Als we onze doodsangst recht in de ogen kijken, komen wij veel over onszelf en het leven te weten, is de overtuiging van de Amerikaanse psychotherapeut Irvin Yalom. ‘Het is onze grootste menselijke wond, maar de beste manier het leven op waarde te schatten.’. In een openhartig gesprek vertelt hij hoe kwetsbaarheid en echtheid in therapie deuren kunnen openen die technieken alleen niet openbreken. Want, zegt Yalom: niet de methode geneest, maar de relatie. Dit interview is opgenomen in De heilige graal van Dominique Haijtema, waarin ze haar gesprekken met invloedrijke denkers over leiderschap en het leven bundelt.
‘Het is de relatie die helend is, niet de therapie.’

Hij raakt zichtbaar geëmotioneerd als hij het verhaal van een patiënt vertelt. De Amerikaaanse psychiater en schrijver Irvin Yalom (1931) is via Skype in gesprek met de Belgische psychiater Damiaan Denys om het verschijnen van de memoires van Yalom in 2020 te bespreken.
De patiënte die hij beschrijft was door misbruik zeer beschadigd en al twintig jaar in therapie voordat ze bij hem kwam. Na een kort gesprek besluit zij dat het geen zin heeft verder te gaan. Zij noemt zichzelf ‘beyond repair’. De psychiater pakt vervolgens zijn memoires met de foto van zijn ouderlijk huis, een armoedig krot in een slechte wijk. Hij wil net zeggen dat als hij daaruit kon vluchten zij haar verleden ook achter zich kan laten, maar houdt zijn mond. De patiënte ziet de foto en besluit alsnog in therapie te gaan. Voor Yalom het zoveelste bewijs dat het nuttig is als een behandelaar ook iets van zichzelf onthult. En dat je daarvoor kwetsbaar en open moet durven zijn.
Een week eerder spreek ik de psychotherapeut online vanuit zijn werkkamer in Palo Alto. Ook bij dit gesprek benadrukt hij hoe cruciaal het is om als therapeut een vertrouwenspersoon te zijn.
Hij ziet het als zijn missie mensen inzicht in zichzelf te laten krijgen en noemt het een soort van ontwaken. ‘Ik ben ervan overtuigd dat zelfkennis voor een beter leven zorgt. Dat geldt voor mijn patiënten, maar net zo goed voor mij als therapeut. Ik heb me altijd verzet tegen het idee van de behandelaar als afstandelijk, neutraal of objectief persoon. Het viel me op dat als ik iets van mezelf onthulde dit de behandeling ten goede kwam.’
Het is volgens hem bijna altijd de relatie die het meest helend is en niet de behandeling. Als daar vertrouwen en openheid is kan een patiënt dit ook op andere relaties toepassen. ‘Ik zie therapie als een puzzel die je samen moet zien op te lossen. Het is een groot voorrecht zo dicht bij een ander te mogen staan.’
Soulmates
Yalom was ruim zeventig jaar samen met zijn grote liefde Marilyn, die in 2019 overleed. Wat was hun geheim? ‘Wij waren soulmates. Ik ontmoette Marilyn op mijn vijftiende en wist dat dit mijn vrouw was. Ik hield van haar, wilde zoveel mogelijk tijd met haar doorbrengen en zij was na al die jaren mijn favoriet. Als zij een paar dagen weg was, miste ik haar meteen. Ik koesterde elke minuut met haar. Natuurlijk hadden wij ook moeilijke tijden. Marilyn was degene die het grootste deel van de zorg op zich nam terwijl ik carrière maakte. Ik was veel weg en maakte lange uren, maar in die tijd scheidde je niet zomaar van elkaar als het moeilijk werd.’
