In trainingen is het vrij gebruikelijk dat er tranen vloeien. Dat is niet ook gek. Mensen zijn bang dat het onprofessioneel overkomt als je je emoties niet onder controle hebt. Dus lopen ze wel eens op hun tenen. En omdat mensen zich in trainingen gaan uiten, kan dat wel eens gepaard gaan met emoties. Zit de trainer daarop te wachten? Als het goed is niet, vindt Bert Overbeek.
Hoewel ik trainingsomgevingen ken, waarbij er nogal wordt opgeschept over de emoties van deelnemers (alsof je de kwaliteit van de trainer daaruit kan afleiden), zijn de meeste trainers professioneel genoeg om emoties effectief om te buigen in trainingen, en ze zelfs als een constructief onderdeel te zien van iemands leerproces.Maar niet altijd. Onlangs gaf ik een training waarin een deelnemer opmerkte, dat ze iets heel prettig vond. Wat precies?, vroeg ik. Ze legde het uit. Als iemand emotioneel was of dreigde te worden, dan vroeg ik -net als talloze collega's trouwens- of ik door mocht vragen en ik zei bovendien dat hij goed moest aangeven als hij dat niet wilde. (Dit toestemming vragen om met iemand dieper te gaan vind ik belangrijk, want hij bevindt zich temidden van collega's met wie hij de volgende dag verder moet. En emoties kunnen een enorme impact hebben op de werksfeer; zeker als je ze niet goed ombuigt.)
De betreffende deelnemer vond het heel prettig dat ik eerst toestemming vroeg. Ze had iets meegemaakt dat haar enorm had gestoord. Een paar jaar geleden was haar man overleden. In een begonnen een trainer en een acteur ineens over haar ‘vlakheid': ‘Je maakt geen contact.' Ze gaf aan dat dat kon kloppen, omdat er iets was gebeurd dat moeilijk voor haar was.
Trainer en acteur vonden dat niet voldoende.
-Daar kom je bij mij niet mee weg, zei de trainer, waarop de acteur instemmend en bijna bewonderd knikte. Ze herhaalde echter dat ze er niet over wilde praten. In de groep sprongen twee collega's haar te hulp.
-Wij weten wel wat het is. Laat maar zitten, joh. Beter om er niet over te beginnen.
Maar de trainer, ondersteund door de acteur, vond dat dat het groepsproces ondermijnde.
-Door niet te zeggen wat er aan de hand is, belasten jullie de open, eerlijke communicatie die we hebben afgesproken, drong de trainer aan. Uiteindelijk vertelde ze wat haar dwars zat.
-Toen ging die trainer heel complimenteus zitten doen. Dat het zo sterk van me was dat ik de barriere toch had genomen. Maar ik heb er altijd een heel slecht gevoel aan overgehouden.
Op basis van het verhaal kon ik maar één conclusie trekken: broddelwerk. Het begeleiden van emoties vereist empathie en sensitiviteit. Trainers moeten kunnen onderscheiden wat een grens is van een deelnemer. En het vereist tact om het grijze gebied rondom die grens met elkaar te verkennen. Als iemand heel nadrukkelijk aangeeft dat hij iets niet wil, wie ben jij dan om toch die grens over te gaan?
Natuurlijk mogen trainers mensen uitdagen, en verleiden om over de grenzen van hun huidige situatie en positie te kijken, maar het is van groot belang om daarbij integer te blijven, en aan te voelen hoe iemand verleid wil worden.
Bron: Bert Overbeek, via ManagementSite.
Leesstips:
– Trainen met resultaat
– Tijdschrift voor Begeleidingskunde.