We moeten ons realiseren dat alles wat we doen, denken en waarnemen verbindingen zijn tussen hersencellen. Dit proces hebben we voor een belangrijk deel zelf onder controle. Vroeger dacht men dat onze hersens werkten met vaste verbindingen, dat er na een bepaalde leeftijd een soort hardwired systeem was ontstaan en dat ieder deel van het brein een vaste functie had. Nu weten we dat onze hersens een blijvende plasticiteit hebben, dat vorm en functie kunnen veranderen en dat het aantal mogelijke verbindingen in ons brein praktisch oneindig is. Puur onze gedachten veranderen ons brein. Na iedere gedachte is het brein anders.
Hele series boeken brengen dit onder onze aandacht en dat is goed nieuws. We noemen hier: Verander uw brein, verbeter uw leven van Daniel Amen, Het Superbrein-geheim van Margriet Sitskoorn, Train your Mind, Change your Brain van Sharon Begley en The Art of changing the Brain van James Zull.
Netwerken van patronen
Onze hersens vormen enorme netwerken van patronen. Het maken van nieuwe patronen vraagt in het begin meer energie en ons brein heeft de neiging om de weg van de gevestigde patronen te kiezen in plaats van het maken van nieuwe verbindingen. Als we mogen kiezen tussen het nemen van de snelweg of het hakken van een pad door de jungle, dan nemen we de snelweg. Als overlevingssysteem is dit ook noodzakelijk, want als we bij iedere handeling weer alle opties zouden moeten afwegen zouden we maar tot weinig in staat zijn. Alleen al met zes rode legosteentjes met 8 noppen zijn 102.981.500 verschillende combinaties te maken. Als we iedere ochtend wanneer we ons aankleden alle combinatiemogelijkheden zouden moeten afwegen zouden we een probleem hebben. Volgens Edward de Bono zijn we dan 76 jaar bezig om ons aan te kleden, ervan uitgaande dat we elf kledingstukken hebben en één minuut nemen voor iedere combinatie.
Ons brein zoekt naar routine en patronen. Het doorbreken van geijkte patronen is juist heel nuttig. Het is de basis voor creativiteit en we maken nieuwe patronen en verbindingen tussen hersencellen. Anderzijds zullen we om iets goed te beheersen juist veel dezelfde oefeningen moeten doen en snelwegen moeten maken tussen hersencellen. Als we veel piano spelen, leren we goed pianospelen. Als we veel Frans spreken, worden we goed in Frans spreken. Maar ook: als we veel zeuren, worden we goed in zeuren en als we ons veel zorgen maken, worden we goed in zorgen maken.
We kunnen onze hersens vergelijken met een spier. Als we een spier lange tijd niet gebruiken, verzwakt hij enorm.
Fabels over hersens
Er zijn veel fabels in omloop over hersens en ouder worden. Het meest gehoorde verhaal is toch wel dat we rond ons 25e jaar onze piek hebben op het gebied van onze geestelijke vermogens en dat we daarna langzamerhand afzakken naar de seniele aftakeling. Dit kan inderdaad het geval zijn, vooral als we onze hersens sparen door ze niet meer te gebruiken. We kunnen onze hersens vergelijken met een spier. Als we een spier lange tijd niet gebruiken, verzwakt hij enorm. Kijk wat er gebeurt als we een been breken en in het gips moeten. Als het gips eraf gaat, is er geruime tijd oefening voor nodig om de spieren weer op het oude niveau terug te krijgen (als we spieren heel lang niet meer gebruiken lossen ze zelfs helemaal op; dit is gelukkig niet het geval bij onze hersens).
Willen we onze hersens in goede staat houden, op het niveau van de 25-jarige of beter, dan zullen we ze moeten blijven gebruiken, prikkelen, stimuleren en op hun donder geven. Het beste motto hiervoor is: Use it or lose it.
Bron: Gebruik je hersens