Zij hadden vergelijkbare intellectuele interesses zoals een grote liefde voor boeken. ‘Onze vakgebieden waren verschillend, maar wel complementair en een verrijking (Marilyn was een bekende feministische publiciste en historica, D.H.). Literatuur geeft mij vele inzichten over de menselijke natuur, misschien nog wel meer dan mijn eigen klinische vakliteratuur. Als lezer beschik je over geestelijke rijkdom en kun je met elkaar discussiëren. Wij raakten in elk geval nooit uitgepraat.’
Hij werkt zelf liever niet met patiënten die verliefd zijn. ‘Omdat je dan ‘starstruck’ bent. Je denkt niet helder. En deze staat duurt ook niet lang. Een verliefde persoon kan bijna aan niets anders denken dan aan de geliefde en ziet degene ook niet voor wie die werkelijk is. Psychotherapie en liefde passen fundamenteel niet bij elkaar. Een goede therapeut zoekt naar verlichting in de duisternis, terwijl de romantische liefde gedijt bij mysterie en bij nadere inspectie verder afbrokkelt. De teleurstelling is onvermijdelijk.’
En hoe zit het met mensen die juist weinig liefde ontvangen of vreselijke dingen meemaken? ‘Ik heb Viktor Frankl nog persoonlijk gekend. Hij – die zoveel verschrikkingen in het concentratiekamp had overleefd – benadrukte dat we ook in gevangenschap nog onze eigen keuzes kunnen maken. Die vrijheid is een groot goed. Koester deze. Maak er gebruik van. Iedereen kan alleen op zijn eigen manier zin geven aan zijn bestaan. Dat kan niemand anders voor jou doen. Wat ik iedereen wil adviseren is dat je zelf steeds moet proberen zoveel mogelijk in contact met anderen te leven. Dat is een goede remedie tegen onze fundamentele eenzaamheid.’
Te weinig menselijk contact
Zijn vriend en therapeut Rollo May noemde de opkomst en populariteit van psychotherapie een teken van decadentie en het vernietigen van onze ziel en het mysterie van het leven. ‘Ik denk dat hij eerder bedoelde dat het moderne leven te veel over consumeren en materie gaat en veel minder over betekenisvolle relaties en zingeving. Er is te weinig menselijk contact. Ik zie zo vaak mensen in restaurants met elkaar eten terwijl ze alleen maar met hun telefoon bezig zijn. Dat heeft een hoge prijs: we zijn dan nog eenzamer dan we ons al voelden. Dan moet je naar een therapeut om over je problemen te kunnen praten in plaats van met je partner of een goede vriend. De moderne technologie is zeker geen zegen. Uiteraard zeggen oude mensen als ik altijd dat veranderingen slecht zijn en maken we ons zorgen over de nieuwe generaties.’
In de zestig jaar dat hij als therapeut werkt ziet hij weinig wezenlijke veranderingen. ‘De taal verandert, maar mensen zijn eenzaam, gedeprimeerd of gespannen. Het gaat steeds om een gevoel van afgescheiden zijn. Ze hebben te weinig liefde in hun leven of hebben strijd met hun geliefde. Of ik nou een boek van Jane Austen lees of in de huidige tijd met een patiënt praat, er is door de eeuwen heen weinig veranderd in de menselijke problemen en tragedies. Ik denk niet dat we veel wijzer zijn geworden ondanks de grote hoeveelheid kennis die beschikbaar is.’
Het verre onweer
Ouder worden beschrijft Yalom als afscheid nemen van ‘one goddamn thing after another’. Het is een lijst die steeds langer wordt. Zo maakt hij geen lange vluchten meer, kan niet meer tennissen, fietsen of duiken. En dan heeft hij het niet eens over de vrienden, familieleden of docenten die zijn overleden. ‘Het afgelopen jaar was verschrikkelijk. Ik verloor drie vrienden en mijn zus.’
Hoe hij met die verliezen omgaat? ‘Ik heb zoveel mogelijk tijd met mijn gezin en resterende vrienden doorgebracht. Ook heb ik nog een groep therapeuten waar ik al twintig jaar mee afspreek. Dat werkt helend. Elke goede relatie helpt je om met verdriet of verlies om te gaan. En het helpt te weten hoe de rouwfases verlopen. Maar de pijn is er niet minder om.’
