Ik werd ooit gebeld door iemand die een TED-talk wilde houden over ‘beter onderwijs’. Goed onderwerp, maar geen boodschap. Ik vroeg dus: ‘Wat is volgens u het probleem? En wat wilt u er aan doen?’ De reactie was een zeer geïrriteerd: ‘Geen idee, daar huur ik jou toch voor in?’ Eh … nee dus. Natuurlijk wil ik best nadenken over verbetering van het onderwijs, maar het is wel belangrijk dat de spreker zelf iets wil of iets vindt.
Geschatte leestijd: 3 minuten
Voor een groot accountantsbedrijf moest ik de partners helpen met hun speeches voor een partnerdag. De eerste man die ik sprak, zwaaide met een usb-stick: ‘Dit zijn mijn plaatjes.’ ‘Ok’, zei ik, ‘maar wat is je boodschap?’ Dat vond hij een irrelevante vraag. Voor mij was het juist de meest relevante vraag, want wat heb je aan honderd (!) plaatjes als je niet weet wat je ermee wilt zeggen? De zoektocht naar de boodschap is juist de eerste stap op weg naar een sterke speech.
Een beproefde methode om die boodschap te bepalen, is een aantal vragen te stellen. Vragen die je op weg helpen om van een vaag idee een scherpe boodschap te maken.
De boodschap bepalen
Stel je voor dat je bent uitgenodigd om een speech te houden tijdens een congres met als thema ‘Democratie’. Het publiek bestaat uit landelijke en lokale politici, bestuurders en ambtenaren. Stel jezelf voordat je begint te schrijven de volgende vragen:
- Waar wil je het over hebben?
- De groeiende kloof tussen kiezer en gekozene, burgers en bestuur.
- Is dat een probleem?
Ja, want steeds meer mensen staan met hun rug naar hun bestuur, doen niet meer mee, en dat is slecht voor de draagkracht van politieke besluitvorming en – daardoor – voor de sociale samenhang in onze samenleving. - Is dat een probleem voor dit publiek?
Ja, want zij zijn direct betrokken en verkeren in een positie om er iets aan te veranderen. - Is het probleem groot of urgent genoeg om er nu met deze luisteraars over te praten?
Ja, want zij worden ieder dag geconfronteerd met de gevolgen, van lagere opkomsten bij verkiezingen tot scheldende mensen op straat en voor het loket. - Heb je een oplossing voor het probleem?
Ja, mensen meer zeggenschap geven in en over hun eigen omgeving. Ik stel voor om dat te doen door meer geld en ruimte te geven aan maatschappelijke projecten: mensen die in hun eigen straat of buurt de handen ineenslaan om hun leefomgeving kleinschalig te verbeteren: door een klusschuur, een speeltuin of een deelbakfiets. - Is het een goede oplossing?
Ja, want medeverantwoordelijkheid en betrokkenheid creëert samenhang en draagvlak en dicht zo de kloof. En mensen worden er blij van. - Wat kan of moet het publiek doen?
- Geld en bestuurlijke ruimte vrijmaken om kleinschalige maatschappelijke projecten ruim baan te geven (in plaats van steeds obstakels op te werpen).
De boodschap van je speech wordt dan bijvoorbeeld: ‘Meer ruimte voor kleinschalige buurtprojecten kan de kloof tussen burgers en overheid overbruggen.
Woorden wegen zwaarder
Natuurlijk is de kracht van een boodschap ook recht evenredig aan de kracht van de spreker, aan je status en statuur. De woorden van een koning, een premier of de president-directeur van Shell maken meer indruk en bereiken eerder een groot publiek, dan de woorden – misschien wel mooier gesproken – van de voorzitter van de harmonie uit Ohé en Laak. De woorden in die speeches wegen zwaarder en luisteren nauwer, al vind ik dat je met iedere speech moet streven naar maximaal effect, ook al is dat effect beperkt tot een kleine groep luisteraars.
Bron: De speechschrijver
Door: Renée Broekmeulen