Paradoxaal coachen is een goed onderbouwd how to-boek over een coachingsaanpak gericht op het vruchtbaar maken van interne tegenstellingen bij een individu of in een groep. Het theoretisch kader over de kracht van tegenstellingen is ontleend aan eerder werk van Ivo Brughmans over paradoxaal leven en paradoxaal leiderschap. Silvia Derom laat zien hoe een coach of trainer het spanningsveld van tegengestelde doelen, opvattingen en visies kan verhelderen en stapsgewijs een coachee of team kan helpen die tegenstellingen op een positieve manier te onderzoeken en nieuwe manieren te vinden om ermee om te gaan.
De auteurs bieden niet alleen een inzichtelijk denkkader aan om de onderliggende dynamiek bij tegenstellingen te verkennen, maar ook een met veel voorbeelden onderbouwd handelingskader voor een coach of begeleider om de resultaten van dit onderzoek om te zetten in gedrag. Tegenstellingen worden daardoor niet verdoezeld, maar kunnen juist tot kwaliteiten worden gemaakt.
Opbouw en inhoud
In de inleiding zetten de schrijvers uiteen waarom er in de wereld waarin wij leven behoefte is aan een verbindend perspectief en hoe zowel de coachee als de coach zelf voortdurend te maken hebben met keuzevraagstukken. Zij betogen dat eenzijdige of-of-keuzes op den duur nooit bevredigend kunnen werken en bieden een visie aan die juist de waarde van tegenstellingen laat zien, het spanningsveld tussen tegenpolen als een positieve kracht beoogt te benutten en telkens weer een dynamisch evenwicht tot stand laat komen.
In het eerste hoofdstuk wordt deze visie als de paradoxale visie achter deze manier van coachen uitgewerkt. Een aantal kernbegrippen wordt verhelderd: spanningsveld, dilemma, tegenstelling, contrast, polariteit en paradox. De schrijvers zetten uiteen hoe zij de mens zien als een onderdeel van verschillende sociale systemen van waaruit ook verschillende (vaak tegengestelde) kwaliteiten, rollen en perspectieven worden gevraagd.
Zij geven een aantal principes en handvatten aan om met die tegenstellingen om te gaan. Als basisstappen zien zij: herkennen, benoemen, waarderen en verbinden. Het resultaat van deze exercitie kan zijn een eenkennige verbinding, een uitlaadklep, van evenveel waarde, situationeel schakelen, zoeken van een balans, een creatieve combinatie of een integratie.
In het tweede hoofdstuk komt aan de orde hoe een coach innerlijke tegenstellingen bij de cliënt kan verhelderen met behulp van een model in de vorm van een zandloper, werkend van probleemstelling naar uitdaging en van doel naar actie. Daarbij worden steeds twee polen van een tegenstelling verhelderd en met elkaar in relatie gebracht. In het derde hoofdstuk wordt een aantal vaardigheden van een coach uitgewerkt die bij het werken met tegenstellingen goed van pas kunnen komen, zoals toelaten van emoties, overtuigingen, voor- en afkeuren en jezelf als persoon (inclusief je schaduwkanten). Ook komt aan de orde hoe je een cliënt kunt helpen om een belangrijke transitie door te maken.
In het vierde hoofdstuk wordt gefocust op talent- en competentieontwikkeling, als er sprake is van tegengestelde of (nog) niet-herkende kwaliteiten. In het vijfde hoofdstuk komt het begeleiden van teams en relaties aan bod. Aan de hand van voorbeelden wordt het in het tweede hoofdstuk gepresenteerde model toegepast op het begeleiden van tegenstellingen in een team of in een relatie. Een scan voor wat de schrijvers zien als een paradoxaal competent team biedt een interessant referentiekader van waaruit aspecten in de samenwerking kunnen worden aangepakt.
