Eva Kwakman brak als officier van justitie schuttingen af en wijst nu andere organisaties de weg naar de bedoeling: ‘Laat de vakman doen wat goed is’
Hoe kun je in hemelsnaam niet werken vanuit de bedoeling. Dat vraagt Eva Kwakman zich regelmatig af. Als officier van justitie lukte het haar om partijen echt te laten samenwerken op het domein Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Dat leverde haar de titel Rijnlander van het Jaar op. Tijdens het Event Verdraaide Organisaties gaat ze het hebben over de rol van regels in relatie tot de bedoeling. ‘Het is nooit: regels zijn regels. Dat de regel ook voor anderen geldt, is nooit een goed antwoord.’
‘Fantastisch proces’
Officier van Justitie is ze al een tijd niet meer. Eva Kwakman werkt na een carrière bij het Openbaar Ministerie nu bij de Algemene Bestuursdienst van de Rijksoverheid aan een stimulerend klimaat waarin vakmensen goed kunnen functioneren. Zodat ook zij kunnen werken vanuit de bedoeling, net zoals Kwakman dat deed en doet. Als Officier van Justitie op het domein Huiselijk Geweld en Kindermishandeling slaagde ze erin om mensen over hun schuttingen te laten kijken. Zodat alle organisaties en instanties die de veiligheid van kinderen voor ogen hebben, als netwerk met elkaar gingen samenwerken, via de lijnen van ieders vakmanschap. Omdat er meer nodig is om kinderen te beschermen dan de optelsom van losse interventies. Het was een fantastisch proces, zegt ze, dat veel heeft opgeleverd. Het zou maar zo het hoogtepunt uit haar carrière kunnen zijn. ‘Dit beleef ik denk ik niet nog een keer.’
Ze staat op 19 november samen met Wouter Hart en Erben Wennemars op het podium tijdens het Event Verdraaide Organisaties, naar het gelijknamige boek van Wouter Hart waarin hij het begrip ‘de bedoeling’ introduceerde. Hart belt haar regelmatig wanneer hij wil weten hoe je vanuit juridisch perspectief een vraagstuk over de bedoeling kunt aanvliegen. Wat de legitimiteit van regels is. Want het zijn immers vaak regels waar mensen over klagen of zich achter verschuilen. Regels die tegenhouden wat er echt zou moeten gebeuren in een organisatie.
Werken vanuit de bedoeling: wat betekent dat voor jou persoonlijk?
‘Ik kan eigenlijk niet anders dan zo naar mijn werk en naar organisaties kijken, ik zou niet weten hoe. Toen ik het boek van Wouter in 2015 las, dacht ik oh wat fijn, iemand heeft het opgeschreven. Zijn boek geeft mij heel veel taal om aan mensen uit te leggen hoe ik het zie. Dat is heel helpend.’
Helpend om de ander beter te begrijpen of om het evangelie te verspreiden?
‘Nou, de eyeopener is vooral dat anderen het anders zien en we elkaar daarom dus niet altijd verstaan. Ik begrijp inmiddels wel beter wat zij denken dat werkt maar ik snap nog steeds niet waaróm zij denken dat dat echt werkt.’
Je bent jurist. Als je het over de systeemwereld versus de bedoeling hebt, dan lijkt de jurist toch bij uitstek omgeven door kaders en regels?
‘Het is een misverstand om te denken dat we geen systeemwereld nodig hebben. Sommige dingen zijn namelijk best handig om even af te spreken met elkaar. Maar je moet wel weten waarom die regel er is, op welk niveau de regel zich bevindt en welk gewicht eraan hangt. Staat het in de wet of hebben drie ambtenaren op een middag met elkaar afgesproken dat ze voortaan zo gaan werken? Mijn eerste vraag als mensen over regels beginnen is altijd: waar staat dat? En als het nergens staat, dan moet ik niks en dan mag het dus gewoon.
‘Het recht is bij uitstek een domein dat gericht is op werken vanuit de bedoeling, daar is het hele systeem op ingericht. Het zit verweven in het hele vak. Leerstukken als redelijkheid en billijkheid, de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, dat zijn waarden die je altijd toe moet passen, los van de regel waar je mee bezig bent. Het is nooit zwart wit, het is nooit regels zijn regels. Er zijn altijd omstandigheden, er is altijd context.’
Toch worden regels vaak gebruikt als excuus.
