Dat zoveel organisaties moeite hebben snel en slagvaardig te reageren, wordt vaak veroorzaakt door hun verslaving aan perfectie. Het dwangmatig en obsessief streven naar volmaaktheid – alles moet goed gaan, er mogen geen fouten worden gemaakt – werkt remmend op de besluitvorming en kan uiteindelijk leiden tot stilstand. Het is een aandoening met een rampzalige impact op alle geledingen van de organisatie. Let op de vijf symptomen.
Risico-vermijding
Dat managers in plaats van risico’s te managen hun energie besteden aan het vermijden ervan, is een algemeen voorkomend signaal van perfectieverslaving. Ze kunnen beter acties en attitudes waaraan de organisatie vroeger successen te danken had als richtsnoer nemen voor hun handelen.
Intolerantie voor falen
Een volkomen afwijzen van falen, is een uiting van de normen en waarden van de cultuur van de organisatie. Zo’n zero-tolerance zie je bijvoorbeeld als bij het uittesten van een nieuw concept het topmanagement onmiddelijk positieve resultaten verlangt.
Verantwoordingsplicht is op een verwarrende manier geregeld
De angst geen fouten te mogen maken, leidt tot regels, voorschriften en procedures met een verstikkende uitwerking op de besluitvorming en het autonome handelen. In dit soort organisaties zijn het committees in alle soorten en maten die de lakens uitdelen, niet de leiders: elke manager mag nee zeggen tegen een beslissing, maar degene die de macht heeft ja te zeggen, is nergens te vinden.
Marginale doelen
Verslaafd zijn aan perfectie houdt ook in dat grootse en aansprekende doelen, die de mobilisatie van alle krachten vereisen, van de radar verdwijnen. Er worden alleen doelen nagestreefd waarvan het zeker is dat ze gehaald zullen worden. Je doet wat je altijd al deed, maar nu een beetje beter.
‘Probleemoplossing’ – geen innovatie
In aan perfectie verslaafde organisaties komt probleemoplossing in wezen neer op symptoombestrijding. Organisaties die risico’s mijden, allergisch zijn voor falen en zich geen stoutmoedige doelen stellen, scoren laag op innovatie.
Bron: Morgan Cross Consulting.