Bespiegeling
Paradoxaal coachen bevat heel veel voorbeelden (zoals stukjes gesprek) en te volgen stappen, waarmee de cliënt begeleid kan worden om wat als tegenstelling ervaren wordt te onderzoeken en te verkennen. Wat wil de cliënt? En wat zijn de sterke kanten en mogelijkheden van beide kanten? Voor elke coach is dat bijzonder nuttig, omdat de vraag van een cliënt vaak is terug te voeren tot een tegenstelling waar hij of zij uit zichzelf moeilijk uitkomt. Bovendien zal een cliënt ook herkennen dat hij of zij steeds weer in dezelfde valkuil loopt en meer van hetzelfde niet langer voldoet. De in dit boek gepresenteerde benadering en verzameling technieken biedt daarvoor een interessante uitweg. De modellen zijn als tools inzichtelijk en goed toepasbaar. Uitgangspunt is wel dat de cliënt bereid is om te onderzoeken wat een eventuele onderbelichte kant zou kunnen opleveren.
Daar kan tegelijkertijd een kritische kanttekening bij gemaakt worden. Zoals ook bij andere benaderingen in het coachingsvak (zoals ‘solution focused coaching’ en ‘appreciative coaching’) is een belangrijk uitgangspunt dat de cliënt geïnteresseerd is in het realiseren van doelen die een moeilijkheid opleveren. De strategie van de coach kan dan worden gezien als een verleidingsstrategie die motiverend is, op basis van het inzicht wat het realiseren van dat doel kan opleveren. Maar iemand heeft in het algemeen een goede reden om steeds voor een bepaalde werkwijze te kiezen en de tegengestelde weg te vermijden. Vaak gebeurt dat onbewust of is de motivatie daarachter achterhaald en is er behoefte aan een andere oplossing. Dan zijn de genoemde aanpakken interessant. Maar wat nu als de weerstand diep gefundeerd is of een reële basis heeft? Het kan juist heel nuttig zijn om de weerstand te onderzoeken en te zien wat door de stelselmatige keuze voor een bepaalde werkwijze wordt afgeweerd. Dat vraagt om een andere benadering die ook wel als complementair aan de in dit boek beschreven benadering kan worden gezien.
Een meer fundamenteel punt betreft de titel van het boek. De ondertitel Hoe je tegenstellingen tot kracht maakt in leven, werk en teams vind ik eigenlijk een betere omschrijving van wat het boek te bieden heeft. Bij een paradox denken we toch vooral aan een schijnbare tegenstelling. Zo zou een paradoxale benadering in het coachen betekenen dat je door het ene van de cliënt te vragen juist het andere uitlokt. Dat bespreken de auteurs heel kort in de paragraaf over spelen met paradoxen in je interventies. Terecht verwijzen ze daarbij naar de benadering van provocatief coachen. Het is verwarrend dat dit nu als kapstok van de gehele benadering is gekozen, omdat je al een heel eind in het boek gevorderd bent als deze verduidelijking wordt gegeven.
Het hoofdstuk over teamcoaching krijgt in het boek een stuk minder ruimte, vergeleken met de een-op-eenwerkwijze. De auteurs bespreken drie benaderingen voor het begeleiden van teams die met tegenstellingen te kampen hebben: van perspectief wisselen, een opstelling maken en zoeken naar verbinding in een gemeenschappelijk ‘ruimte’. Vooral deze derde benadering wordt wat nader uitgewerkt. Ik mis hierin toch de invloed van de context, want juist teams in organisaties zijn ingebed in een structuur. Daardoor kunnen ze bijvoorbeeld meer of minder behoefte hebben aan afstemming, samenwerking, onderlinge ondersteuning, integratie, openheid voor invloeden uit de omgeving, een reactief of proactief adaptievermogen en doel- of taakgerichtheid. Of bijvoorbeeld juist aan een sociaal, sensitief klimaat, aan autonomie of sturing of aan flexibiliteit of structuur. Dat zijn tegenstellingen die heel vaak niet binnen het team zelf opgelost kunnen worden, maar waarbij de omgeving een veel belangrijkere rol moet spelen.
Tot besluit
Paradoxaal coachen is een buitengewoon nuttig boek, met heel veel handvatten voor een coach die samen met zijn cliëntsysteem tegenstellingen wil onderzoeken die niet tot de gewenste resultaten hebben geleid. Het is goed uitgewerkt en bevat veel voorbeelden en handige lijstjes. De auteurs presenteren een manier van denken die op een heel positieve manier de onderbelichte mogelijkheden van iemands gedrag of opstelling in relaties kan aanspreken.
Bron: Tijdschrift M&O
Door: François Breuer