In ons boek ‘Bezieling werkt’ houden wij een hartstochtelijk pleidooi om in de samenwerking met je collega’s en je klanten er bewust voor te kiezen de ander te benaderen als iemand die je vertrouwen waard is. Dit vanuit onze ervaring dat er in organisaties zoveel energie verloren gaat door elkaar dat vertrouwen niet te geven. Het zorgt er voor dat er overmatig veel regels gesteld moeten worden, die allemaal gecontroleerd en gehandhaafd moeten worden. En het leidt tot een angstige, behoudende cultuur, waarin mensen geen fouten meer durven te maken en er dus steeds minder vernieuwing en innovatie plaats vindt. Wantrouwen is bovendien dikwijls een self fulfilling prophecy: zoals de waard is worden zijn gasten! In dit bewerkte fragment van het boek meer over de keuze om te vertrouwen.
Wees daarbij ook zo realistisch dat niemand, ook jij niet, voor de volle 100 % te vertrouwen is. We zien immers allemaal soms dingen over het hoofd en maken fouten. Als je vertrouwen dus eens een keer beschaamd wordt, schrijf de ander dan niet direct af, maar ga – wederom vanuit vertrouwen – daarover een gesprek aan. En wees opnieuw benieuwd. Verbetert er niets, dan ga je nogmaals zo vertrouwensvol als je kunt het gesprek aan. In negen van de tien gevallen komt het onderweg ergens goed met die ander. En heel soms moet je zeggen: ‘Ik heb je echt mijn vertrouwen gegeven, niet eenmaal, maar twee-, driemaal. Daar houdt het mee op. Mijn grens is bereikt, zo kan ik niet met jou verder.’
Spreek daarbij af met jezelf dat dit gebrek aan vertrouwen niet aan de ander ligt maar aan jezelf. Vraag hulp of verbreek desnoods de relatie; niet omdat de ander niet te vertrouwen is, maar omdat jij dat vertrouwen in die ander niet kunt opbrengen. Natuurlijk kan het ook echt aan die ander liggen, maar doordat je het dicht bij jezelf houdt en je spreekt over waarom het jou niet meer lukt de ander je vertrouwen te geven, geef je die ander tot op het laatste moment maximaal de mogelijkheid zich op zichzelf te beraden.