Is de flexibele schil niet een achterhaald concept? Hoe strategisch is het denken in percentages flexibel of vast nog? Over de koude kant van het personeelsbestand.
De flexibele schil: het in bedrijven afgesproken percentage van het personeelsbestand van medewerkers die niet tot de vaste kern behoren. Een HR-strategisch percentage om met de inzet van medewerkers mee te kunnen ademen met slappe tijden en piektijden, stelt dr. Luc Dorenbosch.
‘TNO-onderzoek onder ruim 5000 werkgevers liet zien dat in 2014 gemiddeld 65 procent van het personeel tot de vaste kern behoorde, met uiteraard grote verschillen tussen bijvoorbeeld de horecasector en de overheidssector. Dat zou betekenen dat een derde van de medewerkers wel uitgenodigd is voor de trouwceremonie op het stadhuis, maar ’s avonds niet op het trouwfeest mag komen. Dat zijn de mensen in de flexschil, ofwel de koude kant van het personeelsbestand. Hierin zit natuurlijk van alles, waaronder een grote groep op tijdelijk contract die toetreding tot de vaste kern is beloofd. Dat is eigenlijk een tussenschil, een talentenschil. Dan houd je nog tien tot twintig procent hardcore flexwerkers over die als tijdelijke kracht, uitzendkracht, oproep-kracht of zzp’er aan de organisatie verbonden is.
Maar hoe HR-strategisch is zo’n flexpercentage nog? Welk verschil kun je maken met een flexibele schil? En is het niet een achterhaald HR-instrument in de nieuwe wereld van werk? Lees het hele artikel.