Dat we projecteren, hoort bij ons en is onvermijdelijk. Stoppen met projecteren is misschien alleen bereikbaar voor gevorderde boeddhisten. Het pad daarnaartoe kunnen we allemaal bewandelen door introjectie toe te leren passen. Wanneer je introjectie toepast, neem je verantwoordelijkheid voor je projectie door een aantal stappen te nemen, ongeveer in deze volgorde:
1. Onder ogen zien dat je aan het projecteren bent.
Ik begin me nu echt te ergeren aan Monique. Voor de vierde keer trekt ze de aandacht naar zich toe – terwijl we net lekker bezig waren – door te benoemen dat het ‘voor haar nog niet veilig voelt’. Ze herhaalt hoe het hier altijd ‘op je tellen passen’ is, en hoe we het daar nooit over hebben, maar alleen over de inhoud. Wat een dramatisch gezeur, de hele tijd.
2. Projectie afbakenen
Je projectie afbakenen: je bent bereid zelf te reflecteren door te onderzoeken wat nu precies de bron van jouw emotionele lading is. Je maakt van de trigger een ingang naar je zelfonderzoek. Wat is nu datgene wat je het meest veroordeelt omdat je het het minst kunt verdragen? Eerst dacht ik dat het me het meest irriteerde dat ze de aandacht steeds naar zich toe trekt en zo het proces verstoort. Maar als ik er even bij stilsta, dan voel ik de grootste afkeer bij hoe ze klaagt vanaf de slachtoffertribune. Van alleen maar klagen over hoe onveilig het hier is, wordt het niet veiliger! De snelheid en mate van zelfgenoegzaamheid die ik voel bij deze laatste gedachte geven mij de bevestiging dat het me hierom te doen is: slachtoffergedrag. Vreselijk!
3. Stel de hamvraag?
De hamvraag is: Wat is in jouzelf het fundament onder de projectie? Is het gedrag dat je jezelf niet toestaat, maar waar je wel naar verlangt? Is het gedrag dat je zelf ook vertoont maar dat je tegelijkertijd lastig vindt? Is het gedrag dat belangrijke anderen in jouw vroege jeugd afkeurden? Is het gedrag dat belangrijke anderen in jouw vroege jeugd ook tentoonspreidden en dat een groot effect op jou had?
‘Ik ben geen slachtoffer, ik zal nooit …’ Als ik niet oppas, verdwijn ik in dit soort eenzijdige overtuigingen over mezelf. Mijn voordeel is dat ik me gerechtvaardigd blijf voelen over mijn eigen gedrag. Het nadeel is dat ik dan ook de deur dichtgooi naar meer leren over mezelf en dus mijn eigen ontwikkeling. Die heb ik hoog in het vaandel staan. Ik leg daarom mijn eigen loftrompet over hoe ik nooit slachtoffergedrag laat zien het zwijgen op, en stap in mijn nieuwsgierigheid. Hoe ga ik om met mijn eigen slachtofferkant? Ik ga hem uit de weg. Dat is me meteen helder.
Ik doe alsof die er niet is en alle momenten waarop ik diepe machteloosheid voel, er niet zijn. Eigenlijk zijn die er bij nader inzien best regelmatig. Ik voel me machteloos – en dus slachtoffer – in relatie tot de bestuurder van een belangrijke opdrachtgever van me waar niet gebeurt wat ik wil dat er gebeurt; ik voel me machteloos bij een van de teams waarmee ik werk maar waar de beweging uitblijft, wat ik ook doe, …
4. Pijnlijke stap
De pijnlijke stap: verken jouw versie van dit gedrag. Op welke ‘onbewaakte’ momenten laat jij vergelijkbare varianten – dus niet precies hetzelfde – van dit gedrag zien? Als ik zonder verdediging kijk, dan is mijn versie van slachtofferschap vooral dat ik ga oordelen vanuit een bovenpositie. In plaats van mijn eigen machteloosheid te voelen, pak ik – de illusie van – de macht door een oordeel te verwoorden. In mijn oordeel ben ik ook slachtoffer, omdat mijn onvermogen om er iets aan te doen eruit spreekt. Precies zoals bij Monique, die dat waarschijnlijk ook zo voelt. Nu ik toch bezig ben, verken ik nog wat verder: laat ik dan nooit ‘ander gedrag’ zien in mijn slachtofferschap? Los ik het altijd op met een moreel oordeel? Nee. Als ik echt eerlijk kijk, kan ik ook klagen of zeuren – zoals ik het gedrag van Monique bestempel. Ik voel dan niet zozeer het oordeel, maar ik voel mezelf vooral klein zijn en overgeleverd aan de power van de anderen. In onze professionele intervisiegroep bijvoorbeeld, waar een aantal stevige portretten tussen zitten.
Beluister onze podcast met Jobbeke de Jong: Beheers je
5. Denk aan gedrag dat triggert
Denk opnieuw aan het gedrag dat je triggert bij de ander, voel nu vanbinnen. Voel je meer ruimte en mildheid naar de ander? Dan is de introjectie goed gelukt. Voel je dezelfde irritatie of lading? Dan heb je de kern voor jezelf nog niet te pakken. Als ik nu opnieuw aan Monique denk, dan voel ik voor het eerst een nieuwsgierigheid naar haar inbreng ontstaan. Wat draagt zij voor de groep? Hoeveel vergt het van haar om keer op keer iets te benoemen dat irritatie oproept bij de anderen, maar wat verder niemand anders benoemt? Van mijn eigen irritatie voel ik niets meer. Ik voel me klaar om deze dynamiek beet te pakken met het systeem; zouden er meer leden zijn die iets herkennen in wat zij aandraagt? Wat zou de functie ervan zijn?
Helaas ben je niet meteen klaar als je eenmaal deze stappen doorlopen hebt. Projecties zitten diep en zijn automatisch, het is een doorlopend en herhalend proces en uiteraard ook afhankelijk van de mate waarin je het ‘vervelende gedrag’ tegenkomt. Door introjectie toe te passen, vergroot jij jouw eigen bewustzijn van alles wat in jou en in anderen leeft. Het maakt je evenwichtig en krachtig – zelfs in spannende situaties – als je niet gevangen raakt in een oordeel op lastig gedrag; wat dat gedrag ook voor jou moge zijn. Het zorgt bovendien voor compassie met je taaksysteem. Je legt zo een krachtig fundament voor een lerende omgeving waarin iedereen uitgenodigd wordt om zonder oordeel, en met mildheid met elkaar in interactie te zijn.
Bron: Beheers je?
Door: Jobbeke de Jong