Paul Verburgt wil minder management. Maar waarom houdt hij dan toch die manager de hand boven het hoofd?
In het boek Minimal Management houdt Paul Verburgt een vlammend en goed geschreven betoog voor minder management, minder staf en minder regels. Toch blijft één vraag hangen: waarom houdt hij toch die manager de hand boven het hoofd?
In een vlaag van boosheid en verbazing lijkt Paul Verburgt zijn boek Minimal Management te hebben geschreven. Boosheid over de hardleersheid van bestuurders, die wel zien dat anders organiseren noodzaak is, maar tegelijkertijd vasthouden aan traditionele bestuursmodellen. Verbazing over medewerkers, die zich laten ringeloren door managers en hun adviseurs en zich schikken naar de nukken en regels van het systeem. Terwijl het eigenlijk zo logisch en onvermijdelijk is: ‘Doe als de gemiddelde indiaan in een jongensboek en leg je oor op de rails,’ schrijft Verburgt. ‘Hoor je het zachte geratel? Dat is de nieuwe tijd. Vrijheid en eigen verantwoordelijkheid zijn niet mijn speeltje, het zijn de ingrediënten van de toekomst en die toekomst is al begonnen. Minimal management komt eraan en gaat niet meer weg.’
In zijn boek geeft Verburgt geen duidelijke aanwijzingen voor het aantal managers dat bij minimal management nodig is, en dat is eigenlijk al een teken aan de wand. Het enige dat hij zegt is dit: ‘Geef managers zo’n omvattende span of control dat ze eenvoudigweg de tijd niet hebben om op al die vragen naar de bekende weg van medewerkers in te gaan. 100 tot 120 medewerkers per leidinggevende is een mooie versperring.’ Maar wat doen die managers dan? Aangezien ze toch de neiging hebben zich met de teams te bemoeien of zich te omringen door staf, kun je ze maar beter kwijt dan rijk zijn. Dat is pas het echte minimal management.
Lees de hele recensie van Ben Kuiken op nieuworganisere