Door niets te doen spelen directies en politieke bestuurders een actieve rol in destructief leiderschap (Schyns et al., 2019; Schaap, 2021). Dit kan de actieve — en daarmee zichtbaarder — vormen van destructief leiderschap betreffen, maar het kan ook gaan om het ontbreken van leiderschap, zoals bij verwaarloosde organisaties.
Het was Lipman-Blumen die in 2005 het begrip destructief leiderschap muntte. Haar redenering is als volgt:
Het tragische van de menselijke gesteldheid is niet zozeer dat ons leven beheerst wordt door de gedachte dat wij allen ooit dood zullen gaan, maar dat wij ervoor kiezen om ons te laten leiden door illusies. Het is de keuze voor het comfortabele van (grote) illusies boven het ongemak en de nederigheid van de vaak pijnlijke en uitdagende werkelijkheid die ons gevoelig maken voor ‘groots’ en destructief leiderschap .
Lipman-Blumen, 2005
Kwetsbaar voor destructieve leiders
Er zijn zes menselijke eigenschappen die ons kwetsbaar maken voor destructieve leiders (Lipman-Blumen, 2005, 2014):
- angst voor de dood;
- psychologische behoeften (denk aan Maslow);
- crisis en hectiek in het dagelijks leven (door bijvoorbeeld de coronapandemie);
- de angst voor rampen (denk aan het klimaat);
- het verlangen naar grootse leiders die ons helpen ontsnappen aan het kwaad;
- de wens om orde aan te brengen in de onzekere wereld op weg naar een heroïsche toekomst.
Wij willen maar al te graag geloven dat:
- wij veilig zijn voor onheil, rampen en de dood;
- wij zullen voortleven, is het niet fysiek dan wel symbolisch;
- wij belangrijke en dappere wezens zijn in een betekenisvolle wereld;
- wij behoren tot de uitverkorenen en elite om aan die wereld bij te dragen;
- wij onderdeel zijn van een organisatie die het nobele streven heeft een beter bestaan in deze wereld te realiseren.
Hier komen de destructieve leiders¹¹ in beeld.
Destructief door selectieproces
Het selectieproces van kandidaten voor leidinggevende posities richt zich op vaardigheden en competenties, positieve eigenschappen en intelligentie vanuit de gedachte dat deze kenmerken bijdragen aan het succes van de organisatie en dat mensen met die kenmerken effectieve leiders zullen zijn. Aandacht voor negatieve kenmerken, zoals psychopathie of narcisme, ontbreekt doorgaans, evenals aandacht voor een overdaad aan in beginsel positieve eigenschappen, zoals ambitie of zichtbaarheid (Tate, 2009).
In lijn hiermee zijn leiderschapsprogramma’s doorgaans gericht op positief gedrag van leiderschap versterken in plaats van negatief gedrag herkennen, beteugelen en doorbreken. De nadruk van het hr-beleid voor leidinggevenden ligt op constructieve leiders werven, ontwikkelen en behouden in plaats van op destructieve leiders herkennen en weren en zelfs afscheid van hen nemen (Vilkinas & Murray, 2014).
Consequenties
Deze eenzijdige aandacht voor de positieve kant van leiderschap weerspiegelt zich in het leiderschapsonderzoek (Day et al.,2014).¹² Ongetwijfeld heeft die aandacht voor de positieve kanten van leiderschap enorm bijgedragen aan de ontwikkeling van dit domein in de organisatiewetenschap. Dit heeft echter een schaduwzijde: de destructieve leider is over het hoofd gezien (Aasland et al., 2010). En dat heeft mogelijk de volgende vier consequenties:
- Het heeft de deur van organisaties opengelaten voor mensen met negatieve eigenschappen en bedoelingen om leidinggevende posities te bezetten.
- Het heeft de aandacht afgeleid van de noodzaak adequate interventies te ontwikkelen voor het begrenzen en beëindigen van negatieve leiderschapspatronen en -processen.
- Het heeft ertoe geleid dat er te weinig inzicht bestaat in de werking van deze verschijnselen in organisaties.
- De opleiders, trainers en adviseurs die voor en met het management werken zijn onwetend van destructief gedrag van hun opdrachtgevers en hun ondergeschikten. Vaak beschikken ze ook niet over een handelingsrepertoire en interventiemethoden om destructief leiderschapsgedrag te herkennen en te keren naar constructief leiderschapsgedrag.
Het is niet het ontbreken van positief leiderschap
Destructief leiderschap werd tot voor kort gezien als het ontbreken van positief en stimulerend leiderschap (Tepper, 2007). Destructief leiderschap is echter een veelvoorkomend verschijnsel met ontelbare negatieve effecten voor medewerkers, organisaties en zelfs de maatschappij (Schyns & Schilling, 2013). Zoals eerder opgemerkt zien we liever het mooie toneelstuk dat ‘on stage’ wordt opgevoerd en willen we liever niet zien wat de acteurs ‘off stage’ zeggen en doen.
Goffman (1959) noemde dit ‘de dramaturgie van het dagelijks leven’. Hij observeerde de houding en het gedrag van bedienend personeel in een restaurant en ontdekte dat mensen heel bedreven zijn in de schijn ophouden in sociale relaties naar hun klanten. Waar zij in de zichtbaarheid van het restaurant beleefd en vriendelijk bleven naar zeurende gasten, gaven zij achter de schermen in de keuken aan hoe zij werkelijk over hen dachten: ‘Die met dat nette pak, denkt dat ie alles kan maken.’ Het zijn twee kanten van de sociale interactie.
Negatieve gevolgen van leiderschapsgedrag
Destructief slaat op de negatieve gevolgen van leiderschapsgedrag. Die gevolgen zijn door de manager in veel gevallen niet zo bedoeld. Het ontbreken van actief leiderschap, zoals in het geval van management by exception of laissez-faireleiderschap, heeft schadelijke gevolgen die vergelijkbaar zijn met verwaarlozend ouderschap (Sidle, 2007). Autoritair of intimiderend leiderschap met de bedoeling de prestaties en productiviteit te verhogen, hoeft niet de intentie te hebben iemand te kleineren maar heeft wel destructieve gevolgen voor het zelfvertrouwen, het welbevinden en op termijn de gezondheid van medewerkers (Koonin & Green, 2005). Er is wel degelijk ook destructief leiderschap dat enkel gaat om self interest en waar de manager zich niet bekommert om de gevolgen voor organisatie en mensen.
In alle vormen van destructief leiderschap gaat het om aanhoudend gedrag van managers. Incidenteel niet beschikbaar zijn of een keer boos uitvallen van een manager die doorgaans constructief gedrag laat zien, vallen hier dus niet onder. Incompetentie werkt in zoverre verontschuldigend dat de destructieve werking de betreffende leidinggevende niet direct valt te verwijten, maar dat ontslaat diens hogere leidinggevende niet van de verantwoordelijkheid hier wat aan te doen.
Bron: Destructief leiderschap
Door: Joost Kampen