In zijn boek The Third Wave introduceerde Alvin Toffler het begrip ‘prosument’, een samentrekking van producent en consument (Toffler, 1980). The Third Wave was niet zijn eerste boek. In 1970 was al zijn boek Future Shock uitgekomen en ook nadien zouden er nog verschillende volgen. Zijn thema is en was steeds hetzelfde: de manier waarop we in de twintigste eeuw organisaties hebben ingericht, heeft ons veel gebracht maar heeft ook de nodige schade aangericht. Maximalisatie, schaalvergroting hebben voordelen, maar al snel slaan efficiencyvoordelen om in enorme inefficiënties door onbestuurbaarheid en sterke toename van de overheadkosten.
De meest indringende voorbeelden daarvan zijn in de non-profitsector te vinden, maar daar niet alleen. Het is een interessant fenomeen dat innovaties in grote organisaties moeizaam verlopen of soms helemaal niet van de grond komen. Het verkruimelen van organisaties, zoals we dat nu zien bij bijvoorbeeld General Motors maar ook bij het onderhuids opsplitsen van Philips en de min of gedwongen opsplitsing van ING, zijn eveneens sprekende voorbeelden. Interessant in dit verband is de fundamenteel andere structuur van een organisatie als Microsoft in vergelijk met Google. Waar Microsoft nog altijd de organisatieprincipes van de twintigste eeuw volgt, is Google een typische netwerkorganisatie waarin dezelfde organisatiestrategieën worden toegepast als destijds bij het het bedrijf BSO van Eckart Wintzen. Zijn succes was onder meer te danken aan zijn cellenfilosofie. Hij kon die doorvoeren nadat hij via een managementbuy-out het bedrijf had losgemaakt van Philips. Toen hij later BSO weer terugverkocht aan Philips en er een eind werd gemaakt aan de door hem ingevoerde organisatieprincipes, was het al snel over met het succes van BSO. Ook in Nederland verschijnen er voorbeelden van experimenten met nieuwe organisatievormen en dan vooral gericht op het faciliteren en binden van zzp’ers (zelfstandigen zonder personeel). Voorbeelden zijn bedrijven als CSR Academy, New Shoes Today, Gouden Gasten, maar ook initiatieven als Seats to Meet. Tel bij dit alles ook nog het gegeven op dat meer dan 80% (sommige studies laten hogere percentages zien) van alle fusies en overnames uiteindelijk niet oplevert wat men ervan had verwacht of zelfs op complete drama’s uitloopt… dan moet dat toch te denken geven als er weer iemand met droge ogen beweert dat schaalvergroting tot efficiency leidt.