Connecting the dots: wat zoekt Nederland in een manager?

Wat maakt een manager goed? Een vraag die binnen elk bedrijf speelt en waar elke medewerker wel een mening over heeft. Er is niet per definitie één unaniem antwoord.

Ter illustratie: de ene zal de veelal autoritaire Louis van Gaal goed vinden, de andere de ingetogen Erik ten Hag. Beiden succesvolle trainers met totaal verschillende managementstijlen. Dat wil niet zeggen dat de ene stijl beter is dan de andere. Vaak denkt men dat manager vooral goed moet leidinggeven, maar dat is slechts één van de kwaliteiten die hij dient te beheersen. De vraag is wat deze kwaliteiten zijn en nog belangrijker: wat de Nederlander in een manager zoekt? Uit het Nationale Management Onderzoek (NMO) blijkt dat de ideale manager een man tussen 35 en 55 jaar is. Kenmerken waar opmerkelijk genoeg ook de meerderheid van de vrouwen achter staan. Verder wijst het onderzoek uit dat betrouwbaarheid, betrokkenheid, behulpzaamheid en eerlijkheid de eigenschappen zijn die Nederlanders graag in een manager terugzien.

Kwaliteiten

Het werk van managers bestaat uit meerdere facetten waardoor zij naast leiderschap meerdere vaardigheden moeten bezitten en rollen moeten bekleden. Het is weinigen gegeven van nature alle facetten van de verschillende rollen tot in de puntjes te beheersen. Om de vaardigheden (sterker) te ontwikkelen hanteren wij het managementontwikkelmodel, een kwadrant met vier managementtyperingen, elk onderverdeeld in drie belangrijke aspecten:

• De coach: ontwikkelen van medewerkers – samenwerken, ontwikkelen en coachen;
• De leider: inspelen op verandering – inspireren, innoveren en veranderen;
• De ondernemer: realiseren van resultaten – delegeren, commercie en plannen en beoordelen;
• De organisator: werken volgens afspraak – projecten, processen en bijsturen.

Van Gaal v.s. Ten Hag

Toen Van Gaal destijds als bondscoach van Nederland aantrad, was het tijd voor verandering. Om te presteren bouwde hij aan het team dat hoge ogen gooide op het WK in Brazilië. Zijn insteek was reorganiseren en vernieuwen. En dat deed hij. Hij paste 55 procent jeugd in zijn selectie in, liet een recordaantal spelers debuteren, reorganiseerde de staf, ontnam Sneijder zijn aanvoerdersband en verbouwde Huis ter Duin. Ten Hag is daarentegen een echte people manager, geen leider die per se boven de groep staat, maar vanuit kennis en kunde het vakmanschap bij de spelers inprent. Dat heeft hij zo vakkundig gedaan, dat de jonge spelers zich zodanig ontwikkelden dat ze onder grote druk bleven presteren en ver boven zichzelf uit stegen.

Nederland kiest

Uit het NMO komt naar voren dat werkend Nederland (46%) de ‘coachende manager’ de ideale manager vindt, een typering die nauw aansluit bij de bovengenoemde ideale eigenschappen. De coach is iemand die samenwerking, ontwikkeling en begeleiding centraal stelt, een type Ten Hag. De leidende manager staat op de tweede plaats (20%). Een leider zoals Van Gaal focust op innovatie, verandering en inspiratie. De organiserende manager – iemand die zich richt op planning, processen en sturing – en de ondernemende manager (waar ook Van Gaal trekken van vertoont) – met focus op commercie, beoordeling en prestatie – zijn minder populair, respectievelijk met 17 en 16 procent.

Ontwikkeling als uitgangspunt

De Nederlander ziet in de man van middelbare leeftijd de ideale manager. Een man die met hen samenwerkt en hen de kans geeft zich te ontwikkelen. Een echte coach, zoals Ten Hag. Dat wil overigens niet zeggen dat iemand geen goede manager is, of kan worden, als diegene zich niet kan identificeren met een bepaald type. De kwaliteiten in bovengenoemd model kan een (aspirant) manager namelijk gewoon (door)ontwikkelen, of hij/zij nu man, vrouw, jong of oud is. Door: Rob Rijbroek, directeur bij ISBW