Pas sinds kort wordt interim-opvolging niet meer ingeschat als onvermogen een CEO voor de lange termijn te benoemen. De ontwikkeling gaat zelfs juist in de richting van meer interim-benoemingen. De vraag is welkse soort interim je wanneer gebruikt. Wij zetten het voor je op een rij.
Titelpretendent
Daar kunnen verschillende strategische redenen voor zijn. Neem de titelpretendent. Dat is iemand uit het topmanagement, die min of meer ‘op proef’ de teugels in handen krijgt. Maakt hij zich als CEO waar, dan kan een permanente benoeming volgen. Zit het tegen dan heeft de RvC tijd om een betere kandidaat te vinden.
Kamerheer
Dan heb je de kamerheer, een voormalige CEO of oprichter die tijdelijk waarneemt tot er een definitieve keus is gemaakt. Vaak wordt de kamerheer ingezet om relaties met belangrijke externe stakeholders te onderhouden, terwijl een interne kanshebber ondertussen de gelegenheid krijgt zich te bewijzen bij de dagelijkse operaties.
Toezichthouder
Deze variant lijkt op een andere, waarbij de voorzittersstoel warm wordt gehouden door een toezichthouder. Dat speelt dan voor een maand of drie tot zes, terwijl een kamerheer het wel een jaar kan uithouden. Beide varianten doen zich bijvoorbeeld voor als een zittende CEO onverwachts vertrekt. Dat is al lang geen uitzondering meer.
Marketeer-interim
Wil een onderneming zich over laten nemen, dan kan de keus vallen op een marketeer-interim. Iemand die het bedrijf goed kent en weet hoe je een organisatie verkoopt. Een vaste CEO zit in zo’n geval met de wetenschap dat hij zijn baan kwijtraakt.
Klusjesman en opruimer
Dan zijn er nog de klusjesman en de opruimer. De eerste moet zorgen voor beter functioneren van de organisatie, waarbij soms pijnlijke besluiten moeten worden genomen, zoals ontslagen. De opruimer is een echt crisistype, iemand die noodlijdende bedrijven er weer bovenop moet helpen. Dat moet dus een ervaren bestuurder zijn. Ook hier geldt dat een zittende CEO problemen kan ondervinden bij het doorvoeren van pijnlijke maatregelen. Hij zal de gevolgen immers ondervinden.
Door: Christine Mooney, Matthew Semadeni en Idalene Kesner