Een paar dagen geleden schreven we een stuk over de interviews van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, geschokt over hoeveel onmacht we zagen en hoe onmogelijk het bleek om in de verhoren die onmacht te doorbreken. Inmiddels zijn we een paar dagen verder en hebben we ook (ex-)bewindspersonen gehoord. Zichtbaar onmachtig waren de dames en heren niet, in tegenstelling tot hun (voormalig) ambtenaren. Als water dat van een eend afglijdt, zo makkelijk gleden de vragen van de commissie langs de (ex-)bewindspersonen af. Zo glad werden ze beantwoord. Zo stevig houden de politieke bestuurders ‘their cool’. Dit is hun arena. Dit is hun habitus. Ze kennen dit spel en hun opponent.
Beste Jaap,
De gesprekken verlopen nogal voorspelbaar, naar een script dat beide partijen kennen, in de politieke taal die je in de Kamer bezigt, met een spel van vraag en antwoord waarmee partijen vertrouwd zijn. Een dans tussen rollen die gekend en erkend zijn.
Hakkelend, stotterend en proberend
Hoe anders verliepen de gesprekken van de (top)ambtenaren. Die zaten hakkelend, stotterend en proberend in een voor hen niet geheel vertrouwde setting. Zoekend naar hoe je verhaal over de bühne te krijgen, zonder daar de taal voor te hebben. In hun neutrale politiek-volgzame rol. Zonder ruimte om hun echte verhaal te vertellen. Steeds teruggedrukt in de stereotype rol van ambtenaar in plaats van speler in een complex spel. Pogingen wagend om de echte taaiheid en ingewikkeldheid te agenderen, maar daarin afgekapt door een – meer of minder van eigen verontwaardiging overtuigde – commissie. Konijnen in koplampen, vreemdelingen in een land waarvan je de taal kent maar te weinig kennis hebt van de gewoonten.
Met commissieleden die leken te vinden dat dat precies was wat ze verdienden: het ongemak, de aangedraaide duimschroeven. Horen werd soms verhoren, luisteren werd klemzetten.
Dat verschil maakt me een vorm van boos. Niet omdat ik vind dat bewindspersonen ook wel een zweetdruppel mogen laten, maar omdat ik vind dat zo’n enquête bedoeld is om iets te doorbreken, terwijl ik zit te kijken naar een zelfreproducerend patroon, dat herhaalt wat er in het groot aan de hand is. Dit spel kennen we al, dit spel deden ze al, dit is hetzelfde spel als waarmee het probleem ontstond.
Zelfreproductie
Na een paar dagen verhoren kun je zien dat er èn geen zicht ontstaat op wat er echt gebeurde èn dat er ook niet echt wat gaat veranderen. We zien hier een knap staaltje systemische zelfreproductie. Het patroon waardoor de misstanden met de toeslagen konden ontstaan, reproduceert zich hier voor onze ogen in die kleine kamer waarin mensen gehoord worden. Wat we hier zien gebeuren maakt de kans groot dat de oplossing net anders, maar vooral meer van hetzelfde wordt. Gedwongen door herhaling weet je nu al dat het echte systeempatroon niet doorbroken wordt.
Het is als een klassiek drama, met zijn vaste opbouw van onderdelen en rollen die steeds hetzelfde zijn, in ieder verhaal.
Wat zou er gebeuren als we dit echt anders aan zouden pakken? Als de commissie de ambtenaren zou vragen ‘Stel, u was de staatssecretaris, wat had u gedaan?’ of ‘Stel, u was deze commissie, waar zouden we op moeten letten als we andere mensen horen?’. Wat zou er gebeuren als de bewindspersonen de vraag kregen: ‘Wat had u als ambtenaar gedaan om dat wat er gaande was echt over de bühne te krijgen?’.
Of misschien nog beter, we vragen Marijke Spanjersberg of ze circulair wil komen interviewen: ‘Beste mevrouw Vaktechnisch Coördinator, wat denkt u dat uw Directeur Generaal dacht toen hij merkte dat de heer Weekers zijn signaal niet ‘hoorde’?’
‘Beste meneer Rutte, welk gevoel denkt u dat de ambtenaren gehad hebben toen zij merkten dat ondanks alle signalen de heer Wiebes toch geen gewag meer gaf van dat hij zich bewust was van wat er gebeurde?’ ‘Beste Directeur Generaal Belastingdienst, wat denkt u dat de heer Asscher gehoord heeft, toen uw collega’s de ernst van de situatie aan hem duidelijk probeerden te maken?’
Ik denk dat dat hele parlementaire onderzoek er enorm van zou opknappen, dat we er misschien echt iets van zouden leren. Alleen al omdat Marijke er een rol in heeft natuurlijk, maar wat een andere dynamiek zou er ontstaan!
Een ander type onderzoek
Ik wens alle gedupeerde ouders, alle ambtenaren met buikpijn, die hele boze enquêtecommissie en zelfs de gladpratende politici (dat is hun vak immers) een heel ander type onderzoek. Een onderzoek waarin je met elkaar erkent dat er echt iets heel, heel, heel, heel erg fout gegaan is; dat je daar met zijn allen ingerommeld bent en dat iedereen daar dus iets in heeft gedaan zonder dat er een enkele schuldige is aan te wijzen; maar dat het wel echt mis ging. Een onderzoek met als vertrekpunt dat goede bedoelingen nu eenmaal noodlottig kunnen keren in hun tegendeel. Een onderzoek waarin je vervolgens vanuit dat besef met elkaar op zoek gaat naar wat er dan echt misging, welke patronen niet doorbroken konden worden, hoe die patronen elkaar versterkten, hoe het kon dat je daarin gevangen raakte terwijl je wist dat het niet klopte, en welke systeemverandering er nodig is om het nooit meer te laten gebeuren.
Dat is een ander onderzoek dan het onderzoek naar Barbertje, waarbij iedereen zwetend of gladjes, hoopt dat hij het niet zal worden.
Groet, Leike