De term norm komt van het woord normeren. Een norm is een bepaalde gedragsregel, een oordeel, een maatstaf, een keuring. De normenschil is belangrijk omdat hier de meeste onderlinge conflicten ontstaan (omdat niet iedereen dezelfde normen erop nahoudt).
Normeren zonder dat jet het doorhebt
Het aparte van de normenschil is dat je continu aan het normeren bent, zonder dat je dat door hebt. Al toen je dit boek ter hand nam, begon je te oordelen: Is het wat? Ken ik het al? Wie is de schrijver? Is het een dik boek? Als je terugdenkt aan het proces in je binnenwereld, merk je dat normeren in ons systeem is ingebakken. Bij een evaluatie vraag je je immers af: Hoe normeer ik deze informatie? Welke mogelijke consequenties heeft dit? Welke mogelijkheden heb ik om te handelen? Wat levert me het meeste op? Wat heeft de hoogste opbrengst? De norm die je over een situatie in je omgeving hebt, bepaalt je gedrag.
Als kind kreeg je al snel met normen te maken doordat je al snel duidelijk werd gemaakt wat wel en niet mocht, wat wel kon en niet kon. Soms werd dat duidelijk omdat je je ergens aan bezeerde. Soms werd je dat duidelijk gemaakt door je omgeving. Je leerde hoe je je behoorde te gedragen: niet met je mond open kauwen, niet je zusje plagen, niet stelen, niet te veel lawaai maken enzovoort. Zo werd je dus vaak verteld wat je niet mocht. (Opvoeders zijn het er overigens redelijk over eens dat het effectiever is om je kind te vertellen wat het wél moet doen: houd je mond dicht tijdens het kauwen, doe eens aardig tegen je zusje, laat dat eens liggen, doe eens rustig enzovoort. Dus het is beter om te vertellen aan welke normen iemand zich wél moet houden.) Je leerde ook normen via de samenleving. Welk gedrag werd getolereerd en welk gedrag niet? Om niet te veel bonje te krijgen of juist om waardering te ontvangen, hield je je maar aan die normen. Vaak dacht je er niet eens bij na. Het was gewoon zo.
Omdat het niet hoort!
Dat kan overigens later wel eens lastig zijn, want je houdt je nu aan normen waar je de zingeving eigenlijk niet van kent. Een voorbeeld: als je jeuk hebt achter je oren, dan krab je even, logisch. Maar als je jeuk hebt op sommige andere plaatsen op je lichaam, laat je het wel uit je hoofd om je in het openbaar te krabben. Waarom? Omdat dat niet hoort!
Ook op school, op de universiteit, door vrienden en docenten werden je normen bijgebracht. En het werd je al snel duidelijk dat iedere omgeving zo zijn eigen normen had. Als je met je vrienden was, hield je er andere normen op na dan bij je schoonouders. In gezelschap houd je er andere normen op na dan wanneer je alleen bent.
Weer later werd je op je werk nog weer met andere normen geconfronteerd. Wat kan hier wel en wat kan hier niet? Moet ik hier directief leiding geven of verwacht men juist een participatieve stijl? Bij iedere andere baan merkte je dat je even moest wennen aan de daar geldende normen.
Iedere omgeving heeft eigen norm
Iedere omgeving heeft dus haar eigen normen c.q. gedragsregels. En omdat iedereen (dus jij ook) op de een of andere manier behoefte heeft om geaccepteerd te worden, houdt men zich aan die regels. Mensen hebben een sterke behoefte om niet buitengesloten te worden. Het gevolg is dat je je snel leert aanpassen aan de normen die in je omgeving gelden of gedicteerd worden. Je wordt dan gedreven door externe normen.
Als je je thuis wilt voelen in verschillende omgevingen, betekent dit dat je er verschillende externe normen op na zult houden. Dit hoeft geen enkel probleem te zijn; het wordt echter wel een probleem als je merkt dat je normen worden opgelegd die je niet wilt accepteren. Niet iedere norm is overigens even belangrijk. Soms accepteer je een externe norm, al is het niet jouw norm. Als je bijvoorbeeld gevraagd wordt om een moment stilte voor het zitten. Als je gevraagd wordt iemand op ras te discrimineren zul je dat, hoop ik, weigeren.
Met het verstrijken der jaren word je wijzer en sta je steeds minder toe dat de omgeving jou dwingt te gehoorzamen aan externe normen. Je hebt ondertussen zoveel meegemaakt, of je hebt over een aantal zaken zo goed nagedacht, dat je niet klakkeloos de omgeving een plezier wilt doen door je aan haar normen te houden. In je binnenwereld zijn sommige normen sterk verankerd waardoor je na een interne evaluatie je steeds vaker volgens die interne normen gaat gedragen. Interne normen zijn de gedragsregels die je zelf kiest omdat jij bent wie jij bent. Ze komen voort uit je waarden en je missie. Interne normen staan veel dichter bij je dan externe normen. Als je gedreven wordt door interne normen sta je dus onafhankelijker in je omgeving.
Bron: Authentiek leiderschap
Door: Bas Blekkingh