Coley vat de essentie van consistent leiderschap krachtig samen: wees jezelf. Wees geen poseur, hou vast aan je ware zelf. Acteer niet, ben. Zoals Coley impliceert kan het erg verleidelijk zijn om continu tegemoet te komen aan de verwachtingen van de buitenwereld en al doende het zicht kwijt te raken op je echte zelf. Je begint ‘een rol te spelen’, je bent het niet werkelijk zelf. Je bent wie anderen graag zouden zien dat je was, of zelfs wat je zelf denkt dat je zou moeten zijn. Voor je het weet voer je een toneelstuk op dat erg weinig te maken heeft met je ware inborst en wensen. Je adopteert een persona – letterlijk het masker dat je opzet – die de ware jou uit zicht houdt. Je speelt het spel volgens de regels maar knipt de navelstreng met je werkelijke drijfveren en je ware aard door.
Omwille van dit risico van disconnectie met jezelf vinden veel leiders het belang van authenticiteit zwaarder wegen dan het belang van aanpassing. Wat hen betreft is het beter om ‘door te gaan voor wie je bent’ dan te ‘spelen wat je niet bent’. Dit betekent anderen vragen om de ware jij te accepteren en respecteren, maar ook jezelf zover zien te krijgen om je ware zelf te accepteren en respecteren. Authentiek zijn betekent de bereidheid hebben om je ware aard te laten zien en erop vertrouwen dat je niet wordt afgewezen; en als dat wel gebeurt je desalniettemin op je gemak te – blijven – voelen met wie je bent.Wees jezelf. Aap geen grootsheid na. Wees bereid om door te gaan voor wie je bent. - Samual Coley (1825-1880) Amerikaanse methodistische priesterAanhangers van de consistente leiderschapsstijl willen daarom vermijden om ‘een te rol spelen’ en dingen juist ‘recht vanuit het hart’ doen. Hun streven is om eerlijk en rechtdoorzee te zijn, dingen te doen in overeenstemming met wie ze werkelijk zijn en niet in overeenstemming met de verwachtingen. In plaats van toe te geven aan eisen van buitenaf willen ze trouw blijven aan hun innerlijke kompas. Consistente leiders willen leiden op een manier die past bij alle vier de niveaus van hun identiteit: hun persoonlijkheid en fysieke constitutie, hun waarden en overtuigingen, hun competenties en routines, en de hen passende posities en rollen. Dat deze leiders hun acties nauwgezet afstemmen op deze vier identiteitsniveaus heeft tot gevolg dat hun gedrag eerder voorspelbaar zal zijn dan gevarieerd. Om dicht bij zichzelf te blijven kiezen ze de leiderschapsstijlen die het best bij ze passen. Ze zullen die verzameling stijlen gebruiken, niet omdat de situatie erom vraagt maar omdat ze zich er zelf comfortabel en het meest authentiek bij voelen. Het zou te ver gaan om te beweren dat consistente leiders zich onder alle omstandigheden op dezelfde manier gedragen maar ze gedragen zich wel op een voorspelbare manier.