Veel organisaties zoeken naar een helder kader om jong talent beter te begrijpen en effectief met generaties samen te werken. Maar een eenduidige grens voor Gen Z bestaat niet. De verschillen in jaartallen komen voort uit uiteenlopende visies op opvoeding, maatschappelijke veranderingen en technologische ontwikkeling. In dit artikel vind je de drie meest gebruikte definities van Generatie Z, inclusief de gedachte erachter. Zo krijg je als organisatie een praktisch en goed onderbouwd vertrekpunt voor talentontwikkeling, leiderschap en samenwerking op de werkvloer.

‘De ene keer ben ik een Millennial, dan weer een Gen Z’er. Zelf voel ik me meer een Zillennial – een mix van beide. Maar wanneer bén je nou eigenlijk een Gen Z’er?’
Generaties: hulpmiddel of hokje?
Het is een vraag die veel verwarring oproept, zeker als je rond de overgangsjaren bent geboren. En het eerlijke antwoord is: er bestaat geen harde scheidslijn. Het bepalen van de grens tussen generaties is namelijk geen exacte wetenschap. Onderzoekers gebruiken generaties vooral als hulpmiddel om maatschappelijke veranderingen en verschuivingen in waarden beter te begrijpen. Alleen de babyboomgeneratie is ooit officieel vastgesteld, door het Amerikaanse Bureau voor de Volkstelling. Die indeling is gebaseerd op een duidelijke geboortegolf na de Tweede Wereldoorlog en een scherpe daling van het geboortecijfer na 1964. Voor alle andere generaties – zoals millennials of Gen Z – zijn de grenzen veel flexibeler en onderwerp van discussie. Er zijn grofweg twee stromingen bij het vaststellen van generaties: een stroming die generatieverschillen vooral toeschrijft aan verschillen in opvoeding, en een stroming die kijkt naar ingrijpende gebeurtenissen in iemands jeugd. Wereldnieuws, technologische innovaties en economische veranderingen, gecombineerd met het ouder worden, beïnvloeden hoe mensen naar de wereld kijken. Jongeren en ouderen kunnen daar op een bepaald moment anders over denken. Door naar generaties te kijken, kunnen onderzoekers ook zien hoe ouderen dachten toen zij jong waren en of die meningen anders veranderen dan bij jongere generaties.
Drie dominante definities van Generatie Z
Bij het onderzoeken van Generatie Z kom je al snel tot de ontdekking dat er meerdere definities in omloop zijn. In dit artikel vind je de drie veelgebruikte definities, zodat je beter begrijpt waar deze verschillen vandaan komen en wat de onderliggende gedachte is bij elk jaartal.
De Amerikaanse definitie van Generatie Z: 1997–2012
De meest dominante en internationaal gebruikte indeling komt van het gerenommeerde Pew Research Center. Volgens hen begint Generatie Z in 1997 en loopt deze tot ongeveer 2012. Deze keuze is gebaseerd op de maatschappelijke context waarin jongeren zijn opgegroeid.
De generatie voor Generatie Z, de millennials (geboren tot 1996) maakte hun vormende jaren mee in een periode van grote turbulentie: de aanslagen van 11 september, de oorlogen in Irak en Afghanistan en de verkiezing van Barack Obama in 2008. Ook de economische crisis trof hen op een leeftijd waarop zij net de arbeidsmarkt betraden of hun ouders ermee te maken kregen. Deze gebeurtenissen vormden hun wereldbeeld en financiële verwachtingen.
Voor Generatie Z geldt dat zij zijn opgegroeid in een wereld waarin digitale technologie al volledig geïntegreerd was. De iPhone kwam in 2007 op de markt, precies op het moment dat de oudste Gen Z’ers tien jaar oud waren. Voor hen zijn mobiele technologie, social media, constante bereikbaarheid en on-demand-content de standaard. Waar millennials nog moesten wennen aan de digitale wereld, is deze generatie ermee vergroeid.
