Reflectie en zelfinzicht zijn essentieel voor goed leiderschap. Maar hoe vertaal je deze subjectieve vaardigheden naar een bruikbaar leiderschapsontwikkelingsmodel? Coach en consultant Ton Voogt stelde zichzelf deze vraag vanuit de theorie van de ‘Dialogical Self' en vond het antwoord in de ZelfConfrontatieMethode.
Wat is typerend voor een leider? In de vele definities die Voogt vindt, keert vaak het woord ‘inspiratie' terug: een leider moet inspireren. Een leider voedt zich vanuit zijn eigen waarden, gedachten, gevoelens, dromen, doelen, mensen die voor hem belangrijk zijn. Van daaruit verbindt hij zich met organisatiedoelen. Doelen die alleen te bereiken zijn met anderen. Met hen zal hij een verbinding moeten maken, zodat zij zich ook vanuit hun eigen dromen en waarden verbinden met een gezamenlijk doel. Leiderschapsvaardigheden met een positieve uitstraling zijn concreet: verhalen vertellen en in beelden spreken, humor en optimisme.ZelfConfrontatieMethode
Voogt spitst zich verder toe op de vraag hoe de persoon van een leider goed kan worden uitgerust voor zijn grote verantwoordelijkheden. Een goede, mentale, psychologische uitrusting, die goed is voor hem en voor de organisatie? Uit de stroming van de Constructieve Psychologie die zich richt op het wetenschappelijk bestuderen van unieke personen, leidt hij de gedachte van een persoonlijk ‘Zelf Construct' af: een mentale cockpit van waaruit iemand zijn leven en werk stuurt. Het gaat daarbij om twee basismotieven om doelen in de toekomst te bereiken: zelfrealisatie en verbinding met anderen. Professor Hubert Hermans ontwikkelde een instrument dat iemand in staat stelt om de constructie van zijn ‘Zelf' te bouwen: de ZelfConfrontatieMethode.
Hoe werkt dat? Je stelt jezelf de volgende vragen:
– Wie is de belangrijkste persoon die je leidde?
– Wie is de belangrijkste persoon in het heden?
– Welke persoon zie je als persoonlijk voorbeeld?
– Wat betekent leidinggeven voor jou?
– Wie of wat is je belangrijkste inspiratiebron?
– Tegen wie of wat zet je je het sterkst af?
– Hoe ervaar je het nu in het algemeen?
– Wat betekent het leven voor jou?
De antwoorden zijn waardegebieden die je waardeert met positieve of negatieve gevoelens (score op een schaal) waardoor een matrix ontstaat. Analyse van deze gegevens geeft de persoon zicht op structuurkenmerken van zijn ‘constructie': welke gebieden hangen samen? Zijn er tegenstellingen of dominanties? Hoe is de emotionele lading? Wat is het verband met het ervaren ‘nu'? Deze confrontatie met structuren in zijn Zelf-construct levert voor de persoon vaak nieuwe inzichten op en bewerkstelligt al verandering: soms door eerst niet te accepteren, soms door direct actie te ondernemen.
Bron: Bron: Ton Voogt in: O&O, nr. 1-2013.
Leestip: Spiritueel leiderschap.