Hij omschrijft de dood als het verre onweer tijdens de picknick van het leven. ‘Het is onze grootste menselijke wond. Het is de prijs die we betalen voor ons zelfbewustzijn. Al eeuwen zoeken filosofen naar manieren om hier goed mee om te leren gaan. Tegelijkertijd is het besef dat al onze ervaringen gedoemd zijn verloren te gaan de manier om ons leven op waarde te schatten en mededogen met anderen te voelen. Wij ervaren allemaal onze nietigheid in vergelijking met het oneindige heelal, wij zijn slechts zandkorrels in de kosmos.’
Hij heeft niets met geloof of religie en is een overtuigde atheïst. ‘Ik geloof niet dat er iets is na de dood. En heb ook niets met het concept god. Maar ik ben me zeer bewust van het feit dat religie troostend werkt voor veel mensen. Er zijn mooie rituelen en wijsheid in elke religie te vinden. Als therapeut moet je het geloof niet proberen onderuit te halen als je niets beters in de aanbieding hebt. Als een patiënt de koude realiteit niet onder ogen kan of wil zien moet je dat respecteren. Als het helpt, ben ik er zeker niet op tegen. De magie en aantrekkingskracht van religie zijn immens. Het verzacht de doodsangst. Daar kun je als therapeut niet tegen op.’
Doodsangst onder ogen zien
Hij vindt dat wij onze doodsangst recht in de ogen moeten kijken. Dat verandert ons perspectief ingrijpend. ‘Ik maak het nu mee. Mijn tijd raakt op en ineens zie ik bomen in onze tuin die ik niet eerder opmerkte. Ik ben me veel meer bewust van alle schoonheid in mijn omgeving die eerst vanzelfsprekend was. Het is lang een taboe geweest, ook onder therapeuten, terwijl doodsangst zo’n belangrijke rol speelt. Iedereen heeft er in meer of mindere mate last van. De een droomt erover, de ander probeert het te onderdrukken en dan komt het tot uiting in psychische symptomen. Maar voor ons allemaal komt het moment dat je beseft dat je sterfelijk bent. Of dat nou bij een begrafenis van een vriend of familielid is of als je in de spiegel kijkt en schrikt hoe oud je bent geworden.’
Hoe ziet hij zijn eigen levenseinde? ‘Ik kijk er niet naar uit. De dood is de eenzaamste gebeurtenis in het leven van elk mens. Het helpt dat ik bijna mijn hele werkende leven met dit onderwerp bezig ben. Alles wat ik heb gedaan of gelezen komt erop neer dat je ervoor moet zorgen dat je zo min mogelijk spijt hebt aan het einde van je leven. Dat je goed moet leven. Dat is gelukt: ik ben een rijk en tevreden mens. Ik heb nooit iets gedaan dat ik niet wilde. Ik hou van mijn werk en heb een fantastisch gezin. Wat meer kan een man wensen?’
Wat de psychiater betreft is spijt wel een belangrijke richtingwijzer. ‘Het is goed om stil te staan bij dingen uit je verleden, die je spijt bezorgen om de blik op de toekomst te kunnen richten. Ik gaf mezelf en mijn patiënten vaak de opdracht om een paar jaar vooruit te kijken en te bedenken welke nieuwe redenen tot spijt we in die tijd hebben opgebouwd. Dan gaat het om de hamvraag: hoe zou je nu kunnen leven om niet nog meer spijt te hebben? Wat moet je dan veranderen?’
