Focussen we doen het allemaal, maar hoe kan het beter? Eugene Gendlin (psychotherapeut en filosoof) heeft het op zich natuurlijke focusproces verdeeld in zes stappen, waardoor het makkelijker geleerd kan worden. Die stappen kunnen ook een houvast zijn als je vast komt te zitten of de draad kwijtraakt. Gendlin noemt dit ‘een touw om je aan vast te houden’. Zolang het proces vanzelf gaat, zonder je mee te sleuren en zonder dat je het contact met je lijf verliest, hoef je je niet om de stappen te bekommeren.
De zes stappen van het focusproces zijn:
- Ruimte maken
- Felt-sense opzoeken of uitnodigen
- Een handvat zien te vinden
- Resoneren
- Vragen stellen
- Ontvangen
Voordat ik deze punten toelicht, wil ik opmerken dat als er nog geen focuservaring is, je als supervisor kunt uitleggen dat iedere interventie een uitnodiging is, aan de focusser (de supervisant) om te checken of het vanbinnen klopt. Vanbinnen kan de ervaring een eigen weg gaan, let vooral op subtiele signalen in het gebied van keel, borst, maag en buik. Het lijf weet de richting voor dit moment, het is belangrijk bij je eigen lijfelijke gevoel te blijven. Laat wat je niet past langs je heen gaan. Focussen kan met de ogen gesloten of met open ogen, laat ze dan rusten op een neutrale plek. Werk met vriendelijke aandacht, alsof je bij een vriend gaat zitten, laat je kritische stemmen even voor wat ze zijn.
De zes stappen uitgelegd
1 Ruimte maken
Ga met je aandacht naar je ademhaling, neem deze waar, je hoeft er niets aan te veranderen. Ga met je aandacht verder naar binnen. Stel je zelf de vraag: wat vraagt nu aandacht? Wacht tot iets komt of kies iets. Neem die hele situatie mee naar binnen.
2 Felt-sense opzoeken of uitnodigen
Wat voel je in je lichaam, wanneer je je het geheel van deze situatie te binnen roept? Voel dat allemaal, dat hele ‘iets’.
3 Een handvat zien te vinden
Wat is de hoedanigheid van het ervaren gevoel, welk woord, beeld of zin komt er uit dat ervaren gevoel? Welk woord of beeld zou dat het beste aanduiden?
4 Resoneren
Ga met je aandacht heen en weer tussen de plek in je lijf en het woord, of zoek naar een woord dat nog passender is. Net zo lang tot je het passende woord of beeld hebt gevonden (felt-sense).
5 Vragen stellen
- Wat is er aan de hele situatie dat me zo … maakt?
- Vraag, als je vastloopt: wat is het ergste aan dit gevoel, wat is hier eigenlijk zo erg aan? Wat heeft het nodig? Wat zou er moeten gebeuren?
- Geef zelf geen antwoord, wacht tot er een antwoord komt, ga het niet bedenken.
- Hoe zou het voelen als alles prima in orde was? Laat het lichaam antwoorden.
- Wat zit er daarbij in de weg?
- Wanneer je overeenstemming krijgt, waarbij de woorden of beelden precies bij dit gevoel passen, laat jezelf dat enige tijd voelen. Dat kan opluchting geven (een shift).
6 Ontvangen
- Bedank jezelf voor deze ervaring.
- Het kan zijn dat je het een en ander wilt noteren, of tekenen.
- Het kan zijn dat je het prettig vindt om deze ervaring uit te wisselen met anderen.
- Onthoud: je hoeft nooit dingen te zeggen die je voor je wilt houden. Blijf goed in contact met jezelf als je uitwisselt.
- Kom terug met je aandacht in de ruimte, in het hier en nu.
Bron: Supervisiekunde
Door: Christine van Duin