“De Britten hebben de Brexit, wij hebben het vrouwenquotum” stelde Caroline Princen, voorzitter Commissie Monitoring Streefcijfer in het FD onlangs. Het was haar reactie op het streven van de SER om nu toch echt werk te gaan maken van de verplichting voor beursgenoteerde bedrijven om meer vrouwen te benoemen. Te beginnen in de RvC met een minimale ondergrens van 30%.
Wat een stompzinnige vergelijking om een totaal economisch en politiek ontwrichtend vertrek uit de EU te vergelijken met een cosmetische ingreep om het slachtofferschap van vrouwen te bevestigen. Even de cijfers op een rij. Uit de laatste Female Board Index blijkt dat het heus de goede kant op gaat met vrouwen in machtige posities. Het aandeel vrouwelijke bestuurders is in 1 jaar tijd met bijna 50% gestegen. Een beetje een demagogisch cijfer, maar de stijging van 5,7% naar 8,5% is onmiskenbaar. Het vrouwelijk aandeel in Raad van Commissarissen is bijna 27% en bereikt de magische 30% van de SER op een haar na. Dit zijn toch mooie en hoopvolle cijfers, het gaat niet hard, maar de lijn omhoog is duidelijk zichtbaar. Ze geven aan dat vrouwen heel goed in staat zijn op eigen kracht de apenrots te bedwingen. Als ze willen tenminste. Wat me opvalt in de discussies rondom het vrouwenquotum is dat ze verhit zijn. Dat je af geserveerd wordt als ‘ouderwets’ als je als vrouw tegen bent. Dat er geen man is die zich er tegen durft uit te spreken. Dat je nauwelijks echte topvrouwen hoort die vóór zijn. Sterker nog, echte topvrouwen als Elske Doets, Zakenvrouw van het jaar 2017, Herna Verhagen, CEO van PostNL en top headhunter Monique de Vos van Chasse Executive Search zijn tegen. Net als ik trouwens, maar dat hadden jullie al begrepen. Natuurlijk is het beter om te streven naar een diverse samenstelling van teams. Of het nu op topniveau is, of in alle echelons daaronder. Diversiteit zorgt voor meer invalshoeken en dus voor betere besluitvorming. Dat is niet alleen wetenschappelijk vastgesteld, maar is ook mijn eigen ervaring. Net als de ervaring dat je pas het verschil maakt, als je als minderheid minstens 30% van een groep uit maakt.
Wie kan er nu niet voor diversiteit (in alle soorten) zijn? Maar met een quotum zeg je ook dat een groep niet in staat is, op eigen kracht iets te bereiken. Je zet ze neer als slachtoffer. Van mannen, met hun confirmative biasses (de neiging om alleen waarde te hechten aan informatie die je mening bevestigt) en hun menselijke neiging om zich graag te willen omringen met mensen waar ze bekend mee zijn (mannen dus). Van de overheid die kinderopvang zo belabberd regelt. Van het schoolplein dat je wegzet als ontaarde moeder als je niet elke dag acte de presence geeft. Enzovoort.
In al dit slachtofferschap wordt er voorbij gegaan aan de rol van de vrouw zelf. Aan haar besluiten die het bereiken van de top onmogelijk maken. Zoals werken in deeltijd of niet bereid zijn om de prijs voor een veeleisende, stressvolle en moeilijke topjob te betalen en daarvoor 24 uur beschikbaar te zijn.
Dat zijn allemaal legitieme keuzes, die ieder mens voor zich moet maken, maar houd dan op met te mekkeren over achterstelling en dat daar van bovenaf iets aan gedaan moet worden. Heus, vrouwen zijn echt in staat om op eigen kracht de top te bereiken. De cijfers zullen dat de komende jaren aan blijven tonen. Als ze maar willen, dan komen ze er wel!
Door: Carolina Pruis
Carolina Pruis is al bijna 20 jaar actief als interim-directeur en heeft bij meer dan 25 bedrijven gewerkt. Ze werkte o.a. als directeur bij Voetbal International en Pink Ribbon en was CEO van eclamebureau vdbj en distributiebedrijf Aldipress. Carolina Pruis geeft college in de reeks Excelleren in Vrouwelijk Leiderschap op de Nyenrode Business Universiteit en schreef de boeken Vrouw op de Apenrots en Happy in je werk.