Nog niet veel bedrijven zijn in hun praktijk bezig met circulair ondernemen. Dat blijkt uit een landelijk onderzoek dat hoogleraar Jan Jonker (Radboud Universiteit) heeft uitgevoerd. Volgens Jonker komen er wel steeds meer organisaties die een gedeelte van hun organisatie circulair maken.
Jonker: ‘Er is bijvoorbeeld een bedrijf dat al jaren broodbakstraten maakt. Die hebben nu een 3d-printer waarmee ze onderdelen kunnen printen om die machines te repareren. Oude, afgeschreven machines of onderdelen hopen ze in de toekomst te gebruiken om daar weer metaalpoeder mee te maken dat als grondstof in de 3D-printer gaat.’ Zo gaan steeds meer organisaties nadenken over circulair ondernemen. En dat nadenken is goed, maar er moet ook actie ondernomen worden. Jonker spreekt dan ook zijn vreugde uit dat er afgelopen week een ambtelijke top is geweest die moet leiden tot vijf transitieagenda’s. Het programma heet Nederland circulair 2050, en de vijf grote thema’s zijn: Biomassa, bouw, maakindustrie, kunststoffen en consumptiegoederen. Jonker noemt dit de grote verbouwing van Nederland: ‘Dit betekent dat er een grote groep mensen vanuit een economisch perspectief bezig is om kaders aan te rijken voor de circulaire economie om de maatschappij te verbouwen. Maar ik heb wel twee zorgen: ten eerste ben ik bang dat het debat dat zich loszingt van de politieke realiteit en niet genoeg verbindt. Hoe zien we dit overheidsprogramma terug in het regeerakkoord? En twee: hoe kunnen we nu in een tijd van ingewikkelde problemen en de noodzaak om circulair te organiseren weer in bedrijfskolommen denken?’