Kies in ongeacht welke groep van honderd mensen een maatstaf (lengte, gewicht, IQ, haarlengte, snelheid bij een vijftigmetersprint, aantal Facebook-vrienden) en je zult zien dat een aanzienlijk aantal rond het gemiddelde samenklontert. Ongeveer 68 van de 100 mensen zullen dicht bij het gemiddelde zitten. Nog eens 27 zullen veel verder zitten en 4 zullen extreme uitschieters zijn. Dit gebeurt zo vaak dat we het de standaarddeviatie noemen. Het blijkt vooral te gelden voor menselijk gedrag. Socioloog Everett Rogers liet dat zien dat de meeste mensen, als het aankomt op stijl, technologie of innovaties, blij zijn met wat ze hebben. Ze willen doen wat anderen doen en ze zijn niet actief op zoek naar noviteiten.
Sommige mensen echter, de vijftien of zestien mensen aan de linkerkant van de curve in de volgende grafiek, zijn neofielen. Zij zijn early adopters. Zij willen het betere, het slimme, het innovatieve. Zij staan in de rij om naar de filmpremière te gaan, zij upgraden hun besturingssysteem meteen en zij lezen Vogue voor de reclames. En een gelijk aantal mensen, degenen aan de rechterkant van de curve, zullen hun status quo tot de laatste snik verdedigen. Zij lezen nog steeds Reader’s Digest en gebruiken een videorecorder. Goede marketeers zijn bescheiden genoeg om te begrijpen dat je geen minuut behoort te verspillen aan mensen die zich niet aan de linkerkant van de curve bevinden (noch van je eigen tijd, noch van hun tijd). Als mensen tevreden zijn met wat ze hebben, heb je waarschijnlijk niet genoeg tijd of geld om rechtstreeks met ze in contact te komen en ervoor te zorgen dat ze ontevreden worden – dat wil zeggen: geïnteresseerd genoeg in en open genoeg voor verandering om klant te worden. Het is niet aan hen besteed. Niet nu. Met volharding en hersens bereik je ze misschien. Op een dag. Horizontaal. Van persoon tot persoon. Via de juiste media. Maar niet nu. Het zijn de neofielen, de mensen met een probleem dat je nu kunt oplossen (nieuwheid en spanning en de eindeloze zoektocht naar beter) met wie je kunt beginnen.
Op dat moment dus, het moment dat de telefoon overgaat: wat voor doel heeft de interactie dan? Als het doel is er zo snel mogelijk een eind aan te maken, de beller te laten ophangen, verantwoordelijkheid uit de weg te
gaan, het script af te draaien, woorden als ‘zoals aangegeven’ en ‘ons beleid’ te gebruiken, dan… ja natuurlijk, blijf dan alsjeblieft doen wat je doet en kijk toe hoe de boel langzaam instort. Maar bedenk: de kosten van menselijk zijn in deze situatie, worden met gemak gedekt doordat je de verwachtingen van een buitengewone klant overtreft. Stap in je auto, rij naar de andere kant van de stad en wees van de partij. Praat er face-to-face over. Ren naar
FedEx en zorg dat die zending nog met de laatste vracht van de dag meegaat. Met klanten die aangenaam verrast en erg enthousiast zijn kom je heel ver. Laat de CEO de telefoon pakken en die klant bellen die je per ongeluk drie keer te veel in rekening hebt gebracht. Het kost een paar minuten en het zal het alleszins waard zijn. Ik weet dat je het niet voor elke klant kunt doen. Maar je kunt leren om op deze manier te kijken en te handelen.
Bron: Dit is NU marketing
Door: Seth Godin