Wees de grootste krokodil of luister gewoon
‘Steven, wil jij er voor zorgen dat deze stukken vandaag nog de deur uitgaan?’ ‘Nou, dat komt heel slecht uit, Marianne, ik sta net op het punt om weg te gaan.’ ‘Luister, Steven, die stukken moeten nu nog de deur uit en dan wil ik geen “nee” horen, maar “prima, regel ik”.’ ‘Oh, dat is groots, dus je vraagt wat en ik mag alleen met “ja” antwoorden? Lekker is dat!’
Als je geen ‘nee’ wilt horen, dan kun je beter geen vragen stellen. Want als je een vraag stelt, loop je het risico dat iemand ‘nee’ zegt. Dus stel je een vraag, wees dan ook bereid om elk antwoord te accepteren.
Vragen is sterker dan opdrachten geven
Loop je liever geen risico dat iemand negatief antwoord op wat je vraagt? Dat iemand ‘nee’ zegt, stel dan geen vragen maar zeg wat je wilt. Maar let op: zeggen wat je wilt is heel wat anders dan zeggen wat je van de ander wilt.
Als iemand je een vraag stelt, dan wil je de mogelijkheid om daarop in alle eerlijkheid te antwoorden. Om te zeggen wat jouw mening daarover is. Niet om alleen maar te voldoen aan de verwachting van de vraagsteller.
Geen vragen stellen is makkelijker gezegd dan gedaan. Want wat nou als je geen ‘nee’ wilt horen, maar toch wilt dat iemand iets doet. Dan wordt het dus een opdracht. En ik vertel je altijd dat vragen sterker is dan opdrachten geven… hmmmm…
Oké, laten we het niet moeilijker maken dan het is. Als je geen ‘nee’ wilt horen, vertel dan wat jij wilt. Vanuit wat jij nodig hebt. En net zoals bij vragen, is daar een simpel format voor. Begin met: ‘Ik wil …’ en dan wat je nodig hebt of wat nodig is. Leg niet uit en verklaar niet want anders loop je alsnog het risico een ‘nee’ te krijgen of een discussie te starten.
Maar euh… is dat niet een beetje bot? Ja, dat is vreselijk bod. Maar je zult ze de kost moeten geven die niet anders doen. En eerlijk is eerlijk, als je geen ‘nee’ wilt horen, is dit je enige optie. Maar niet de meest handige optie.
Botheid heeft risico’s
Botheid heeft grote risico’s. Als je geen ‘nee’ accepteert, dan geef je aan dat jij de grootste krokodil in de poel bent. ‘Mijn staart is dikker dan de jouwe, mijn bek groter en mijn tanden langer.’ Dat is wat je zegt. En niet iedere krokodil pikt dat zomaar.
Een krokodil moet bereid zijn om de confrontatie aan te gaan. Want geen enkele krokodil geeft zomaar zijn zuurverdiende plekje in de poel op. Ik stel dan ook voor dat, als je niet zeker weet of jij echt wel de grootste krokodil bent, je bek groter en je tanden langer, je deze methode dan ook alleen gebruikt als het echt niet anders kan.
Maar er is één ding wat krokodillen heel goed kunnen: grenzen aangeven. Grenzen zijn namelijk geen onderwerp van discussie. Gaat iemand over jouw grenzen heen, geef dan direct en onomwonden aan waar jouw grens ligt.
Dus heel soms is het best goed om een krokodil te zijn. Bijvoorbeeld door te zeggen: ‘Je gaat over mijn grenzen heen, dat wil ik niet en accepteer ik niet!’. Je verklaart niet, legt niet uit maar toont dat ook jij een dikke staart hebt, een grote bek en lange tanden.
Niemand vindt het leuk om ‘nee’ te horen. En nog veel minder leuk is het om geen ‘nee’ te mogen zeggen. Kom dus met weloverwogen vragen, met respect en mogelijkheden. Wees duidelijk in wat je wilt en vraag of dat oké is. Is het antwoord ‘nee’ kijk dan liever samen naar realistische oplossingen voor beiden en vermijd opdrachten.
Bron: Michael Schulze, Ad Acta Mediation.