
De moed om bij het lijden van de ander aanwezig te blijven
Je zit tegenover iemand die vastzit. Ze huilt, twijfelt, is moe. Je voelt de impuls: ik wil iets doen. Een vraag stellen, een perspectief bieden of troost geven. Alles in jou wil de pijn verlichten. Maar onder die impuls schuilt een valkuil: zodra jij de ander wilt redden, maak je hem kleiner. Je neemt zijn pijn over, zijn verantwoordelijkheid, zijn pad. En in die subtiele beweging raak je zélf verstrikt in onvrijheid.
Helpen is niet neutraal. Helpen is vaak een vorm van controle. En soms, hoe hard dat ook klinkt, is helpen een vorm van haat: de weigering om aanwezig te blijven bij het ongemak dat het lijden van de ander in jou oproept.
Helpen is haten
Zoals ik ooit leerde van Hans Knibbe, grondlegger van de School voor Zijnsoriëntatie: “Helpen is haten.” Dat kon niet waar zijn. De woorden raakten me diep omdat ze hard en bijna onmenselijk klonken. Tot ik begreep wat ermee bedoeld werd: dat helpen vaak een manier is om niet aanwezig te hoeven zijn bij het ongemak dat het lijden van de ander in jou oproept. Waardoor je dus impliciet nee zegt tegen dit deel van de ander. Je wilt dat het stopt voor de ander, maar eigenlijk, meer nog voor jezelf. Dus ga je iets doen: troosten, adviseren, redden.
En precies daar verlies je het contact met jezelf en met de vrije volwassene tegenover je. Want zolang jij niet bij je eigen ongemak kunt blijven, kun je de ander niet werkelijk ontmoeten zoals hij is.
Vrij begeleiden begint bij de moed om aanwezig te blijven.
Om niet te fixen, niet te verzachten, maar te dragen wat zich aandient, in jou en in de ander. Pas dan kan de ander zijn eigen kracht weer voelen.
Je kent het vast: dat iemand tegenover je zit die niets aan je wil veranderen, die niet probeert te sussen of te sturen. Iemand die eenvoudig aanwezig is, ook als jij in de kramp zit. Dát alleen al werkt bevrijdend, omdat de ander op zijn gemak blijft bij jóuw ongemak. Vaak is dat het meest helende wat er is: niet dat iemand iets doet, maar dat hij blijft.
De redderdynamiek ontleed
In coaching en begeleiding is het redderinstinct diep ingebakken. We worden beloond om te zorgen, om oplossingen te bieden, om te “laten groeien”.
Maar elke keer dat jij denkt: “ik weet wat goed is voor jou”, stap je ongemerkt in de dramadriehoek.
De rollen zijn bekend: redder, slachtoffer, aanklager.
De redder voelt zich nodig, het slachtoffer voelt zich afhankelijk, en de aanklager wijst. Samen vormen ze een systeem van onbewuste loyaliteit: iedereen blijft gevangen in zijn rol. Vrij begeleiden betekent uitstappen uit deze dynamiek, ontspannen ín de Drama driehoek, en kiezen voor de vrije driehoek:
- de vrije begeleider,
- de vrije ander,
- de vrije relatie ertussen.
In die driehoek is er geen hiërarchie van weten of macht. Er is alleen bewuste aanwezigheid, verantwoordelijkheid en vertrouwen.
De ander als vrije volwassene zien
De essentie van vrij begeleiden is vertrouwen. Vertrouwen in de volwassenheid van de ander. Zelfs wanneer iemand wanhopig is, ontregeld of boos, ergens in die mens woont wijsheid. Je werkt met dat deel, ook als het zich nog niet laat zien.
Dat vraagt dat jij zelf stevig blijft staan. Je herkent je eigen reflex om te helpen, en kiest bewust voor ruimte. Je blijft aanwezig, met open hart, sterke rug en gegronde buik. Zo schep je de bedding waarin de ander zichzelf weer kan ontmoeten.
Vrij begeleiden is de kunst om te dragen wat je niet kunt oplossen.
Praktijkmoment
Een teamleider vertelt dat haar team niet in beweging komt.
Ze zucht. “Ik doe zó mijn best. Ik geef richting, ik stel vragen, ik probeer ze te motiveren, maar ze blijven afwachtend. Soms heb ik het gevoel dat ik het allemaal alleen moet dragen.”Je merkt hoe je eigen redder wakker wordt: het verlangen om te helpen, om mee te denken in oplossingen. Maar je kiest iets anders. Je vertraagt.“Wat gebeurt er in jou,” vraag je, “als je ze zo ziet?”Ze valt even stil. “Ik voel frustratie. En ook vermoeidheid. Het voelt alsof ze afhaken.”“En als je ze nu eens ziet als volwassen mensen, ieder met hun eigen verantwoordelijkheid, wat verandert er dan?” Ze kijkt op. Er verschijnt iets zachts in haar blik. “Dan hoeft het niet meer allemaal van mij te komen. Dan kan ik blijven, ook als zij stil zijn.” In dat moment verschuift de dynamiek. De leidinggevende komt terug op haar eigen plek en voelt weer ruimte tussen zichzelf en het team. Ze hoeft niets meer te dragen wat niet van haar is. Daar, precies daar, wordt leiderschap weer vrij.
Vrije begeleiding in de praktijk, drie sleutels
1. Zie het gezonde deel eerst
Vraag niet: Wat is er mis?
Vraag: Wat wil hier weer bewegen?
Dat verschuift de energie van tekort naar potentie.
2. Draag spanning zonder te sussen
Vrij begeleiden is leren verdragen dat het even niet beter wordt.
Spanning hóeft niet opgelost te worden; ze vraagt om jouw aanwezigheid.
3. Spreek vanuit gelijkwaardigheid
Niet: Ik help jou.
Maar: We kijken samen.
Zo blijft de relatie volwassen. Twee mensen die verantwoordelijkheid delen voor wat zich aandient.
Vrij leiderschap
Vrij leiderschap in coaching vraagt moed.
De moed om het lijden van de ander te zien zonder ertegen te vechten.
De moed om niet te helpen, maar aanwezig te blijven.
De moed om de ander te vertrouwen in zijn volwassenheid, ook als die tijdelijk niet zichtbaar is. Want vrijheid betekent niet dat je niets doet. Het betekent dat je aanwezig bent op een manier die de ander herinnert aan wie hij is.
Een vrij mens.
Helemaal.
Door: Nienke de Vries