We zeggen allemaal dat we open staan voor kritiek en dat we daar van leren. Maar de mensen om ons heen hebben vaak een andere ervaring met ons. Als zij jou aanspreken krijgen ze een minutenlange uitleg waarom je het zo gedaan hebt. Je vergeet te laten horen wat je met hun feedback gedaan hebt. Je blijft gewoon hetzelfde gedrag vertonen waar ze jou op aanspraken. Of ze krijgen je überhaupt niet te pakken omdat je agenda overvol zit of je altijd bellend door de gang loopt.
De komende tijd deel ik een paar passages uit het laatste hoofdstuk van mijn boek ‘Aanspreken? Gewoon doen!’; wat te doen als je aangesproken wordt. Dit is deel 2; over het kennen en controleren van je primaire reactie. Aangesproken worden op je gedrag hakt erin en kan leiden tot heftige emoties, zo laten diverse onderzoeken zien. Gemiddeld genomen leidt positieve feedback tot gevoelens van geluk en trots en in mindere mate tot opluchting. Negatieve feedback mondt uit in teleurstelling en frustratie, en in mindere mate in schuldgevoel en schaamte of angst en boosheid. Deze emoties zijn sterker als je publiekelijk aangesproken wordt. De verontrusting over kritiek, niet de kritiek zelf, bepaalt onze reactie. De emotie over de ontvangst van kritiek is zo groot dat die verontrusting, na de verontrustende kritiek, bepaalt welke betekenis we er aan geven. Om goed te kunnen horen en begrijpen wat werkelijk gezegd is, moeten we dus de verhalen die wij er zelf om heen breien, nadat iemand iets gezegd heeft, weer afpellen. Waarom voel ik deze emotie en waar komt die vandaan? Als je vader vroeger bijvoorbeeld altijd zei ‘de volgende keer een 8’ (als je met een 7 thuis kwam), kan een collega die zegt ‘bij je volgende rapport zou ik er wel eerst de spellingscontrole over heen halen’ aan een oude wond krabbelen. Terwijl hij bedoelt ‘het was een perfect stuk, dus daarom vielen de taalfouten extra op’ hoor jij ‘ik doe het nooit goed genoeg’. Van één onderdeel van ons gedrag maken we ‘alles’ en van ‘nu’ maken we ‘altijd’. Voor we het weten wordt ‘misschien kun je de volgende keer haar eerst laten uitpraten’ in ons hoofd ‘je bent en blijft een dominante lompe boer’.Drie zaken die emoties triggeren
Deze vervorming komt op het moment zelf heel realistisch over. Op grond van gezond verstand zou je denken ‘hoe verder van de waarheid, hoe makkelijker we het zien’. Maar als we er middenin zitten, zien we de kloof niet, tenzij we er bewust naar zoeken. Als aangesprokene helpt het, volgens Stone en Heen, je bewust te zijn van drie zaken die jouw emoties triggeren. Daardoor hoor je de boodschap niet meer zo goed.- We vinden zelf dat het onmogelijk waar kan zijn wat iemand zegt en als reactie zijn we verontwaardigd, boos of op zijn minst verongelijkt. Bijvoorbeeld als iemand tegen je zegt dat je onaardig was tegen een collega terwijl jij alleen maar eerlijk probeerde te zijn. ‘Zo ben ik niet’ denken we, of ‘Daar heb ik niets aan’.
- Als we aangesproken worden op ons gedrag door iemand die in onze ogen op dit gebied niet geloofwaardig is (doordat hij het bijvoorbeeld zelf ook verkeerd doet), horen we absoluut niet wat hij te zeggen heeft. Dit geldt ook als we twijfelen aan iemands motieven en als kritiek lomp en onhandig gegeven wordt. We denken of zeggen iets als ‘Wie ben jij om mij …’ of ‘Na alles wat ik voor je gedaan heb…?’
- De kritiek tast aan wie wij naar ons gevoel zijn en we gaan direct in het defensief. Bijvoorbeeld als je vermoedt dat iemand twijfelt aan jouw integriteit terwijl dat juist één van je kernwaarden is. ‘Waarom verknal ik altijd alles?’ of ‘Ik ben een loser’ schiet door ons hoofd.
