Als kind ondervond Bouchra Talidi aan den lijve hoe het is om buitengesloten te zijn, er niet bij te horen. Dit gevoel gun ik niemand, dacht ze. Talidi studeerde arbeidsrecht en werd expert op het terrein van diversiteit & inclusie. Nu helpt ze grote organisaties om inclusiever te worden. ‘Elk mens moet gezien worden.’
Bouchra Talidi (44) viert vakantie met man en dochters wanneer dit (telefonische) interview plaatsvindt. ‘We zitten in een houten huisje in het Twentse bos’, zegt ze. ‘Klinkt dat romantisch?’ Schaterlach. ‘Er zijn heel veel teken en de kinderen maken ruzie.’
Talidi ‘mag’ van haar gezin elke dag een uurtje werken in de vakantie. ‘Ik loop nu met oortjes in door het bos.’
Je werkt sinds kort als zelfstandig expert op het gebied van diversiteit & inclusie. Hoe gaat dat?
‘Ik ben in november volledig voor mezelf begonnen, nadat ik lange tijd op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heb gewerkt als programmamanager diversiteit & inclusie. Ik wilde meer organisaties kunnen bereiken. Als zelfstandige word ik ingehuurd om trajecten te begeleiden, maar ik geef ook workshops en lezingen. Op dit moment doe ik een opdracht bij de KRO-NCRV en ik start binnenkort bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat/ Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit.’
Wat willen die organisaties van jou?
‘Het zijn publieke organisaties die een afspiegeling van de samenleving willen zijn. Die intentie is er. Maar toch lukt het niet, of niet goed genoeg. Vaak worden er losse dingen gedaan, zoals een workshop hier en een werkgroep daar. Maar echt samenhangend beleid, dat is lastiger. Het begint met een visie: wat versta je onder diversiteit en waarom wil je het? Je moet als organisatie zelf echt begrijpen welk doel het dient.’
Hoe pak je dat aan?
‘Voor een goede beleidsstrategie doe ik eerst een nulmeting. Waar staat een organisatie als het gaat om gender, leeftijd, afkomst, handicap en LHBTI. Welke groepen zijn ondervertegenwoordigd? Wat hebben de teams nodig? Ik pak ook de werving aan, de procedures en de vacatureteksten. En ik zoek de weerstand op. Waarom lukt het niet? Wat houdt mensen tegen? Ik hoor vaak: we willen wel meer vrouwen of meer culturele diversiteit, maar we kunnen niemand vinden.’
En wat zeg jij dan?
‘Natuurlijk zijn die mensen er wel. Maar je moet anders zoeken. Wanneer een redactie bijvoorbeeld gasten zoekt voor een talkshow, dan zijn ze geneigd in de bestaande kaartenbak te kijken. Dat is snel en handig en je weet wat je krijgt. Het is ook heel menselijk om dat te doen. Maar als je echt iets wilt veranderen dan volstaat dat niet meer. Je moet dan investeren in je netwerk. Maak gebruik van bijvoorbeeld ‘De kleurrijke top 100’ en vraag of zij je willen introduceren bij nieuwe mensen. Of zet een bureau als Diversity Recruitment in of plaats je vacature op een multicultureel platform zoals Binoq/Atana. Zoek andere wegen.’
Wat vind jij van dwang, zoals het vrouwenquotum?
‘Als je alles hebt geprobeerd en niks werkt dan is het nodig om de zaak een boost te geven, om de basis kloppend te krijgen. Je kunt wel puur en alleen naar de bestaande competenties blijven kijken, maar wanneer die alleen leiden tot meer van hetzelfde, dan gaat er iets mis. Een quotum is voor de vrouwen die daardoor een positie verkrijgen, niet altijd makkelijk. Mensen kunnen dan denken: oh ja, jij bent gematst. Maar zo moeten we dat zeker niet zien. We maken ruimte voor een ander geluid. Deze vrouwen zijn de pioniers en de trekkers, en zij zorgen ervoor dat straks andere vrouwen kunnen volgen. Mijn dochters, jouw dochters.’
Is het soms niet frustrerend dat het zo langzaam gaat?
‘Degene aan de macht heeft het goed. Waarom zou die iets willen veranderen, waarom zou dat belangrijk zijn? Zo zie ik het. Maar mensen worden wakker. Na George Floyd, na MeToo. We zijn woke. Er is momentum.’
Het gesprek komt op haar jeugd, waarin ze het als dochter in een Marokkaans gezin niet gemakkelijk had. Ze werd uitgescholden voor vieze Turk, op school onderschat en zag veel onrecht. Haar ouders hadden het niet breed, maar probeerden uit alle macht mee te komen. De jonge Bouchra ondervond aan den lijve hoe het is om er niet bij te horen. ‘Het raakt me elke keer heel diep om er over te praten’, zegt ze. ‘Ik kan mij nog goed een feestje herinneren waar ik als kind naar toe mocht. Een echt verjaardagsfeestje! Mijn moeder gaf me als cadeautje een oud beertje mee. Goedbedoeld. Alle kinderen lachten me uit. Ik ben het gevoel nooit vergeten. Dat gun ik niemand. Als compensatie ben ik heel hoge cijfers gaan halen. Ik kreeg een mavo-advies maar ben naar het vwo gegaan, heb rechten gestudeerd en ben arbeidsjurist geworden. Maar ik wilde meer impact hebben. Daarom ben ik voor het Rijk gaan werken. Nu als zelfstandige bereik ik nog meer mensen.’
Wat zijn de momenten waarop je de vruchten plukt van je werk?
‘Ik had bij het ministerie een ambassadeursnetwerk diversiteit en inclusie opgericht. Daarin zat ook Martin, een man met een arbeidsbeperking. Hij deed kopieerwerk, haalde bloemetjes bij de receptie en maakte soms een foto. Hij wilde een rol in mijn groep. Ik vroeg wat hij kon bijdragen. Foto’s maken, zei hij. Ik heb Martin gekoppeld aan een van de beste fotografen in Den Haag, die wilde hem graag coachen. Hij kreeg ook nieuwe apparatuur. Inmiddels is hij de vaste huisfotograaf op het ministerie. Dat is geweldig. En dat is gelukt door Martin écht te zien.’
Deze serie heet ‘vrouwen met impact’. Wie is dat voor jou?
‘Michelle Obama en Oprah Winfrey. Ik luister veel naar hun podcasts. Zij tonen menselijk leiderschap, empathie en daadkracht en blijven wie ze zijn. Behouden hun vrouwelijke kracht. Dat is heel belangrijk, ook wanneer je binnen organisaties naar diversiteit en inclusie streeft. Alleen een paar vrouwen aan je bestuur toevoegen voor diversiteit, dat is niet genoeg. Dan ben je op papier divers, maar niet per se ook inclusief. Dat ben je pas wanneer die nieuwe collega’s ook zichzelf mogen zijn. Wanneer ze zich teveel moeten aanpassen, dan heb je niks gewonnen. Dan verandert er immers niks.’
Dat vraagt dus ook veel van leiderschap.
‘Heel veel. Het is niet makkelijk. Het vraagt van een leidinggevende dat hij of zij ook mensgericht kan leidinggeven, mensen ruimte geeft en oog heeft voor ontwikkeling. Doe je dat niet dan gaan mensen zich aanpassen waardoor hun unieke talenten verloren gaan, of ze gaan weg. Naar een organisatie die hun talenten wél ziet.’
- Wil je meer weten over vrouwelijk leiderschap? Volg dan de collegereeks Excelleren in vrouwelijk leiderschap i.s.m. Nyenrode Business Universiteit >>>
Door: Jannie Benedictus