begrijpen, maken het lijden van anderen kort. Ze zorgen dat beslissingen helder en kordaat zijn en geen ruimte laten voor nieuwe illusies waaraan men zich kan vastklampen. Ze zijn niet halfslachtig maar zijn bereid om het systeem dat moet sterven ook echt dood te maken.
Dat klinkt hard. Maar het is een veel menselijkere route dan de route waarbij de leider de eigen reputatie spaart en met halfzachte maatregelen komt die het sterven verlengen en de illusies in stand houden. In mijn tijd als consultant heb ik hele afdelingen van professionals meegemaakt die na een halfslachtige reorganisatie met een ‘lief’ management in een nieuwgecreëerde functie terecht waren gekomen met behoud van salaris. Deze mensen waren zonder uitzondering allemaal zwaar verzuurd en gefrustreerd, omdat hun rol totaal geen toegevoegde waarde had. Zij waren de dupe van leiders die bang waren voor de dood en daardoor het stervensproces onnodig hadden verlengd. De manager kan van de sjamaan leren om systemen die ten dode opgeschreven zijn snel en daarmee menselijk te laten sterven. Dat is misschien niet lief, maar wel liefdevol.
Beluister de podcast: De sjamaan en de manager met Sven Goedbloed
Bron: De sjamaan en de manager
Door: Sven Goedbloed