Voor een goede inrichting van het onderwijs is een deltaplan nodig. Dat zegt rector Eric van ’t Zelfde, die wordt gedreven door het hogere doel: goed onderwijs voor alle kinderen. Binnenkort verschijnt zijn boek Code Rood, waarin hij oplossingen biedt voor het kwalitatieve en kwantitatieve lerarentekort, en handvatten biedt voor leidinggevende om te komen tot het beste onderwijs door de beste teams. ‘Want niet iedere docent is goed, of goed gemotiveerd, en als leidinggevende speel je een belangrijke rol om die collega meer of weer werkplezier te bieden.’
Eric, over een maand verschijnt je nieuwe boek, Code Rood, ben je zenuwachtig?
Ik vind het spannender dan normaal, dat komt door de reacties op de aankondiging van het boek. De mensen die het manuscript hebben gelezen zijn dolenthousiast en vol lof. De mensen die alleen de aankondiging hebben gelezen, zijn hard in hun oordeel. Dat maakt de ontvangst van het boek voor mij spannend.
Je start het boek met de zin: “Dit boek is geschreven op de vooravond van het mislukken van de meritocratie.” Dat is nogal een uitspraak.
Maar dat klopt ook. Ik maak me hier grote zorgen over. De gedachte dat ‘waar je wieg staat, niet bepaalt waar je eindigt’, of het ideaal dat je door onderwijs jezelf ‘verder’ kon brengen of ontplooien, geldt nog maar voor een selecte groep leerlingen in Nederland.
Er moet veel veranderd worden aan de inrichting van ons onderwijs, er is eigenlijk een Deltaplan nodig. Ik stip in het boek ook het probleem van het lerarentekort aan, maar dan wel de twee tekorten. Ik zie het kwantitatieve tekort. Er is nu 15.000 fte tekort aan leerkrachten en docenten en nog eens 1000 fte tekort aan directies, want niet iedereen wil nog leidinggeven aan een school. Dat is funest voor leerlingen en voor het personeel op scholen. Maar zie je dit terug in de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen? Nee! Dat moet ons toch zorgen baren?
Ik noem in het boek ook het kwalitatieve lerarentekort, want dat blijft onderbelicht. Dat tekort is eigenlijk de roze olifant in de kamer. Niet iedere docent is nog even goed, of nog even gemotiveerd, of nog even energiek. Dit heeft meerdere oorzaken, dus ik leg de schuld niet bij deze collega’s. Deze collega kan in de steek gelaten zijn door een directie, of is teleurgesteld in iets. Wat dat ook is, daar moet je als leidinggevende achter komen, wil je de kwaliteit weer verhogen bij hem of haar. Het kwalitatieve lerarentekort is enorm schadelijk voor onze leerlingen, voor onze kinderen. Dat verschijnsel moet benoemd en geadresseerd worden. Dit boek biedt ons de mogelijkheid om als team ‘beter’ te worden. Dus ik vind het eigenlijk een belangrijk boek dat een antwoord biedt op een belangrijk actueel probleem.
Welke effect hoop je dat je boek heeft op organisaties?
Code Rood biedt een kijkwijzer waarmee je je personeel veel beter in kaart kunt brengen om die collega daarna te helpen beter te worden in de uitvoering van zijn vak, ongeacht in welke organisatie je ook werkt. In iedere organisatie heb je iets dat ik ‘structureel waarneembaar gedrag’ noem. Op basis van dat gedrag weet je welke hulp of steun of waardering je een collega kunt bieden om ‘meer werkplezier’ of ‘weer werkplezier’ te krijgen. Dat ‘weer werkplezier’ is belangrijk. Je weet na het lezen van het boek ook welke benadering je kunt kiezen en hoe je dit in het belang van deze collega kunt inzetten.
Er is inmiddels wat ophef over je boek, er zijn zelfs Kamervragen over Code rood gesteld namens D66 door Mw. Kiki Hagen. Wat doet dat met je?
Kamervragen over een boek vanuit een politieke partij, in een democratie, over een zelfs nog te verschijnen boek, dat is surrealistisch. Als je beseft dat een Kamervraag 3750 euro per vraag kost, dan dient D66 hier vragen in voor een bedrag van 11.250 euro aan belastinggeld. Over een boek dat nog niet eens in de winkel ligt. Men had mij beter even kunnen bellen of dat hele bedrag aan een basisschool in een achterstandswijk moeten geven.
Verwacht je veel gedoe over de inhoud van Code Rood na de verschijningsdatum?
Ik verwacht juist het tegenovergestelde. Het is een belangrijk boek voor alle teams in alle organisaties. Ongeacht in welke tak van sport je werkt. Je gaat als medewerker veel beter jezelf begrijpen en beter begrijpen wat je rol is in de organisatie.
Voor de leidinggevende is het een kijkwijzer hoe je je mensen voortdurend kunt verbeteren door bijvoorbeeld waardering, coaching, scholing, enthousiasmering, bijsturing. Het stipt ook aan wat structureel waarneembaar rood gedrag vanuit directies richting het personeel op termijn met personeel doet. De kijkwijzer is namelijk geen eenrichtingsverkeer. Het is een kijkwijzer die de ziel van mensen moet raken. Ik noem het dan ook een lief boek, misschien zelfs wel te lief, al zullen anderen het een stevig boek vinden.
Je hebt het in Code Rood steeds over ‘het hogere doel’. Wat is dat volgens jou?
Het hogere doel is goed onderwijs voor alle leerlingen in Nederland. Er is door de kwalitatieve tekorten, door de kwantitatieve tekorten, door oude schoolgebouwen, door gebrek aan visie op het onderwijs, zowel landelijk als in sommige scholen zelf, simpelweg geen sprake van een brede (en gegarandeerde) kwaliteit van het onderwijs in Nederland. Dat moet gewoon beter.
Dat noem ik het hogere doel en daar wil ik strijdbaar voor blijven. Ik hoop dat Code Rood aanzet tot die dialoog in onze organisaties. Dat we met elkaar weer het inhoudelijke gesprek aangaan over wat goed onderwijs is en hoe we elkaar als team iedere dag iets beter kunnen maken.
Wil je verder nog iets kwijt?
We mogen de meritocratie niet verloren laten gaan. De kinderen in Nederland vertrouwen op de volwassenen, laten we er dan ook voor ze zijn. Ze verdienen het beste onderwijs door de beste teams. Laat Code Rood die discussie aub op gang brengen! En misschien tot slot: Zolang de volwassenen in dit land polariseren, geven we deze polarisatie door aan onze kinderen. Zoals wij zijn, zo zijn de tijden. We moeten onszelf herpakken als land.
Door: Eduard van Brakel