Op 9 juni overleed overleed mijn collega Léon de Caluwé, of in de taal van Twynstra Gudde: LCA. Hij was in 1988 aangenomen om de onderwijskundige adviespraktijk te verstevigen.
Na drie weken was er een bijeenkomst in hotel Oud Londen met mensen die zich betrokken voelden bij de onderwijswereld. Verwachtingsvol werd er naar hem gekeken. Zijn reactie was, kenmerkend voor de onafhankelijke denker die Léon bleek te zijn: ‘Ik heb nu lang genoeg in de onderwijswereld rondgelopen, ik ben toe aan iets anders.’ Hij verliet nog net niet de bijeenkomst. (Een andere eigenschap van Léon was dat hij lang kon zwijgen.) Onze verwachtingen waren niet zo vreemd, want hij was de eerste jaren van zijn loopbaan werkzaam bij het Katholiek Pedagogisch Centrum. Daarna was hij lid van de Adviesraad Voortgezet Onderwijs.
Na verloop van een paar jaar werd de groep O3 gevormd, waarin naast Léon ook Mathieu Weggeman, Gert Wijnen, Jan Bas Loman en ik zaten. Naast adviesopdrachten staken we onze energie in de ontwikkeling van het vak van adviseur. Voor Léon is dat meteen ook de rode draad in zijn loopbaan gebleven, zowel binnen TG als bij de VU. En er was in die jaren nog veel uit te vinden over het vak van adviseur en het aanpalende thema ‘veranderen van organisaties’. We hadden regelmatig stevige discussies over de veranderbaarheid van organisaties. Tijdens een langjarige adviesopdracht hebben we veel gediscussieerd over de uiteenlopende aspecten van de veranderkunde. Al snel zag Léon kans om de kennis die al doende werd opgedaan in de opdracht, te combineren met de discussies die binnen ons bureau werden gevoerd over veranderen. De ‘verstoffelijking’ van het toen ontworpen gedachtegoed is het boek Leren veranderen dat hij samen met Hans Vermaak schreef. En met die wijze van onderzoeken, bedenken, ordenen, overdragen en schrijven zit ook een belangrijk kenmerk van zijn werkwijze: samenwerken met anderen. Hij is blijven schrijven, zo’n dertig boeken, waarvan veel met anderen. Veel mensen zowel bij Twynstra Gudde als in de universitaire wereld zijn schatplichtig aan Léon. Léon was een harde werker, onvermoeibaar. Maar toen hij de pensioengerechtigde leeftijd eenmaal had bereikt, ruimde hij thuis zijn archief op en stortte zich met volle energie en liefde op het grootvaderschap en het kunstenaarschap. Maar rampspoed kruiste al snel zijn pad. Vorig jaar kreeg hij kanker die na enige kuren verholpen leek te zijn. Helaas. In april van dit jaar dook de gevreesde ziekte weer op, nu definitief. We verloren allemaal een warme, nieuwsgierige, productieve, praktische en tegelijk wetenschappelijke, betrokken en eigenzinnige collega. Door: Rudy Kor