Flow is het moment waarop iemand in staat van opperste concentratie is en daardoor volledig opgaat in de activiteit of handeling die hij uitvoert. Het is iets wat van nature in ieder mens aanwezig is. Kenmerken van flow zijn bijvoorbeeld dat de tijd voorbijvliegt en je je als een vis in het water voelt. Mihaly Csikszentmihalyi (2000) is de ontwikkelaar van de flowtheorie en medegrondlegger van de positieve psychologie. Hij schrijft dat mensen het gelukkigst zijn, wanneer ze in een staat van opperste concentratie zijn en daardoor volledig opgaan in de activiteit of handeling die ze uitvoeren. Zijn uitgebreide onderzoek laat zien dat flow een belangrijke bijdrage levert aan creativiteit en welzijn.
Flow-model
In Csikszentmihalyi’s flowmodel wordt de emotionele toestand weergegeven waarin iemand zich kan bevinden gedurende het uitvoeren van een taak of activiteit. In dit model geeft de horizontale as weer hoe iemand de eigen vaardigheid ervaart. Hoe meer de gecoachte naar rechts gaat, hoe meer hij het gevoel heeft dat de uitvoering van zijn activiteit goed gaat. De verticale lijn geeft weer in welke mate iemand uitdaging ervaart. Hoe meer de gecoachte omhoog gaat, hoe meer uitdaging hij ervaart. De meest positieve flowervaringen verschijnen wanneer iemand ervaart dat zowel zijn vaardigheden als zijn uitdagingen boven zijn gemiddelde niveau liggen. Dit wordt rechtsboven in het model weergegeven. Het model geeft acht emotionele gemoedstoestanden.
1 Bezorgdheid en 2 Angst
Wanneer iemand denkt dat de uitdaging waar hij voor staat groter is dan de vaardigheden die hij in huis heeft, kan het ertoe leiden dat hij zich zorgen maakt en uiteindelijk zelfs faalangst krijgt (belangrijk dat men zich hierbij realiseert dat dit dus niet werkelijk zo hoeft te zijn; het kan vooral de gedachte zijn die de gecoachte belemmert: ik kan dat niet, dat lukt mij nooit, anderen zijn veel beter dan ik).
3 Ontspanning
Wanneer iemand specifieke vaardigheden uitvoert die hij niet op hoog niveau als uitdagend ervaart, zit hij in een toestand van ontspanning. Ontspanning is prima, maar kan ook uiteindelijk verslapping worden. Hier is het interessant om een gecoachte die zichzelf in deze toestand herkent, aan de hand van het model te laten zien wat er kan gebeuren als hij meer uitdaging zoekt en waar hij naartoe beweegt als hij juist wegblijft van enige uitdaging (verveling, lusteloosheid).
4 Verveling
Ontspanning kan overgaan in verveling wanneer de activiteit geen serieus beroep meer doet op iemands vaardigheden (en de vaardigheden dus lang niet volledig hoeven worden ingezet). De persoon in kwestie zal dan verveeld raken of zelfs apathisch (lusteloos of onverschillig).
5 Apathie
Wanneer iemand zich uiteindelijk in deze toestand bevindt, zullen lusteloosheid en motivatiegebrek centraal staan. De gecoachte heeft nauwelijks nog interesse voor de dingen die hij doet en ervaart weinig emoties.
6 Opwinding
De toestand van opwinding doet zich voor wanneer de persoon een bovengemiddelde uitdaging aangaat waarbij hij op gemiddeld niveau zijn vaardigheden gebruikt. In deze toestand voelt hij de druk en is hij geconcentreerd, maar niet specifiek blij of gelukkig.
7 Controle
Wanneer de persoon alles onder controle heeft, voelt hij zich blij of gelukkig, maar is hij niet sterk geconcentreerd.
8 Flow
Wanneer de gecoachte de toestand van flow ervaart, komt alles samen. Echter, opwinding en controle zijn twee goede posities om in te verkeren wanneer men aan het leren is. Immers, vanuit deze twee posities is het voor de gecoachte makkelijk om te bewegen naar de flowpositie.
Bron: Ontwerp je ontwikkeling
Door: Marianne Meijers