‘Als je regels als systeemoplossingen gaat gebruiken waar het goede uit moet volgen dan gaat het mis. Mensen vinden het ergens ook prettig om op die manier te werken. Dat zijn ze zo gewend, ze zoeken houvast, vinden het lastig om verantwoordelijkheid te nemen of ervaren geen mandaat. Tegelijk zijn de meeste mensen op een plek gaan werken omdat ze ergens in geloven. Maar dat raken ze vergeten. Iedereen verlamt van een organisatie waarin heel veel systeemwereld is. Maar als je dan vraagt: met welke ideeën kwam je hier werken, dan gaan ze aan.’
Kan het ook luiheid zijn?
‘Vast. Niks menselijks is niemand vreemd. Ik heb Eberhard van der Laan als leermeester gehad. Zijn adagium was: je mag een vraagstuk niet loslaten voordat een ander het van je heeft overgenomen. Dat kan heel vervelend zijn hoor, het is makkelijker om te denken: ik heb alle vinkjes gezet en ik ben er klaar mee.’
Mensen zijn ook vaak bang dat je willekeur krijgt als je de regels niet volgt of een uitzondering maakt.
‘Dat hangt van je definitie van willekeur af. Ik kijk liever naar het doel dat bereikt moet worden. Wat is de achtergrond van de regel, het waarom van de regel. Dat de regel ook voor anderen geldt, is nooit een goed antwoord. Gelijke gevallen bestaan niet, je moet naar de omstandigheden en de mens kijken. We zijn geen schroefjes maar mensen met een context en een situatie.’
Waarom lukte het jou om over schuttingen heen te kijken en bestaande structuren te negeren?
‘Ik ben iemand die nooit uit de waarom-fase is gekomen. Waarom doen we dit? En als we dit doen, waarom dan op deze manier? Ik wil snappen waarom ik iets aan het doen ben. Dus ja, dat betekende dat ik in het begin van mijn carrière wel eens min of meer botsend rondliep. Ik was dan de spreekwoordelijke olifant in de porseleinkast. Soms werd ik boos en soms raakte ik geïnspireerd. Maar uiteindelijk lukte het om verbinding te maken en andere mensen te vinden die ook bereid waren om over hun schutting te kijken.’
Waren er in dat grote domein Huiselijk Geweld regels die je dwars zaten?
‘Alleen al de definitie van het woord kindermishandeling was voor elke instantie anders. In het strafrecht is dat iets anders dan in de Jeugdwet. Maar dat betekent niet dat we niet konden samenwerken. Het betekende wel dat we moesten definiëren waar we samen konden optrekken en toen we dat helder hadden leidde dat al tot onderling begrip. Je weet dat de andere instantie in een bepaald geval niks mag doen, dat je in sommige gevallen de enige bent die kan en dus moet handelen.’
Stel je zou dat vraagstuk als systeemdenker hebben benaderd?
‘Dan versta je elkaar niet. Natuurlijk moet je dan ook wel samenwerken, maar sámenwerken is iets anders dan tegelijk werken. Samen iets begrijpen en doorgronden, dat gaat verder. Wij hebben eindeloos met elkaar gepraat over wat we bedoelen met een woord als veilig. En we hadden te maken met strijdige beroepscodes. Wanneer ze in een ziekenhuis kindermishandeling ontdekken, dan moet dat aan de ouders verteld worden. Vanuit strafrechtelijk oogpunt het liefst door de politie want die eerste reactie kan belangrijk zijn voor je bewijspositie. Maar die arts zegt: nee, dit zijn mijn patiënten dus het is mijn taak. Dan moet je elkaars perspectief zien te waarderen en soms ook uitspreken dat je er niet uitkomt met elkaar. En in concrete situaties verzin je dan toch iets, dan handel je naar beste inzicht van dat moment.’
Handelen professionals op zo’n moment wel vanuit de bedoeling? Als het gaat om mijn patiënt, ons onderzoek?
‘Nee, zeker niet altijd. Juist in die multidimensionale problemen, kan het lastig zijn om dat grotere belang voorrang te geven. Je bent niet de enige die in zo’n domein aan het werk is. En wat ik al zei: soms kom je er gewoon niet uit. Wel moet je altijd beseffen dat je met jouw handelen een ander dwars kunt zitten en het dan dus onveiliger in plaats van veiliger wordt.’
Als vakmanschappen botsen, gaat dat over ego en hiërarchie?
‘Soms wel. Als je wilt dat er een strafzaak gevoerd gaat worden, dan is het handig dat je naar mij luistert want als officier van justitie breng ik die zaak naar de rechter. Dus als een politieman nog een extra getuige wilde horen, die ik helemaal niet nodig had voor mijn zaak, dan vroeg ik wel: waarom is dat zinnig? Dan zit daar wel hiërarchie in. En ego’s spelen ook een rol. Het kan heel belemmerend zijn wanneer je ego de andere kant opgaat dan de bedoeling.’
