Na beleven en bevragen zijn we nu aangekomen bij stap 3: begrijpen. Je wilt in deze fase nieuwe kennis ontwikkelen. Dit wordt ook wel ‘sensemaking’ genoemd. De nieuwe kennis kan allerlei vormen krijgen: een les, een principe, een waarschuwing, een regel of zelfs een theorie. Nadat je de nieuwe kennis hebt gecreëerd, kun je deze weer testen in de praktijk.
Nieuwe kennis creëren kun je op twee niveaus doen, volgens Chris Argyris en Donald Schön . Je kunt enkelslagsleren en dubbelslagsleren. Ik leg het uit. De ervaringen die jij hebt, zijn het gevolg van allerlei acties die je doet. Die acties zijn weer gebaseerd op allerlei veronderstellingen en inzichten die je hebt. Wanneer je niet het resultaat krijgt dat je voor ogen had, kun je je acties aanpassen zonder de achterliggende veronderstellingen en inzichten aan te pakken. Dit kun je net zo lang doen tot je het gewenste resultaat krijgt. Dit is enkelslagsleren en dit werkt vaak prima. Maar wat als jouw acties gebaseerd zijn op foute of achterhaalde veronderstellingen of inzichten? Wanneer je aan de slag gaat met het onderzoeken en veranderen van je veronderstellingen en inzichten, dan ben je bezig met dubbelslagsleren. Je gaat daarmee een niveau dieper. Je zet dan niet alleen vraagtekens bij wat je doet, maar ook bij waarom je het doet. En dat is belangrijk, want sommige oplossingen voor problemen kun je alleen bedenken wanneer je aan de slag gaat met je veronderstellingen en inzichten. Zodat je vervolgens nieuwe acties kunt bedenken die hierbij aansluiten.
Dubbelslagleren in de praktijk
Tot slot een tip om dubbelslagsleren in de praktijk te brengen. Pak een A4’tje en leg dit voor je neer. Zet een horizontale streep over het vel. Teken vervolgens twee ijsbergen naast elkaar. Een klein gedeelte van de ijsbergen ligt boven water en het grootste gedeelte onder water (zie figuur op de volgende pagina). Het gedeelte boven water representeert je acties, dus de dingen die je doet, zeg maar je ‘wat’. Onder water zitten je veronderstellingen en inzichten. Dit zijn de redenen waarom je iets doet. In de linker ijsberg schrijf je boven het water op wat je nu doet. Schijf vervolgens onder het water op waarom je dit doet. Wat zijn jouw veronderstellingen en inzichten, waarop jij jouw acties baseert? Ga nu naar je tweede ijsberg. Begin daar onder water. Kies nu eens heel andere veronderstellingen en inzichten (misschien wel tegenovergestelde) als uitgangspunt en schrijf ze op. Vertaal vervolgens deze uitgangspunten naar acties die daarbij passen. Die schrijf je boven water op. De kans is groot dat je nu tot heel andere acties komt. Zo werkt dubbelslagsleren in de praktijk.








