Identiteit hangt samen met wat actoren willen bereiken met het netwerk: de gezamenlijke opgave. Je komt achter de gezamenlijke opgave door vragen te stellen als: Welke gemeenschappelijke doelen hebben we? Welke impact streven we samen na?
Opgavegerichte netwerken
Netwerken waarin een duidelijk vraagstuk of een duidelijke oplossing centraal staat, noemen we opgavegerichte netwerken. Deze komen veel voor. Veel organisaties werken aan complexe opgaven die vragen om een integrale aanpak. Complexe vraagstukken zijn meervoudige opgaven die in samenhang met andere opgaven moeten worden aangepakt. Er is geen logische oorzaak-gevolgrelatie en daarom moeten meerdere actoren bewegingen brengen. Niet het werk van één organisatie aan één opgave staat centraal, maar de opgave moet in een groter verband (netwerk) worden bekeken.
We zien dit veel bij grotere veranderingen of ontwikkelingen in een sector, regio of community of practice. Denk bijvoorbeeld aan het algehele welzijn van mensen in de buurt of wijk. Vele actoren spelen een rol en leveren ieder hun stukje in het welzijn van de buurt of wijk. Om dit integraal aan te kunnen pakken, ontstaan vaak netwerken.
De deelnemers committeren zich aan de opgave en verbinden zich om die opgave gezamenlijk te realiseren. Het is belangrijk dat deelnemers eenzelfde beeld hebben van de urgentie en oplossingsrichting van het vraagstuk. Dat beeld kun je dan vertalen in ambities waar deelnemende actoren in coalities aan kunnen werken.
Identiteit toont een gezamenlijke positie
Een identiteit ontstaat op het snijvlak tussen buiten en binnen. Vanuit de interactie met de buitenwereld zie je soms pas wat het netwerk echt kenmerkt en onderscheidt. De identiteit kan daarmee niet los gezien worden van de context van het netwerk en de positie die deelnemende actoren innemen binnen die context. Werken ze allemaal in dezelfde sector, hetzelfde domein, werkveld? Zijn ze allemaal van eenzelfde orde van grote?
Delen ze allemaal een bepaalde verantwoordelijkheid? Werken ze allemaal met een bepaalde leverancier? Veel netwerken ontstaan omdat actoren elkaar zó vaak tegenkomen, dat ze behoefte krijgen om bepaalde dingen te gaan afstemmen en beter te regelen door het maken van afspraken. Bijvoorbeeld, een aantal gemeenten in een bepaalde regio, dat elkaar telkens weer tegenkomt rondom een aantal regionale vraagstukken.
Actoren kunnen ook verbonden zijn doordat ze zich onderscheiden door bepaald gedrag, een gezamenlijke stijl van werken. Voor zulke actoren kan het interessant zijn om zich te verbinden en hun kenmerkende manier van werken gezamenlijk verder te ontwikkelen. Tevens biedt het netwerk een podium om de kenmerkende manier van werken te etaleren naar de buitenwereld. Een sterke identiteit uit zich dus niet alleen in een passie of visie, maar ook in positie, een gedeelde stijl van opereren en/of organiseren.
Best Practise: Netwerk ‘Makkers in de bouw’
Het netwerk ‘Makkers in de bouw’ draait rond de centrale uitdaging: ‘Gedraag je je als een makker in de bouw of als een rakker?’ Iedereen begrijpt dat dit netwerk erop gericht is duurzame constructieve relaties in de bouw te ontwikkelen, tegengesteld aan de verziekte verhoudingen die de bouw lange tijd domineerden. Veel meer is eigenlijk niet nodig om de identiteit van dit netwerk te herkennen. Op een ‘makkerbijeenkomst’ brengt een deelnemer in dat er geen plaats is in het netwerk voor bouwers die rakkergedrag vertonen (in-uit). Dat leidt tot enige ophef.
Is het wel mogelijk zo helder te oordelen? De discussie ontspint zich rond de vraag: mag je pas deelnemen na bewezen makkergedrag of gaat het netwerk over inspireren tot makkergedrag? En als het dat laatste is: hoe bewaar je je geloofwaardigheid als netwerk? Ben je dan nog onderscheidend? Wat maakt het nog bijzonder om deel te nemen aan dit netwerk als iedereen toch welkom is? Spelregels en identiteit van het netwerk gaan hier hand in hand.
Bron: Organiseren in en met netwerken
Onder redactie van: Nikki Willems, Renee Linck en Edwin Kaats.
Het boek: Organiseren in en met Netwerken
nzichten uit hun praktijk vormen de kern van dit boek: het bevat praktische handreikingen voor het ontwerpen, organiseren, vitaliseren van netwerken, en het positioneren en handelen in netwerken. Centraal staan hierbij de bouwstenen van een netwerk: een sterke identiteit, betrokken actoren, betekenisvolle ambities en een goed fundament door passende spelregels, netwerkleiderschap en de juiste vorm.