Heb je dat zelf ook ervaren?
‘Ook ik heb mezelf afgevraagd: wiens rechtsgevoel probeer ik hier te bevredigen? Is het echt in het belang van het slachtoffer om deze strafzaak naar de rechter te brengen? Binnen het strafrecht heb je de ruimte om te kiezen welke zaken je wel of niet naar de rechter brengt. Je kunt bijvoorbeeld besluiten dat je een ouder die zijn kind heeft geslagen niet vastzet, zolang hij meewerkt aan de ingezette hulpverlening. Dan zijn wij een stok achter de deur. Dat is elke keer een belangenafweging, maar daarin moet het eigen ego dus geen rol spelen.’
Je werd in 2021 Rijnlander van het jaar. Hoe leg jij Rijnlands werken uit?
‘In het Rijnlands werken staat de term vakmanschap centraal. Voor mij is dat het besef dat de organisatie er is voor het vakmanschap. Het doel van een overheidsorganisatie moet zijn om de vakman in interactie te laten zijn met de burger, het doel van een school moet zijn om de vakman in interactie te laten zijn met het kind. Ik hussel zelf het Rijnlands denken en de bedoeling een beetje door elkaar. Voor mij is het een kwestie van dingen niet te ingewikkeld maken, maar doen wat je denkt dat goed is. Altijd zelf blijven nadenken, maar ook weten wat je niet weet.’
Hoe kun je mensen meer ruimte gaan geven voor dat vakmanschap. Hoe doe jij dat?
‘Ik probeer op te halen waar mijn collega’s tegenaan lopen. Mensen mogen niet gratis bij mij klagen, dus dan gaan we kijken hoe we hun vraagstukken op kunnen lossen. Het wordt vooral lastig wanneer medewerkers meer betrokkenheid dan invloed ervaren. Dan lopen ze heel snel leeg. Ik probeer dan te helpen door te kijken wat er binnen iemand macht ligt en mijn eigen invloed aan te wenden om datgene op te lossen wat daarbuiten ligt.’
Herken jij jezelf in sommige collega’s? Je noemde jezelf een olifant in een porseleinkast die soms boos werd.
‘Ik vind het alleen maar goed als er emoties zijn. Ik snap het als je soms moet huilen van machteloosheid. Maar daarna moet er wel beweging komen. Wanneer collega’s handelingsperspectief krijgen en aan de slag kunnen, dan maakt de emotie plaats voor gedrevenheid.’
Zijn er momenten dat ook Eva Kwakman even niet Rijnlands of vanuit de bedoeling werkt?
‘Natuurlijk heb ook ik soms de neiging om even de binnenbocht te nemen. Bijvoorbeeld: je agendeert een bepaald punt, maar mensen zijn niet toe aan het gesprek en dat weet je. Ga je dan toch de agenda leidend maken? Het is steeds een beetje zoeken, want soms moet je ook een besluit nemen binnen de tijd. Ik stel mezelf dan de vraag: doe ik het voor de bedoeling of voor mijn eigen gemoedsrust?’
Wat adviseer je mensen die een stapje willen zetten in hun vakmanschap richting de bedoeling?
‘Ga het doen! Heel veel mensen kunnen goed uitleggen hoe het zou moeten zijn. Maar wat doe jij dan om het te verbeteren? Begin vandaag door iets anders te doen dan wat je gisteren deed.’
- Erbij zijn op 19 november? Schrijf je hier in voor het Event Verdraaide Organisaties >>>
Over Eva Kwakman
Eva Kwakman was ruim 20 jaar officier van justitie en daarmee lid van de rechterlijke macht. Als leidinggevende bij verschillende onderdelen van het Openbaar Ministerie heeft ze zich ingezet ‘de pijl te draaien’ en de systeemwereld weer te gebruiken als ondersteunend aan de bedoeling, in plaats van leidend. Als landelijk OvJ Huiselijk Geweld, Zeden en Kindermishandeling heeft ze de binnen- en buitenwereld van het OM langs de lijnen van vakmanschap met elkaar verbonden en zo bijgedragen aan de bedoeling van het OM op de onderwerpen: veiligheid, veerkracht en normstelling. In 2021 is ze hiervoor uitgeroepen als ‘Rijnlander van het jaar’. Vanaf februari 2024 is Eva onderdeel van het interimprogramma van de Algemene Bestuursdienst van de Rijksoverheid. Vanuit dat programma wordt ze ingezet in opdrachten bij verschillende departementen en bij uitvoeringsorganisaties.
Door: Jannie Benedictus