In 1967 schreven de vooraanstaande futurologen Anthony J. Wiener en Herman Kahn een 431 pagina’s tellend magnum opus met de titel The year 2000: A framework for speculation on the next thirty-three years. Het boek staat vol voorspellingen, voornamelijk over technische ontwikkelingen en innovaties: van toepassingen van nieuwe materialen en technologieën (lasertechnologie, grondtransport) tot verbeterde operatietechnieken voor geslachtsveranderingen bij kinderen en volwassenen.
De auteurs voorspelden ook zowel de opkomst van thuiscomputers die huishoudens zouden regelen en zouden communiceren met de buitenwereld als het gebruik van persoonlijke pagers (een soort mobiele telefoons). Achteraf is het makkelijk om hun voorspellingen af te doen als onvermijdelijke, voorzienbare ontwikkelingen. Maar vergelijk het toekomstbeeld van Wiener en Kahn dan eens met dat van Ken Olsen. In 1977, tien jaar verder in de toekomst dan Wiener en Kahn, zei hij op een congres van de World Future Society: ‘Er is geen enkele reden waarom iemand thuis een computer zou moeten hebben.’ Saillant detail is dat Olsen aan het hoofd stond van Digital Equipment Corporation, een van de grootste computerbedrijven in die tijd.
Soms ook er naast
Hoewel ze gelijk hadden over computers, zaten Wiener en Kahn ernaast met een aantal andere voorspellingen. Taxi’s zijn niet vervangen door geruisloze helikopters, de hemel wordt niet verlicht door kunstmatige manen en ruimtevaart is nog geen onderdeel van het dagelijks leven. Ook is onze levensverwachting niet gestegen tot 150 jaar. Jammer genoeg.
Wiener en Kahn vonden deze missers niet erg. Waarom niet? De werkelijke reden dat ze zich met de toekomst bezighielden en nadachten over mogelijke veranderingen in de komende decennia was om, in hun eigen woorden: ‘de rol van gedachteloosheid te verminderen’. Ze omschreven hun werk als ‘een kader voor speculatie’; hun doel was verduidelijking, niet voorspelling.
Het signaal en de ruis
Laten we gaan naar veranderingen tijdig herkennen, de eerste ontwikkelingsdimensie van ons visionaire vermogen. Net als Wiener en Kahn streven wij er niet naar om juiste of zelfs ook maar nauwkeurige voorspellingen van de toekomst te doen. In plaats daarvan willen we ons bewuster worden van veranderende werkelijkheden, we willen voelsprieten ontwikkelen voor de zwakke signalen dat de toekomst misschien een andere richting op gaat dan de huidige of verwachte richting. Dan kunnen we beter worden in het herkennen van zulke signalen en hun potentiële impact wanneer ze zich in een vroege vorm openbaren.
Je vermogen om veranderingen tijdig te herkennen vormt de kern van wat leiderschapsexpert Warren Bennis adaptive capacity noemt, aanpassingsvermogen. ‘Ik realiseer me nu dat de enige vaardigheid die absoluut essentieel is voor leiders – de belangrijkste vaardigheid – aanpassingsvermogen is. Door hun aanpassingsvermogen kunnen leiders snel en intelligent reageren op onverbiddelijke verandering,’ stelt hij. Volgens hem vormen aanpassingsvermogen, visie, authentieke stijl en integriteit de vier ‘hoekstenen’ van leiderschap. In het boek Anticipeer ga ik hier dieper op in.
Aanpassingsvermogen
Samen met Robert Thomas bestudeerde Bennis meer dan veertig leiders, zowel jonge (tussen de 21 en 34 jaar oud) als oudere (tussen de 70 en 82 jaar oud), voor hun boek Geeks and geezers. Ondanks een paar verschillen tussen de twee groepen kwamen Bennis en Thomas erachter dat al deze leiders een goed aanpassingsvermogen hadden: het vermogen om flexibel te zijn en zich aan te passen aan nieuwe situaties en contexten. De auteurs noemden de leiders met het grootste aanpassingsvermogen first-class noticers: deze leiders zijn in staat om een hoge mate van contextintelligentie, inzicht in de verandering van hun omgeving, te creëren.
Deze intelligentie voor context hangt nauw samen met onze dimensie van veranderingen tijdig herkennen; bij beide gaat het om het vermogen om relevante inzichten te vergaren waardoor je veranderingen eerder opmerkt dan anderen. Om het in technische termen uit te drukken: de intelligentie voor context verbetert je vermogen om het signaal van de ruis te onderscheiden. Het signaal is de belangrijke informatie die je wilt opvangen, de vroege waarschuwingssignalen. De ruis is gewoon nieuws, entertainment of een leuk weetje, niet iets om te onthouden of je zorgen over te maken.
Bron: Anticipeer
Door: Rob-Jan de Jong