Kritiek op deze indeling
Deze generatiegrens is sterk Amerikaans georiënteerd. Nederlandse jongeren hebben bijvoorbeeld 9/11 of de Irak-oorlog minder intens of als bepalend ervaren, dan hun Amerikaanse leeftijdsgenoten. Bovendien ligt de nadruk op historische en maatschappelijke gebeurtenissen, terwijl een andere stroming – waaronder het werk van Aart Bontekoning – juist stelt dat verschillen tussen generaties primair voortkomen uit opvoeding en pedagogische verschuivingen, niet uit de maatschappelijke context waarin men opgroeit.
De Europese (sociologische) definitie van Generatie Z: vanaf 2000
In Europa – en vooral binnen de Nederlandse sociologie – wordt vaak een andere grens gehanteerd. Volgens de wetenschappelijk getoetste indeling van Henk Becker start Generatie Z in het jaar 2000. Die grens is niet willekeurig, maar gebaseerd op het idee dat ingrijpende maatschappelijke gebeurtenissen invloed hebben op jongeren in hun vormende jaren (15 tot 25 jaar). Die theorie sluit aan bij denkers als Karl Mannheim, Julian Marias en Strauss & Howe. Toch stelde generatieonderzoeker Aart Bontekoning daar kritische vragen bij. Hij onderzocht of historische gebeurtenissen echt generaties vormen en vond weinig bewijs voor een direct causaal verband. Wat hij wel aantrof: een duidelijk verband tussen veranderingen in opvoeding in de eerste levensjaren (0-15 jaar) en de gedragskenmerken van een generatie.
Zo werden millennials vaak gestimuleerd door hun ouders (Generatie X) om zichzelf te zijn en persoonlijke groei na te jagen – een breuk met de meer autoritaire opvoeding die hun ouders zelf kenden. Bij Generatie Z zie je opnieuw zo’n verschuiving. Ze zijn opgevoed door de Pragmatische Generatie en tonen meer emotionele intelligentie, zoeken samenwerking boven hierarchie en hechten waarde aan autonomie en inclusie. Internationaal onderzoek bevestigt dat beeld. Uit een studie van Corey Seemiller (2024) blijkt dat 83 procent van Gen Z hun ouders als belangrijkste invloed ziet op gedrag en keuzes – nog voor vrienden of social media. In het eigen onderzoek van Laura Bas zie je dat het jaar 2000 goed aansluit bij de Nederlandse context. Denk aan de impact van de internetbubbel, de opkomst van platforms als TikTok en de omslag in kledingstijl en expressie.
Kritiek op deze indeling
Hoewel deze aanpak stevig onderbouwd is vanuit de sociologie en goed aansluit bij hoe we naar opvoeding en vorming kijken, zitten er ook nadelen aan. Het jaar 2000 als startpunt voelt voor veel mensen willekeurig. Waarom 2000, en niet 1998 of 2002? Er is geen duidelijk kantelpunt dat dat jaar markeert – geen 9/11, geen massale doorbraak van de smartphone. Daardoor is deze grens voor het brede publiek minder herkenbaar en lastig te communiceren, bijvoorbeeld in beleid of media. En: we leven in een steeds globalere wereld. Jongeren groeien op met dezelfde technologie, dezelfde platforms, dezelfde popcultuur – of ze nou in Nederland wonen of daarbuiten. Die gedeelde ervaring vergroot de behoefte aan een internationale generatie-indeling. Het Pew Research Center speelt daarop in door 1997 als startjaar van Gen Z te kiezen. Die keuze is gebaseerd op herkenbare, wereldwijd gedeelde ontwikkelingen: opgroeien met smartphones en social media vanaf jonge leeftijd.
De praktijkgerichte definitie van Generatie Z door bedrijven: 1995–2010
Tot slot is er nog een derde indeling die vooral door grote internationale organisaties als Deloitte en McKinsey wordt gebruikt. Volgens hen begint Generatie Z al in 1995, vermoedelijk omdat de eerste sociologen en onderzoekers, toen er nog geen specifieke jaartallen waren gekozen, voorspelden dat deze generatie rond het midden van de jaren negentig begon. Dat Gen Z in het midden van de jaren negentig geboren is, zie je nog veel terug in online bronnen. Deloitte stelt in haar Global Gen Z & Millennial Survey 2022 dat Gen Z start in 1995.25 McKinsey begon in 2018 met een definitie van 1995-2010, maar wijzigde dit naar 1996-2012 in een publicatie van 2024.26 Ook de Europese Commissie en EURES hanteren vergelijkbare, maar inconsistente grenzen. Deze benadering is pragmatisch: bedrijven baseren hun indeling vaak op arbeidsmarktgegevens, consumentengedrag of HR-behoeften en passen hun grenzen aan op basis van de dominante indeling op dat moment. De indeling is dan ook vooral functioneel: ze helpt organisaties om beter in te spelen op de voorkeuren en gedragingen van jongere werknemers en klanten.
