Het begrip Impact-ondernemerschap heeft voor de meeste mensen betrekking op het redden van ons klimaat. En terecht, want de leefbaarheid van ons mooie planeetje is een belangrijke kwestie. Het is dan ook fascinerend om te zien welke inspirerende innovaties er al worden voortgebracht door bevlogen onderzoekers, slimme ondernemers en innovatieve bedrijven. Alleen, hoe vaak fabrikanten van elektrische auto’s, zonnepanelen en windmolens ook in het nieuws zijn, toch wordt het grootste deel van ons consumptiegedrag nog steeds bepaald door energieverslindende en afval-producerende, inefficiënte processen. En dat komt vooral omdat we liever geen afstand doen van onze welvaart. Ook dat is volkomen begrijpelijk en misschien wel terecht. Minder-minder is in slecht weinig kringen een populaire oproep. Het goede nieuws is dat alle technologische kennis om met minstens hetzelfde welvaart niveau op een duurzame manier op aarde te blijven te leven al aanwezig is. Wij mensen zijn echter geëvolueerd als gewoontedieren. Dat heeft ons veel voorspoed gebracht. Toch wordt het nu tijd om met name de patronen die we de afgelopen pak’m beet 150 jaar hebben opgebouwd, om te gooien.
Vooral de manier van werken en organiseren, die we in de Westerse wereld sinds Taylor het wetenschappelijke management op de kaart heeft gezet als normaal zijn beschouwen, zit ons in de weg. Het vervelende is namelijk dat deze manier van werken samengaat met een bijzonder vreemd fenomeen, namelijk een carrièrepad waarin succes wordt afgemeten aan het aantal mensen dat je “aanstuurt”. Veel mensen dromen er dan ook van om manager te worden. Als manager hoef je namelijk niets meer te produceren, of nooit meer met van die lastige klanten te praten, maar kun je heerlijk mensen aansturen die dat wel moeten doen. En als die mensen op hun beurt goed hun best hebben gedaan, hoeven ze als beloning ook nooit meer dat lastige productie- of klant-werk te doen. Managers zijn dan ook druk met het controleren en motiveren van anderen. Maar ze worden zelf ook gecontroleerd door een nog belangrijkere manager, die als belangrijkste missie in het leven het aansturen -en hopelijk ook motiveren- van andere managers, een treetje lager in de ego-pikorde, heeft. En zo creëren we een kerstboom van managers die natuurlijk weer worden ondersteund door allerlei mensen die hen van informatie voorzien, terwijl ze ook omringd worden door een professionele HR-afdeling, die met allerlei regels en structuren zorgt dat alle human resources in het gareel blijven lopen en desnoods zelfs de echt lastige gesprekken van de manager overneemt. Het is verrassend hoe klein het percentage mensen in de meeste organisaties nog is, dat zich daadwerkelijk met de core business bezighoudt: productie en klanten.Wat een geluk?
Dit was tot voor kort nog niet zo’n groot probleem. We leefden en werkten vredig in onze piramides die we organisaties noemen. Soms volgden we een opleiding om leiderschapsvaardigheden te ontwikkelen en te leren hoe het ook alweer voelt om authentiek te zijn. Iedere carrièrestap levert een gunstiger loonstrookje op, dat we en masse inzetten om de nationale droom, een leuk ingericht, eigen VT-Wonen huis hypothecair te financieren. In tranentrekkende TV programma’s, natuurlijk volstrekt belangeloos gesponsord door banken, winkelketens, pensioenverzekeraars en andere geluksfabrieken, wordt dit nationale gevoel versterkt. Wat een geluk. Helaas leidt al dit geluk nogal af van de werkelijkheid, namelijk een combinatie van uitdagingen die onze samenleving nog niet eerder heeft meegemaakt. Vergrijzing is daarvan opvallend genoeg de meest lastige, want vergrijzing zorgt voor bevolkingsstagnatie en in een groot aantal landen zelfs voor bevolkingskrimp. Daardoor kan de economie minder hard groeien. Daardoor zullen centrale banken rentes laag houden, waardoor onze zorgvuldig opgebouwde pensioenen minder waard zijn dan we dachten, terwijl we tegelijkertijd nog steeds een stijgende levensverwachting hebben, waardoor we een steeds duurdere samenleving krijgen. Dat zou allemaal geen probleem zijn, als onze planeet niet zou schreeuwen om veranderingen. Stijgende zeespiegels zijn op zich al vervelend, maar het op een duurzame manier voeden van 9 miljard mensen, die steeds vaker in verstedelijkte rivierdelta’s wonen, is een heel ander verhaal. Combineer dat met een sterke afname van de diversiteit aan soorten van dieren en planten, een oceaan waar plastic talrijker is dan tonijn en het zwaard van Damocles voor de mensheid: het ontstaan van volstrekt antibiotica-resistente bacteriën, die welig tieren op onze eenzijdige veestapel en elk moment op de mensheid kunnen overspringen en je snapt dat de wereld andere oplossingen nodig heeft dan we de afgelopen 150 jaar hebben verzonnen.Beetje minderen
Frisse oplossingen vragen om vernieuwende innovaties die op hun beurt baat hebben bij maximale creativiteit en wendbaarheid. De vergrijzing bovendien, vraagt van ons dat dat we al dat mooie vernieuwende werk met minder mensen gaan doen, die voldoende moeten produceren om een groeiende groep met name Europese en Aziatische grijsaards te onderhouden. En dan blijkt dat we onszelf per saldo, zowel in onze organisaties als in onze privélevens, massaal klemgezet hebben met gouden handboeien en hiërarchische systemen, waardoor we zo afhankelijk zijn geworden van dit inmiddels financieel gedreven maatschappelijke piramidespel, dat we nauwelijks nog kúnnen veranderen. Toch is er juist economische ruimte en groei nodig om deze combinatie van uitdagingen te financieren. Het lijkt op het eerste gezicht een goede oplossing te zijn als we allemaal wat gaan minderen. Een beetje minder consumeren, een beetje minder hard rijden, een beetje minder voedsel verbouwen, een beetje minder vee, een beetje minder huizen. Maar dat brengt ons binnen 20 jaar in een kaasschaaf-samenleving, waar de financiële middelen uiteindelijk ook ten prooi zullen vallen aan de minder-minder-doctrine. En dat is niet nodig, want er zijn in Nederland, bijvoorbeeld, nog nooit zoveel werkenden geweest en er is ook nog nooit zoveel geld beschikbaar geweest in de vorm van gevulde pensioenpotten, spaarrekeningen en andere potjes. Kunnen we het onze kinderen over twintig jaar uitleggen dat we ervoor gekozen hebben een kaasschaaf-samenleving te creëren, in plaats van onze onvoorstelbare rijkdom en welvaart te benutten voor massale investeringen in innovaties die de welvaart juist op een duurzame manier vergroten?Reden voor optimisme
Door: Arko van Brakel
Arko van Brakel schreef de boeken Nieuwe helden (samen met Marcella Bremer), Iedereen ondernemer en Ondernemen met Lef. Bij Management Impact verschijnt zijn nieuwe boek: Ondernemen met impact.








