Vanuit juridisch perspectief kan een bedrijfsoverdracht – en daarmee ook een duediligenceonderzoek – door koper voorbereid worden door (de aanwezigheid van) alle juridische stukken te checken op volledigheid, juistheid en op up-to-date zijn.
Hierbij kunt u onder meer denken aan het in beeld brengen van de volgende zaken:
- Het beschikbaar en up-to-date zijn van het aandeelhoudersregister van de vennootschap. Vaak is dit bij oprichting door de notaris opgemaakt en daarna nooit meer bijgewerkt of ‘uit het oog verloren’.
- Zijn alle contracten met leveranciers aanwezig en in orde?
- Zijn alle contracten met afnemers aanwezig en in orde?
- Zijn alle arbeidsovereenkomsten aanwezig en in orde?
- Lopen er (juridische) disputen of claims of zijn deze latent aanwezig, waaronder:
– zijn er lopende rechtszaken en/of te verwachten juridische procedures?
– zijn er belastingdisputen of belastingclaims?
– zijn er productaansprakelijkheidskwesties? - Zijn er ‘schone grond’-verklaringen of is er sprake van mogelijke milieuverontreiniging?
- Worden reclamaties tijdig en correct afgehandeld, is er een klachtenregistratie en een registratie van de afhandeling?
Fiscale voorbereiding
Fiscaal gezien is optimalisatie van de juridische structuur, en de daarmee samenhangende fiscale positie van de verkoper(s), zeer belangrijk en dat geldt natuurlijk ook voor de koper.
Als er onverhoopt nog ondernomen zou worden in een onderneming zonder rechtspersoonlijkheid (eenmanszaak, maatschap of vennootschap onder firma (v.o.f.) of commanditaire vennootschap (c.v.)), kan overwogen worden om deze ruim voor de verkoop ‘geruisloos’ of ‘ruisend’ (zonder of met direct fiscaal afrekenen) in te brengen in een vennootschapsstructuur. Dat zou idealiter in een te behouden holding en een over te dragen werkmaatschappij zijn. Deze manieren van inbreng hebben verschillende voor- en nadelen.
Het belangrijkst daarbij is dat bij geruisloze inbreng van de eenmanszaak de maatschap of v.o.f. in een vennootschap (hetgeen betekent dat er niet direct belasting ingehouden wordt over de verkoopopbrengst), de aandelen gedurende drie jaar niet vervreemd mogen worden zonder alsnog te moeten afrekenen over het genoten fiscaal voordeel. Als er van een vennootschapsstructuur sprake is, kan er zoals eerder vermeld gebruikgemaakt worden van de deelnemingsvrijstelling bij verkoop van een belang van 5 procent of meer (het ‘aanmerkelijk belang’).
Vastgoed
Is het fiscaal gezien, ter vermijding van overdrachtsbelasting, ook verstandig het vastgoed bijtijds naar een vastgoedholding of naar privé te halen, of juist niet? Onroerend goed kan met een vrijstelling overdrachtsbelasting in een juridische reorganisatie naar een (sub)holdingconstructie gebracht worden, maar dan wel met een fiscale wachttijd van drie jaar – waarbinnen geen transactie zonder naheffing kan plaatsvinden.
Tot slot kan het opheffen van de fiscale eenheid, als de vennootschapsstructuur daarbinnen valt, directe fiscale consequenties hebben. Mede daarom zijn hierop diverse anti-misbruikbepalingen van toepassing en geldt een wachttijd
van drie jaar, om fiscale voordelen veilig te stellen of het opheffen daarvan te vermijden.
Bron: Praktijkboek bedrijfsovername
Door: Frits Beunke, Joost Coopmans