Kritiek op deze indeling
Het grote nadeel van deze benadering is het gebrek aan consistentie en theoretische onderbouwing. Doordat bedrijven hun grenzen aanpassen op basis van interne behoeften of trends, ontstaat er verwarring. Een persoon geboren in 1995 wordt in het ene rapport als millennial beschouwd en in het andere als GenZ’er. Dit creëert een grijs gebied dat het lastig maakt om uitspraken te doen over de kenmerken van een specifieke generatie. Bovendien ontbreekt vaak de reflectie op waarom bepaalde jaren gekozen worden – de keuzes lijken eerder pragmatisch dan inhoudelijk onderbouwd.
Conclusie
Wat opvalt aan alle gangbare definities, is dat zowel bij 1995 als bij 1997 expliciet wordt benoemd dat het niet om een harde grens gaat, en dat beide indelingen ruimte laten voor aanpassing of aanscherping in de toekomst. Het Pew Research Center wijst er bovendien op dat gedrag, technologische adoptie en overtuigingen zich geleidelijk ontwikkelen, waardoor de overgang tussen generaties vloeiend verloopt in plaats van scherp afgebakend is. Binnen een generatie kunnen de onderlinge verschillen soms net zo groot zijn als tussen generaties. Jongeren en ouderen binnen dezelfde generatie voelen zich geregeld meer verwant met de groep net voor of net na hen. Dit onderstreept dat generaties geen uniforme eenheden zijn, maar juist bestaan uit complexe en diverse subgroepen. Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Tilburg dat maar liefst 80 procent van de mensen zich herkent in de omschrijvingen van hun eigen generatie, wat laat zien dat deze kaders wel aanspreken en houvast bieden. Wat de verschillende theorieën met elkaar verbindt, is het idee dat generaties een hulpmiddel zijn om maatschappelijke veranderingen te begrijpen, in plaats van een systeem om mensen in hokjes te stoppen. Vanuit die gedachte is Laura Bas haar onderzoek begonnen: met de vraag waar jonge mensen op de werkvloer afscheid van willen nemen, waar ze juist meer van willen en wat zij willen behouden – en vooral: waarom.
Welke definitie hanteert Laura Bas?
In haar onderzoek en haar boek De GenZclopedie’ hanteert Laura Bas de periode 1995 tot 2015 als definitie voor Generatie Z.
Hoewel ze in haar onderzoek vooral kijkt naar veranderingen in opvoeding als belangrijkste bron van generatieverschillen, kiest ze bewust voor een brede afbakening. Opvoedkundige verschuivingen gebeuren namelijk niet van de ene op de andere dag, maar voltrekken zich geleidelijk, verspreid over meerdere jaren. Door de periode 1995-2015 te hanteren, doet ze recht aan die geleidelijke ontwikkeling, waarin opvoedingsstijlen, maatschappelijke veranderingen en technologische innovaties elkaar beïnvloeden en samen een nieuwe generatie vormen.
Generaties zijn geen strakke labels, maar een manier om maatschappelijke veranderingen beter te begrijpen. Door de drie belangrijkste definities te combineren en oog te houden voor de geleidelijke manier waarop opvoeding verandert, ontstaat een kader dat werkt in de praktijk en klopt volgens de theorie, zonder dat het zijn scherpte verliest.
Bron: De GenZclopedie, Alles over het aantrekken en behouden van jong talent.
Laura Bas is generatiedeskundige, columnist, onderzoeker, internationaal spreker en auteur. Ze helpt organisaties bruggen te slaan tussen generaties. Via haar social media kanalen inspireert ze wekelijks honderdduizenden kijkers met eerlijke inzichten en praktische carrièretips.