Lees ook:
Wat doe je?
Het helpt niet alleen te begrijpen wat je emoties triggert, maar ook te weten wat je doet als het je even teveel wordt. Kruip je in je schulp, begin je te ratelen, ga je schoppen (figuurlijk uiteraard), sla je dicht, geef je anderen de schuld? Wat doe jij als je je overmand voelt? Dit alarm doet zich voor als je eigenwaarde en zelfbeeld in gevaar komen en hangt dus af van het verhaal dat je over jezelf aan jezelf vertelt. Bij mij liggen bijvoorbeeld uitspraken gevoelig waaruit ik afleid dat mensen twijfelen aan mijn professionaliteit of integriteit. Beide zijn heilig voor me en ik doe er mijn uiterste best voor. Ook wanneer waarden als rechtvaardigheid en respect op het spel lijken te staan, triggert dat bij veel mensen (heftige) emoties. Hoe zit dat bij jou? Waar mogen mensen bij jou eigenlijk niet aan twijfelen? Het is toch overduidelijk dat jij moedig, integer, eerlijk, rechtvaardig, loyaal… bent. Of dat je níet hiërarchisch, dominant, slap… bent? En hoe reageer je als het spannend wordt? Ga je nog harder motiveren waarom jij gelijk hebt? Ga je nog meer praten en wauwelen? Of trek je je terug?Een paar jaar geleden begeleidde ik een bijeenkomst met een ManagementTeam van een bank. We hadden een intens gesprek over leiden en volgen, over dominant zijn en volgzaamheid. De voorzitter van het MT vond het afschuwelijk dat ze bij iemand uit de groep dominant overkwam, want ze wilde het juist samen doen. Ze wilde zeker geen directieve leider zijn en haalde verschillende voorbeelden aan van situaties waarin ze draagvlak en samenwerking had gezocht. ‘Maar’, zei een van de managers, ‘jij bent toch de leider van dit team? Ik verwacht juist van je dat je de lijnen uitzet of knopen doorhakt als dat nodig is. Ik vind het prettig als je af en toe dominant bent in deze groep’. De emoties gierden echter door haar lijf. Door deze feedback over dominantie te geven had iemand op haar alarmknop gedrukt en ze hoorde niet meer wat er gezegd werd.
Wat jij voelt is niet hetzelfde als wat hij zegt
Wat jij voelt is niet hetzelfde als wat hij zegt. Houd het verhaal in je hoofd in toom door voor jezelf scherp te houden:- dat het niet gaat over altijd in de toekomst, maar over dat ene moment toen
- dat het gaat over dat specifieke gedrag en niet over al je gedragingen
- dat het zijn kijk op jou is, wat niet wil zeggen dat iedereen het zo ziet
- dat het over tien jaar een muizenis zal blijken.
Wat mij hielp mijn primaire neiging me te verdedigen te managen, was het Kernkwaliteitenmodel van Daniel Offman. Hij gaat ervan uit dat we geen gebreken hebben, maar dat we doorschieten in onze kwaliteiten waardoor vervormingen ontstaan. Daadkracht kan bijvoorbeeld leiden tot drammerigheid of dominant gedrag. En dienstbaarheid tot ‘met alle winden meewaaien’. Een vervorming van een kwaliteit voelt voor mij heel anders dan een gebrek. Misschien kan dit perspectief jou ook helpen je groei mindset te versterken?
Blijf de humor er van inzien. Kritiek zal nooit glashelder naar je toekomen. Lach om je bloopers en die van je gesprekspartner. Heb mededogen, met jezelf en met die arme stakker die het gesprek met jou is aangegaan. Ondanks je goede intenties zal je altijd fouten maken en dat geldt voor hem net zo.
Bron: Dit is een passage uit hoofdstuk 8 van de bestseller ‘Aanspreken? Gewoon doen!’. Meer informatie over het onderzoek naar aanspreekgedrag en boek van Gytha Heins vind je hier.
Door: Gytha Heins