Een bijzondere uitdaging als het om concretiseren gaat, is het concreet maken van getallen. Zeker in beleidsspeeches komen we veel getallen tegen: de studieschuld van studenten loopt op tot 18 miljard euro, we geven 8 miljard euro aan het onderwijs, onze winst dit jaar was 1,5 miljoen euro. Getallen met een hoog abstractiegehalte, want de meeste mensen hebben nog nooit zoveel geld bij elkaar gezien.
Geschatte leestijd: 3 minuten
Inhoudsopgave
Menselijke maat
Het is daarom belangrijk die getallen concreet te maken. Dat doe je door ze een menselijke maat te geven. Meestal door een vergelijking te maken, bijvoorbeeld: 18 miljard euro, dat zijn 12,5 miljoen Macbooks of bijna 7 miljard biertjes (berekende het Interstedelijk Studenten Overleg in 2017). Dat is nog vrij abstract, dus ga liever nog een stapje verder. Als we uitgaan van 800.000 studenten in het hoger onderwijs is dat 22.500 biertjes per student, dus ruim 61 biertjes per avond (elke avond!).
Meestal zijn de cijfers kleiner en is de ‘vertaling’ naar de menselijke maat makkelijker. Bijvoorbeeld: 600 duizend werklozen betekent dat er in 1 op de 12 gezinnen iemand onvrijwillig werkloos is. Dat kun je dan nóg behapbaarder maken: dat betekent dat er bij u in de straat bijna 4 mensen werkloos zijn. Of, zoals Jelmer Mommers van De Correspondent berekende: een Boeing 747 tankt 190.000 liter kerosine. Dat is vier badkuipen per passagier.
Maar ook als de getallen al kleiner zijn, en mensen zich er iets bij kunnen voorstellen, kan het nog steeds nuttig zijn ze concreet te maken. Dan blijven ze echt hangen. Bijvoorbeeld: dat kost 500 euro, net zoveel als de maandelijkse boodschappen van een gemiddeld gezin. Of: dat kost 50 euro, net zoveel als je maandelijkse telefoonrekening. Het is natuurlijk belangrijk dat de vergelijking past bij het publiek. Bij autoliefhebbers kun je een getal bijvoorbeeld vergelijken met de kosten van een auto: een Ferrari 450 of een Fiat 600.
Hoe origineler hoe beter
Wat zeker geldt: hoe origineler je menselijke maat, hoe beter die blijft ‘plakken’. Een vergelijking die allang niet meer blijft plakken is die met voetbalvelden. Ewout Sanders schreef er een mooie column over (NRC, 2019): ‘De meeste mensen hebben wel een beeld bij een voetbalveld en in gedachten kun je er een paar bij optellen, maar boven de vier of zes velden wordt dat beeld tamelijk abstract. Duizend of tweeduizend voetbalvelden betekent dus simpelweg “heel groot”. (…) Hoe groter het aantal voetbalvelden, hoe bespottelijker de vergelijking in mijn ogen wordt. Zeker als het voetbalveld opduikt in wonderlijke vergelijkingen als vierduizend voetbalvelden aan asbestdaken in Brabant.’
Inderdaad, voetbalvelden zijn nogal saai en spreken niet tot de verbeelding. En die verbeelding aanspreken is nou juist het doel van een concretisering. Dus kun je cijfers ook wat humorvoller vertalen, zoals dit memo in de lift van de Hospital Club in Londen: ‘Maximum gewicht: 9 personen of 1000 kilo OF 1 paard, 5050 bananen, 6666 kippeneieren, 2941 duiven, 10.526 munten van één pond.’
Bron: De speechschrijver
Door: Renée Broekmeulen