Nooit te laat
Het is nooit te laat en je bent nooit te oud om je leven een positieve wending te geven. ‘Dat zag ik ook toen ik met terminale kankerpatiënten werkte. Degene die voelden dat ze hun leven maar half geleefd hadden en dromen over geluk en voldoening onderdrukten, hadden last van het feit dat hun tijd opraakte. Terwijl er ook een groep was die intens van een zonsopgang of lekker eten kon genieten. Mensen die alsnog een cursus schrijven oppakten of iemand belden die ze lang niet hadden gesproken. Die dankbaar waren voor de tijd die ze nog hadden.
De vraag die wij ons volgens de psychiater niet vaak genoeg kunnen stellen is de vraag: ‘Wat wil je?’ ‘Als je die maar vaak genoeg stelt kom je bijna altijd bij sterke emoties uit. Het zijn steeds dezelfde verlangens of wensen: dat je iemands liefde of erkenning wenst, dat je hoopt dat de ander weet hoeveel je van hem houdt, dat je minder eenzaam wilt zijn, jong en gezond, dat je iets wil bereiken en dat je leven betekenis heeft. Met een simpele vraag kom je vrij snel bij de pijn of het verdriet van mensen. Veel van onze wensen worden nooit vervuld. Als dat ondraaglijk wordt, richten we ons tot onze familie, vrienden, religie of therapeuten.’
Rimpelingen creëren
Hij schrijft en praat graag over de rimpelingen, die wij veroorzaken in het leven van anderen. Door zijn kinderen, vrienden of patiënten werkelijke aandacht te schenken, door niet bang te zijn voor intimiteit of kwetsbaarheid. Door jezelf te laten zien. Dat vraagt moed, maar dan ontstaan waardevolle relaties waarbij de ander zich gezien voelt. En wie deze ervaring heeft kan hem weer doorgeven. ‘Iedereen creëert rimpelingen in zijn omgeving vaak zonder dat door te hebben. En die werken ook door als we er zelf niet meer zijn. Ik heb veel leraren gehad die invloed hadden op mijn werk en ik denk dat ik ook weer ‘doorrimpel’ in mijn studenten, lezers en cliënten. Ik krijg veel brieven van lezers dat mijn boeken hen hebben getroost of geïnspireerd. Dat vind ik betekenisvol. Maar het meest ‘rimpel’ ik uiteraard door in mijn kinderen en kleinkinderen. Liefde voor mensen voelen en je geliefd weten is het allerbelangrijkst in ons leven.’
Dat hij nog steeds ondanks diverse forse gezondheidsklachten patiënten ontvangt heeft een simpele reden: hij houdt van zijn werk. ‘Ik schrijf ook in mijn memoires dat het als een voorrecht voelt om toegelaten te worden tot de intiemste gedachten van zoveel mensen. En ik geloof dat ik na al die decennia dat ik dit werk doe er misschien goed in begin te worden… (lacht). Het werk met cliënten geeft mijn leven zin. Therapeuten hebben zelden gebrek aan zingeving. Het is een mooie vorm van dienstverlening: het gaat om de behoeften van anderen. Ik word er blij van als ik iemand kan helpen en deze veranderingen weer het leven van anderen positief beïnvloedden. Ik voel regelmatig liefde en compassie in mijn werk. Wij zijn ontdekkingsreizigers in de grootst denkbare onderneming: de ontwikkeling en het onderhoud van de menselijke geest.’
Irvin David Yalom (1931) is een Amerikaanse schrijver en psychiater. Zijn ouders emigreerden tijdens de Russische Revolutie vanuit de Sovjet-Unie naar de Verenigde Staten. Hij behaalde in 1952 een Bachelor of Arts aan de George Washington University en een graad in de medicijnen aan de Universiteit van Boston. Hij was als hoogleraar psychiatrie ruim 50 jaar verbonden aan de Stanford. Yalom publiceerde diverse standaardwerken en schreef bestsellers als Nietzsche’s tranen. Begin 2025 verscheen het boek Het uur van het hart dat hij samen met zijn zoon Benjamin schreef.
Door: Dominique Haijtema



